Handen af van de rechtsstaat... geldt voor iedereen

De rechtsstaat is van niemand en behoort tegelijkertijd aan ons allen. De Surinaamse rechtsstaat heeft sinds de voormalige advocaat-generaal (tot 2004) als officier van justitie werd aangesteld en kennelijk nog een tijd daarvoor, tot heden, een eigenschap waarover regelmatig advocaten en anderen het licht laten schijnen maar waarmee weinig wordt/ is bereikt.

Twee voorbeelden om die eigenschap te kenmerken. In het boek van mr. dr. Raghoebarsingh welke in 2007 verscheen werd onder andere notitie gemaakt van de houding van de toenmalige minister van Justitie en dat hij een uitspraak deed op een bijeenkomst van zijn politieke partij waarbij er dingen werden gezegd in de trend van “deze zaak zullen ze nooit winnen.”

En het artikel van een advocaat die in 2015 aangaf dat er sprake zou zijn van “geïnstitutionaliseerde corruptie op het Openbaar Ministerie.” Dat zijn via twee verschillende pijlers waarbij waarschijnlijk politiek gestuurd wordt in de Surinaamse rechtsstaat. En ook vanuit een andere hoek bekeken; dé uitspraken van rechters waarbij een opvallend stramien te zien is.

In een rechtsstaat is het belangrijk dat de rechters de bevolking van die rechtsstaat voldoende vertegenwoordigen. En wanneer dat niet zo is of kan zijn geldt voor de zittende magistratuur nog steeds de alertheid om de meest fundamentele algemene en bijzondere rechtsbeginselen hoog in het vaandel te houden. Om twee te noemen, de onafhankelijke en onpartijdige rechtspraak. De Surinaamse rechtsstaat heeft als plicht om in al haar pijlers erop te zien dat de eed die wordt afgelegd bij het betrekken van het ambt op de juiste manier wordt begrepen. De Surinaamse maatschappij heeft recht op rechtvaardigheid.

Mr. Indira van der San