Column: Sweeping Johnny en het puf-parfum complex
13 Dec 2010, 05:00
Toen ik in 2006-2007 bezig was met het schrijven van de biografie van Eddy Jharap en de geschiedenis van Staatsolie heb ik van meer mensen verhalen gehoord over zijn strengheid. “Als je je werk niet goed deed, stuurde hij je zonder pardon naar je moer.” Bij de eerste verhalen dacht ik: “Deze man, Eddie jongen, kun je niet wat aardiger zijn tegen die lieve arbeiders van je.”

Maar naarmate ik dieper in die verhalen dook, zag ik zijn probleem. Als je die arbeider één keer op een zachtaardige toon zeg: “nee, lieve wrokoman, zo moet je het niet doen boi, maar op deze manier. Zou je – als je het niet erg vindt – de volgende keer het misschien toch op een andere manier willen doen.”
De volgende keer kom je terug en je ziet dat die wrokoman precies dezelfde fouten maakt. Dan wil je nog wel één keer op een lieve toon zeggen dat het anders moet, maar de derde keer roep je toch al gauw: “man, loop naar je moer en donder op”.

Staatsolie staat bekend als een modern technologisch bedrijf waar kwaliteit voorop staat. Dat is niet zomaar gekomen. Kwaliteit is ontstaan vanuit de houding dat je niet met minder genoegen neemt en dat scherpe kritiek de manier is om je werk te verbeteren in plaats van de methode van pappen en nat houden.

Mensen die ondeugdelijk werk afleveren hebben een groot arsenaal aan trucs om hun onvermogen te maskeren. Een van de grappigste trucs is wat ik noem de “Sweeping Johnny” methode.

Johnny Walker, zo noemen we onze niet functionerende medewerker, heeft de opdracht op zich genomen om een huis te bouwen. Na een tijdje gaat zijn team kijken wat hij gepresteerd heeft. Bij de inspectie zien ze dat het huis schots en scheef staat, de elektriciteit het niet doet en de waterleiding niet functioneert; kortom Johnny heeft ondeugdelijk werk afgeleverd. Als ze Johnny hierop aanspreken, zegt hij: “Collega’s, kom mee naar buiten.” Voordat ze aankwamen, had Johnny zijn straatje schoon geveegd. Johnny: “Kijk hier, mijn straatje is helemaal schoon! Er is geen enkel loslopende bananenschil. De hondepoep is weg. Ik heb zelfs dat grote gat gevuld met zand. Hoe kun je zeggen dat ik ondeugdelijk werk aflever!”

Johnny zit hier de boel te belazeren. Met het schoonvegen van zijn straatje, verschuift hij de aandacht van het product dat hij moest afleveren – een goed huis – naar iets heel anders: een schone straat.

Deze methode gebruiken Rob Woortman en Alice Boots in Starnieuws van vorige week om hun ondeugdelijke biografie van Anton de Kom te verdedigen. Ik heb eerder in Starnieuws een bespreking gemaakt van het boek en op basis van citaten uit hun werk aangetoond dat het volstrekt tegen de geest van Anton de Kom inging, een vals portret schetst van het gedachtegoed van De Kom en doorspekt is van een koloniale zienswijze op de geschiedenis van Suriname.
Ik herhaal hier twee citaten uit hun boek die ik in de bespreking Starnieuws heb geanalyseerd:
P. 122-123: “In De Banier van 25 januari verschijnt een ingezonden stuk waarin de aantrekkingskracht van Anton wordt verklaard door het feit dat Hindostanen en Javanen de meest ´eenvoudigen van geest´ zijn. Heeft Anton zich bewust gewend tot de contractarbeiders om daar zijn succes te behalen zoals vaker wordt beweerd? Was de aandacht van Anton voor deze arbeiders een kwestie van tactiek? Vanuit zijn concept van eenheid en organisatie vond Anton dat alleen een gesloten front tegen het koloniaal bewind uitkomst kon brengen en dat de reden zijn waarom hij zich ingespannen heeft voor de Javanen en de Hindostanen. Maar zijn bedoelingen zijn, zoals wel vaker, door de omstandigheden ingegeven.”
Hier nemen de auteurs het koloniale vooroordeel over m.b.t. de geestelijke capaciteit van Hindostanen en Javanen (de domme Aziaat) en zwaaien ze twijfel over de oprechtheid van de bedoelingen van Anton de Kom om Javanen en Hindostanen te organiseren.
P. 190: “Anton mag zijn gepassioneerde lezingen in het communistisch circuit dan beëindigen met de leuze die hij overneemt van de CPH: ‘Indonesië, Curaçao en Suriname los van Holland, NU!’, het is in wezen niet het pleidooi dat hij in zijn boek Wij slaven van Suriname houdt… Intelligent als Anton is, beseft hij heel goed dat er meer verschillen zijn tussen Nederlands-Indië en Suriname, dan alleen de omvang van land en bevolking. Indië heeft een eigen oude cultuur en een eigen bestuurselite. Suriname kent maar weinig intellectuelen en de enkeling die zich roert, zoals Doedel is van gemengde afkomst. De voormalige slaven krijgen nauwelijks een kans zich te ontwikkelen en de contractarbeiders komen uit de armste lagen van de bevolking in hun thuislanden. Het ontbreekt de Surinaamse bevolking aan een bestuurlijke elite, een basis waarop de onafhankelijkheid kan drijven. Omdat Anton zich nergens uitspreekt over de aard van een zelfstandig Suriname, blijft het moeilijk na te gaan wat zijn exacte ideeën daarover waren. Het is zeker dat hij autonomie voor het Surinaamse volk opeiste, maar de vorm die deze moest aannemen, blijft onduidelijk.”
Deze passage is de kern van het verhaal van Anton de Kom. De Kom was een felle criticus van het Nederlands kolonialisme en pleitte onomwonden voor onafhankelijkheid.
Woortman en Boots schetsen een vals beeld van zijn gedachtegoed. Ze maken hun eigen analyse over de verschillen tussen Indonesië en Suriname waaruit ze de conclusie trekken dat het Nederlands kolonialisme het beste was voor Suriname en dat Suriname niet rijp was voor onafhankelijkheid. Vervolgens schuiven ze die conclusie in de schoenen van De Kom. Als De Kom intelligent was geweest, dan had hij deze analyse gemaakt. De Kom was intelligent, dus heeft hij deze analyse gemaakt.

