Geen goed corrigerend beleid bij toetsresultaten

De samenleving wordt al jaren op de hoogte gesteld van landelijk gemiddelde percentages van de toetsresultaten bij de zesdeklassers. Met deze gemiddelden kunnen zowel het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur als alle bij het onderwijs betrokken actoren geen goed corrigerend beleid voeren.

Telkenjare wordt de samenleving voorgehouden dat ze aan verbetering van de toetsresultaten gaan werken door de oorzaken aan te pakken. Ook nu weer. Er komt van dit voornemen niet veel terecht. Integendeel worden de resultaten, zonder een aan te passen beleid, telkens met de voorgaande resultaten vergeleken en verschillen de resultaten nauwelijks.

Het publiceren van landelijk gemiddelde toetsresultaten is op zich een gegeven. De samenleving en met name de ouders/verzorgers hebben er recht op te weten welke scholen goed, matig en slecht uit de bus komen. Pas dan zullen het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur en alle bij het GLO betrokken actoren, tot een corrigerend beleid kunnen geraken.

Wanneer alleen het landelijk gemiddeld percentage gepubliceerd word per district, dan bestaat er hoegenaamd nog geen zicht van de individuele scholen die goed, matig of slecht presteren. De samenleving is er beter mee gediend wanneer per district, per school de toetsresultaten worden gepubliceerd, waarna zal blijken aan welke scholen beleidsmatig (meer) aandacht geschonken dient te worden. Deze aanpak zal de gemiddelde toetsresultaten in positieve zin kunnen beïnvloeden.

Een vaststaand gegeven is dat er scholen zijn die een hoog slagingspercentage hebben. Door de gemiddelde toetsresultaten te publiceren (dit jaar 52.1%) geeft dit percentage in absolute zin per school per district, een vertekend beeld. Voor een beleid gericht op de verbetering van de toetsresultaten wordt hierbij aanbevolen:
1) De landelijk gemiddelde toetsresultaten te blijven publiceren
2) De gemiddelde toetsresultaten per district te blijven publiceren
3) Over te gaan tot het publiceren van de toetsresultaten per district, per school.
Bij de toepassing van ad 3 zal aan het licht komen aan welke basisscholen in alle districten beleidsmatig meer aandacht moet worden gegeven.

R.D. Neslo