Wereldbank: Sociale transformatie Caribische regio

De Caribische en Latijns-Amerikaanse regio's maken een diepgaande sociale transformatie mee. Voor het eerst wonen er in deze gebieden meer mensen in de middenklasse dan in de armoede. Volgens de laatste cijfers van de Wereldbank blijft de armoede mondiaal dalen, ondanks de wereldwijde economische vertraging.

Vandaag, 17 oktober, wordt de Internationale Dag voor de Uitbanning van Armoede herdacht. Vicepresident van de Wereldbank voor de Caribische en Latijns-Amerikaanse regio, Jorge Familiar, staat stil bij de vraag of Latijns-Amerika en het Caribisch Gebied de strijd tegen armoede kunnen winnen. Tussen 2000 en 2014 is de armoedegrens in deze regio’s van 25,5% gedaald naar 10,8%. Tegelijkertijd is de inkomensongelijkheid verminderd, wat grotendeels komt doordat de armste 40% van de bevolking in staat is geweest haar inkomen sneller te laten groeien dan het totale percentage.

De grondstoffen hausse van de afgelopen tien jaren die heeft gezorgd voor de economische groei is daar de oorzaak van. Er waren meer en betere banen. Ook de inbreng van sociale programma’s die erop gericht waren de intergenerationele cyclus van armoede onder gezinnen met lagere inkomens te doorbreken, heeft daartoe in mindere mate bijgedragen. Volgens Familiar is de samenleving nu meer met elkaar verbonden, met grotere verwachtingen. “Onze bevolking is nu veeleisender, zowel in de economie als met de autoriteiten. De uitdaging is om de verwachtingen waar te maken als deze omstandigheden ingewikkelder zijn geworden.”

De topfunctionaris van de Wereldbank vindt dat in dit scenario de regio zijn drijfveren van economische groei moet doen herleven. Volgens de laatste schattingen van de Wereldbank zal de regio in 2017 beginnen te groeien met ongeveer 1,8%. “Het is moeilijk te geloven dat deze groei voldoende zal zijn om vaart te zetten achter de vooruitgang die is gemaakt tegen armoede en ongelijkheid, of om het uitbreiden van de middenklasse te continueren,” zegt Familiar.

Internationale handel is ongetwijfeld één van de motoren die nodig is om de groei te stimuleren. Maar de regio moet zijn productie en de bestemming daarvan nu gaan diversifiëren. De Pacifische Alliantie met daarin Colombia, Chili, Mexico en Peru is volgens Familiar een goede stap in die richting. Er zijn andere landen, zoals Argentinië, die aanzienlijke inspanningen plegen om zich open te stellen voor de wereld, hun economieën reactiveren en naar de toekomst kijken.

Werkend aan de heropleving van de groei, moeten we volgens de Wereldbank-functionaris de integratie niet vergeten. Latijns-Amerika en de Caribische regio blijven de meest ongelijke regio’s in de wereld, ondanks de historische vooruitgang die in de afgelopen tien jaren is bereikt. “Jammer genoeg stagneert die vooruitgang sinds de economische vertraging.”

Een manier om de strijd tegen ongelijkheid aan te gaan is om te investeren in mensen en concreter in betere kansen voor kinderen. Het idee is om hun toegang tot basisdiensten zoals water, sanitaire voorzieningen en gezondheidzorg alsook de kwaliteit van het onderwijs en het internet, te verbeteren. De kinderen moeten uitgerust worden met vaardigheden die nodig zijn om een betere toekomst te ontwikkelen.