Kanhai heeft zijn verontrusting geuit tegen cliënt Bouterse
16 Jun 2016, 00:01
foto
Advocaat Irvin Kanhai (archieffoto)


Raadsman Irvin Kanhai heeft aan zijn cliënt Desi Bouterse, die ook president is, te kennen gegeven dat hij verontrust is over het terzijde stellen van artikel 1 van de gewijzigde Amnestiewet van 2012. "Hoe de regering dit probleem, waarbij de balans tussen de machten verstoord is, gaat oplossen, daar bemoei ik mij niet mee als advocaat. Maar ik heb wel mijn verontrusting geuit. Donderdag heb ik weer een onderhoud met mijn cliënt, waar ik zijn mening zal aanhoren," zegt Kanhai in gesprek met Starnieuws.

Het tussenvonnis van de Krijgsraad uitgesproken op 9 juni is nog niet op schrift beschikbaar gesteld. Kanhai hoopt in de loop van de dag erover te kunnen beschikken. Hij geeft aan dat het om een tussenvonnis gaat waarop er geen beroep mogelijk is. Kanhai vindt het een gevaarlijke zaak wanneer de rechter delen van een wet buiten beschouwing laat. "De Krijgsraad is niet bevoegd de wet te toetsen en kan niet stellen dat in bepaalde gevallen een gedeelte van de wet buiten beschouwing wordt gelaten," zegt Kanhai. Dit heeft volgens hem niet te maken met interpretatie van de wet. Wanneer de rechter willekeurig de wet toepast, weten de uitvoerende macht en de wetgevende macht niet meer hoe met de innerlijke waarde van de wet wordt omgegaan door de rechterlijke macht.

Kanhai blijft erbij dat er een ernstige situatie is ontstaan. Het Openbaar Ministerie heeft de 8 decemberzaak nooit willen vervolgen. Er is toegestaan dat een verdachte president van het land kan worden. "En nu wil men overgaan tot vervolging van een persoon die president van het land is. Anderen die moord hebben begaan, hebben amnestie gekregen. Zij zijn ook niet vervolgd. Nu wil men optreden tegen de persoon die president van het land is. De Amnestiewet wordt selectief toegepast en artikel 1 wordt buiten werking gesteld. Dit is verregaand en levensgevaarlijk," zegt Kanhai. Hij benadrukt dat hij als advocaat zijn bezorgdheid heeft geuit. "Tot daar gaat mijn verantwoordelijkheid," stelt Kanhai.

Artikel 1 Amnestiewet
Artikel 1 lid 1 van de Amnestiewet is op 4 april 2012 als volgt gewijzigd:

In artikel 1 lid 1 wordt de zinsnede: "Amnestie wordt verleend aan degenen die in het tijdvak aanvangende op 1 januari 1985 en eindigend op de datum van inwerkingtreding van deze Wet" wordt vervangen door:

"Amnestie wordt verleend aan degenen die in het tijdvak aanvangende op 1 april 1980 en eindigende op 20 augustus 1992:"

Onder verlettering van de onderdelen a, b, c en d in de Amnestiewet 1989 wordt een nieuw onderdeel a toegevoegd luidende als volgt:

a. Strafbare feiten hebben begaan en/of daarvan worden verdacht en/of zijn gedagvaard in het kader van verdediging van de Staat en/of omverwerping van het wettig gezag;

Na het nieuw onderdeel "e" worden twee nieuwe onderdelen "f' en "g" toegevoegd luidende als volgt:

f. die in het kader van het conflict in het binnenland en/of de gebeurtenissen in december 1982 en/of andere met de leden a en b in verband staande conflicten in de periode 1 april 1980 tot en met 20 augustus 1992 strafbare feiten hebben begaan en/of daarvan worden verdacht zoals bedoeld in de onderdelen a, b, c, d en e;

g. als verdachten zijn aangemerkt en als zodanig zijn gedagvaard in verband met feiten gepleegd op 7, 8, en/of 9 december 1982 zoals omschreven in de dagvaarding in verband met de artikelen 347, 348, 349 c.q. artikel 72 lid 2 en artikel 360 e.v. van het Wetboek van Strafrecht.
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May