Advocaat voert noodweerexces aan in moordzaak Candia

Advocaat Anastacia San A Jong heeft op de zitting donderdag aangevoerd dat haar cliënt Kelton A.(20) niet de intentie had om Amier Candia te vermoorden. Hem wordt ten laste gelegd dat hij op 23 oktober vorig jaar Candia om het leven heeft gebracht. Hij bracht het slachtoffer een steekverwonding in zijn borststreek toe. De raadsvrouw vindt dat er sprake is van noodweerexces. Zij overhandigde een vonnis waar de rechter de verdachte vrijsprak van alle rechtsvervolging. Volgens de advocaat ging het ook om een soortgelijke zaak.

San A Jong voerde aan dat het Openbaar Ministerie (OM) geen noodweer in deze zaak ziet. Uit de camerabeelden bleek dat de verdachte al buiten de bar was, maar voor de derde keer terugging naar het slachtoffer. Daarna stak hij het slachtoffer neer. Kelton A. verklaarde dat hij uit frustratie heeft gehandeld. Het slachtoffer terroriseerde hem al drie maanden lang en hij werd ook mishandeld en bedreigd door hem. Volgens de raadsvrouw was de gemoedstoestand van haar cliënt van dien aard opgewekt door het slachtoffer, dat hij zich bedreigd voelde en overging tot het feit. Het slachtoffer zou gezegd hebben dat hij Kelton A. op die bewuste dag zou vermoorden als hij naar huis zou gaan. Volgens San A Jong bedreigde het slachtoffer de verdachte vaker met de dood. Ook werd hij vaker mishandeld.

De advocaat voerde aan dat het niet de intentie van Kelton A. was om Candia dood te steken. Hij stak hem niet bewust, maar ondoordacht. Daarna zeeg het slachtoffer neer. Hij probeerde te reanimeren, maar Candia gaf de geest ter plekke. Dit voltrok zich aan de Grote Combéweg. Officier van justitie, Claudia Bruining, eiste een celstraf van tien jaar onder aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht tegen de verdachte. Ze achtte doodslag bewezen en voerde aan dat er geen sprake is van moord.

Op die bewuste dag bevond Kelton A. zich in een café aan de Grote Combéweg. Op een bepaald moment kwam Candia ook in het café. Omdat Kelton A. met andere mannen stond te praten, werd het latere slachtoffer jaloers. Hij liep naar Kelton toe. De mannen raakten in een woordenwisseling met elkaar, wat overging in een handgemeen. Candia had een mes bij zich. De verdachte wist hem dit afhandig te maken en stopte het mes achterin in zijn broeksband. Volgens de officier van justitie heeft een getuige verklaard dat het mes niet van het slachtoffer was, maar van de verdachte. Ze merkte op dat de verdachte niet uit noodweer gehandeld heeft, omdat het gevaar al geweken was voor hem. De poort was al dicht en er was dus geen gevaar meer.

Uit het psychiatrische rapport blijkt dat het feit de verdachte volledig aangerekend mag worden. Kelton A. verklaarde toen bij de politie dat hij een relatie van negen maanden had met Candia en dat zij al twee maanden uit elkaar waren. Vanaf het begin van die relatie werd hij door Candia mishandeld. Op 6 oktober zal in deze zaak repliek gehouden worden.

Wanita Ramnath