Stichting 8 December voelt zich versterkt door IACHR
04 Aug 2016, 00:43
foto


De eisen en oproepen van de Stichting 8 December 1982 om geen anti-democratische wetten aan te nemen, worden door de laatste verklaring van de Inter-Amerikaanse Commissie voor Mensenrechten (IACHR) onderstreept. De regering-Bouterse waarvan de president zelf hoofdverdachte is in het 8 decembermoordenproces bemoeilijkt de rechtsgang, omdat zij belanghebbende is en bereid is elke grens die de trias politica haar onafhankelijkheid kenmerkt, zal blijven overschrijden.

Dit zegt de voorzitter van de stichting, Sunil Oemrawsingh. Met het inzetten van de Amnestiewet in 2012, artikel 148 van de Grondwet en de vele publieke verbale beschuldigingen naar de overleden slachtoffers van 8 december 1982 en de nabestaanden, polariseert zij de samenleving verder, zegt Oemrawsingh. De zelfamnestiewet van 2012 wordt door het IACHR gezien als een poging om immuniteit te consolideren voor mensenrechten schendingen gepleegd tijdens de militaire periode (1982-1992) in Suriname. De uitzonderingen zijn verwijderd uit de Amnestiewet van 1992, die van toepassing waren op misdaden tegen de mensheid en oorlogsmisdaden.

De externe krachten die verdachten die bestuurlijke en politieke macht hebben schuwen niet om in de groep van nabestaanden enkelen los te weken en te misbruiken voor hun voortdurende ondermijning van de rechtsstaat. In plaats van de Krijgsraad het onderzoek te laten plegen en elke verdachte zijn onschuld te laten bewijzen met als mogelijkheid van hoger beroep, wordt de samenleving volgens de voorzitter van de stichting verder gepolariseerd. "Het 'wij en zij' denken, zoals verwoord na de moorden van 1982 door de bevelhebber D.Bouterse met 'het waren zij of wij, en wij hebben eerder geschoten' plaatst groepen in onze samenleving met de rug tegen elkaar."

Liegende Staat
De regering-Bouterse heeft weinig op met de mensenrechten. Zij schuwt volgens Oemrawsingh zelfs niet onwaarheden te verklaren tijdens de onlangs gehouden 25e sessie van de Universal Periodic Review (UPR) van de VN- Mensenrechtencommissie in Genève. Bij haar verslag zei minister Jennifer van Dijk-Silos dat het strafproces niet gehinderd wordt. De stoel van de minister was nog warm toen artikel 148 van de Grondwet werd toegepast om het strafproces te proberen te stremmen, als zou er sprake zijn dat de staatsveiligheid onder vuur was. "Het is onacceptabel dat ons land op deze manier internationaal wordt neergezet als 'Liegende Staat' aangesloten onder andere bij de Organisatie van Amerikaanse Staten en de Verenigde Naties".

Pas als de rechterlijke pendule aan de kant van de verdachten zwaait is de rechterlijke macht goed. Naast de toepassing van 'niemand staat boven of onder de wet' is het ook een kwestie van menselijke waardigheid. Omdat de 15 mannen in 1982 samen met het Surinaamse volk terugkeer eiste van de democratie en herstel van de rechtsstaat, zagen onder andere de verdachten de oplossing in hen in de nacht van 7 op 8 december van bed te lichten, hun vrouw en kinderen huilend en gedesillusioneerd achterlatend, over te brengen naar het Fort Zeelandia en hen te martelen, vernederen, vals te beschuldigen en uiteindelijk beestachtig te vermoorden, stelt Oemrawsingh.
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May