Nergens noemen ze paginanummer uit “Wij Slaven van Suriname” waarin De Kom deze vergelijkende analyse tussen Indonesië en Suriname presenteert en daarmee zijn eigen leuze (“Suriname los van Holland NU!”) tegenspreekt. Die analyse bestaat alleen in hun koloniale fantasie. Ze schrijven hun eigen analyse van de verschillen tussen Indonesië en Suriname toe aan De Kom. Dat is een vervalsing van de opvattingen van De Kom.

Ik kan zo een tijdje doorgaan met citeren en analyseren, maar de bespreking is gewoon te raadplegen in mijn Starnieuws column van 3 mei 2010.

In hun bijdrage van vorige week slaan Woortman en Boots een compleet andere toon: “Anton gelooft … in de macht van het verenigde volk”. “Nadat Anton uit Suriname is verbannen, zet hij zijn strijd tegen het kolonialisme en voor een zelfstandig Suriname voort.”
Hun Starnieuws bijdrage is doorspekt met een anti-koloniale visie op De Kom. De Kom als revolutionair en communist. De Kom die voor onafhankelijkheid pleit. Dat is een heel andere De Kom dan de persoon die ze in hun biografie hebben neergezet.

Geheel in de geest van “Sweeping Johnny” vragen ze zich boos af: “Toen wij lazen dat onze biografie over Anton de Kom gezien moest worden als een product van koloniaal denken, waren we meer dan onaangenaam verrast. Door wat voor gekleurde of slecht geslepen bril moest iemand ons boek gelezen hebben? Alsof wij Anton alleen maar zien als een ‘mooischrijver’.”

Beste Woortman en Boots, ik had geen gekleurde of slecht geslepen bril nodig. Het staat zwart op wit gedrukt in jullie boek! En dat boek heb ik gebruikt met letterlijke citaten en controleerbare paginanummers, niet jullie bijdrage van vorige week waarin jullie het tegenovergestelde beweren van wat jullie in het boek over De Kom hebben geschreven!

Er zijn drie manieren waarop iemand kan reageren op kritiek. Twee manieren dwingen bij mij respect af.

De eerste manier is in de trant van: “Die ellendeling van een Sandew Hira heeft ons verkeerd geciteerd. De citaten kloppen niet. Of de citaten kloppen wel, maar hij heeft het in een verkeerde context geplaatst, want die context moet zus en zo zijn.”
Deze manier heet “argumenteren”. Je probeert met argumenten het ongelijk van je criticaster aan te tonen. Ook al ben ik het niet met je eens, ik heb wel respect voor het feit dat je argumenten aandraagt om mijn ongelijk te bewijzen.

De tweede manier is in de trant van: “De citaten zijn correct. We hebben fouten gemaakt. Excuus, maar we hadden ons beter moeten verdiepen in de materie en de zaak beter moeten analyseren.”
Deze manier heeft “corrigeren”. Je erkent dat je een fout hebt gemaakt en corrigeert die. Mijn reactie is: “Kan gebeuren, no span. Iedereen maakt fouten en van je fouten moet je leren.”

Maar de methode van Woortman en Boots is die van “Sweeping Johnny”. Ze zijn niet integer. Met hun bijdrage aan Starnieuws lopen ze de boel te bedonderen.
Ze hebben een volstrekt inferieur product afgeleverd. Hun beeld van De Kom in de biografie is geheel tegen de geest van Anton de Kom. Ze schetsen een vals portret van zijn gedachtegoed en ze presenteren een koloniale zienswijze op de geschiedenis van Suriname. Vervolgens introduceren ze in hun Starnieuws-bijdrage het anti-koloniale beeld van De Kom dat intussen gangbaar is in de Surinaamse gemeenschap en roepen: “Hoe kun je zeggen dat we een slecht product hebben afgeleverd!”

Sommige Nederlanders en Surinamers, bij wie mental colonialism nog diep in hun geest zit, hebben last van het puf-parfum complex.
Als de koloniaal een grote stinkende puf laat, zegt de gekoloniseerde geest: “Meester, het ruikt naar parfum.”
We hebben kwaliteit nodig in de Surinaamse geschiedschrijving. Sommige Surinamers veronderstellen dat die kwaliteit sowieso aanwezig is bij alles wat uit Nederland komt. Woortman en Boots hebben met hun biografie een stinkende puf gelaten en als ik roep: “Mi Gado, het stinkt naar puf”, raken ze geëmotioneerd en roepen: “Er is iets mis met je neus!”

De tijden zijn voorbij waarin iedere scheet uit Nederland als parfum wordt gepresenteerd. In de 21ste eeuw wordt kwaliteit niet verondersteld, maar gemeten.

Sandew Hira

reacties: sandewhira@amcon.nl
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May