Meriba vermoedt dat politie voorkennis had van beroving

Op de rechtszitting vrijdag heeft de verdachte Romano Meriba duidelijk kenbaar gemaakt dat hij het vermoeden heeft dat de politie voorkennis droeg van de beroving van de ondernemer R.S. Volgens Meriba lag het in de bedoeling om hem te vermoorden. Na de beroving ging de politie hem zoeken thuis bij een zekere Franklin Z. Over de telefoonmelding heeft Meriba zijn twijfels. Samen met Anthony C. (55), Romano Meriba (32) en Ruben S. (39) wordt Errol S. verdacht van het beroven van een ondernemer op 9 november vorig jaar.

Bij de beschieting die na een achtervolging plaatsvond aan de Bonistraat op 9 november vorig jaar, zijn Siegmund Struiken en Melvin Tob doodgeschoten. Drie anderen, Errol S., Steven B. en Anthony Ch., zijn gewond geraakt. Ook agenten raakten toen gewond. Meriba heeft zich op 13 november bij de politie aangemeld en aangegeven dat hij wil meewerken aan het onderzoek naar de beroving. Het voertuig van Meriba is gebruikt bij de beroving.

Meriba voerde op de zitting aan dat de telefonische melding over de beroving niet via Centrale Meldkamer, maar via het Arrestatie Team is gegaan. Dit wekt vraagtekens op bij de verdachte. Meriba vermoedt dat de politie hem af wilde maken. Ook heeft de verdachte zijn twijfels over het onderzoek dat door de politie is verricht over zijn telefoonuitdraai. Een agent heeft volgens hem gefraudeerd met zijn uitdraai en de analyse zou valselijk opgemaakt zijn.

Meriba merkt op dat uit zijn telefoonuitdraai blijkt dat hij Melvin Tob gebeld had, terwijl dit vastgesteld wordt uit de uitdraai van de telefoon van Tob. Het is niet te zien dat hij gebeld was door Meriba. Volgens de verdachte is dit mogelijk, omdat deze twee personen telefonisch met elkaar gesproken hebben. Meriba vertelde dat hij acht telefoons had en hij had die van Tob geleend, omdat hij geen beltegoed had. Met de geleende telefoon had hij mensen voor 9 november gebeld. Op die bewuste dag maakte hij gebruik van zijn eigen telefoons. Uit de telefoonuitdraai blijkt dat die dag door de telefoon die Meriba beweert dat die van Tob was, gebeld is naar Tob en Struiken kort vóór en na de beroving. Dit ontkent Meriba: hij verklaart de mannen niet gebeld te hebben.

Wat wel volgens de verdachte gebeurde, is dat zijn mobiel zo af en toe zelf mensen belt. Daarom stopte hij ze in zijn tas. Meriba zegt dat hij nooit Errol S. gebeld heeft, zoals de uitdraai dat aangeeft. Het zou kunnen dat Tob die vaker bij hem was, gebeld had met de telefoon van hem, verklaarde Meriba. Kantonrechter Rewita Chatterpal vindt het belangrijk om de telefoonuitdraai van de nummers van Meriba na te gaan.