De Grondwet en de Rechtsstaat
16 Jun 2016, 00:38
foto


Op 6 juni jl. heb ik ter ere van het 15 jarig bestaan van Sewcharan Advocaten een inleiding gehouden over het onderwerp Het spanningsveld tussen recht en samenleving. Het is wellicht nuttig een aantal zaken dat daarbij aan de orde is geweest naar voren te halen en zal hier en daar nog wat uitweiden i.v.m. de actualiteit. Ik ben uitgegaan van de standaardopvatting dat het recht probeert de samenleving te ordenen en een rechtvaardige oplossing te bieden voor conflicten. Wetten hebben dat veelal tot doel en dat is een goede zaak, omdat de burgers het liefst in een geordende samenleving wonen. Burgers voelen zich het prettigst wanneer er in een samenleving ook sprake is van de Rule of Law. Dat betekent letterlijk dat de wet oftewel het recht regeert. In het Nederlands wordt het begrip Rechtsstaat gebruikt voor deze ideale situatie.

Rechtsstaat
Volgens het Koenen Woordenboek is de Rechtsstaat een “staat waarin het recht gehandhaafd wordt en de (politieke) macht niet het recht schendt”. Professor Michel Rosenfeld stelt in zijn artikel The Rule of Law and the Legitimacy of Constitutional Democracy (Southern California Law Review, Vol. 74, 2001) dat “de Rule of Law de hoeksteen is van de huidige constitutionele democratie”. Hij geeft ook aan dat er sprake is van de Rule of Law wanneer aan tenminste drie zaken is voldaan. Ten eerste moet de staat haar burgers alleen onderwerpen aan wetten die publiekelijk bekendgemaakt zijn. Ten tweede moet de wetgevende macht gescheiden zijn van de rechtsprekende macht. En ten derde dient duidelijk te zijn dat de wet voor iedereen geldt en dus niemand boven de wet staat. Uiteraard dienen de wetten daarbij draagvlak (consent) te hebben in de samenleving, zodat ze als legitiem ervaren worden.

Het begrip Rechtsstaat is een Duits woord en komt voort uit het Duitse filosofische denken. Vanuit dat denken is het recht onlosmakelijk verbonden met de Staat, die het enige legitieme kanaal is die macht kan uitoefenen. Maar alles wat de Staat zelf doet moet ook gebonden zijn aan datzelfde recht; de Staat moet dus werken vanuit vaste rechtsbeginselen en niet vanuit machtsbeginselen. De Staat mag zelf dus niet handelen buiten dat recht. De Duitse filosoof Immanuel Kant heeft dit gedachtegoed helpen formuleren. Volgens hem dient de Staat dus ook een legale Staat te zijn en de legitimiteit van de Staat moet niet gedreven worden door belangen of door wat zij als goed ziet, maar door wat rechtvaardig en eerlijk is. Elke burger moet als een vrije persoon en op gelijkwaardige voet behandeld worden. En volgens Kant is de wetgever verplicht “om de wetten zodanig te maken dat ze als het ware gemaakt hadden kunnen zijn door de gezamenlijke wil van de hele natie, waarbij men elke burger behandelt alsof deze het eens is met de algemene wil. Dit is de toets van rechtvaardigheid van elke publieke wet.”

Sommige wetten zijn onrechtvaardig
Wetten moeten dus primair eerlijk en rechtvaardig zijn en gedragen worden door de samenleving. De wetgever moet daarbij het algemeen belang scherp voor ogen houden en niet zwichten voor enge persoonlijke en groepsbelangen. Ik heb in de lezing voorbeelden gegeven van vele onrechtvaardige wetten, die door overheden zijn gemaakt. De wetten die het Duitse parlement heeft geslagen om Joden te discrimineren en te vervolgen in de jaren dertig van de vorige eeuw, waren door een meerderheid aangenomen in dat parlement. Maar het waren wetten die door de Nazi partij waren geïnitieerd om de Joden te vernietigen. In het parlement zaten veel aanhangers van de Nazi partij die alles deden wat Adolf Hitler en de grote partijbonzen opdroegen. Er zijn zo een 400 wetten en staatsbesluiten tegen de Joden uitgevaardigd. Met de wet in de hand werd het Joden verboden om ambtenaar te zijn en werden ze ontslagen. Uiteindelijk zijn zes miljoen Joden door de Duitse staatsterreur vermoord.

In Zuid Afrika was er ook een gekozen regering en parlement die allerlei Apartheidswetten sloegen om de zwarte mensen te onderdrukken. Miljoenen zwarten werden gedwongen om te verhuizen naar 10 thuislanden, zodat er officieel geen zwarte meerderheid was die overheerst werd, maar een legitieme blanke meerderheid. In de Verenigde Staten waren er ook vele discriminerende wetten tegen de zwarte bevolking en tot 1967 waren gemengde huwelijken in sommige staten nog officieel verboden. In al deze drie gevallen –en er kunnen makkelijk nog tientallen andere gekozen worden- heeft de officiële overheid wetten geslagen. Maar het is duidelijk dat vele van deze wetten niet eerlijk en rechtvaardig waren. Vele burgers zijn dan ook terecht in opstand gekomen tegen zulke wetten en tegen zulke overheden. Het zijn vaak voorgangers geweest zoals bisschop Desmond Tutu in Zuid-Afrika en dominee Martin Luther King in de VS, die in de voorste gelederen van het protest liepen. Zij zeiden niet de overheid is door God ingesteld en daarom moeten we alle wetten gehoorzamen en doen wat de president zegt. Zij toetsten de wetten aan rechtvaardigheid en kwamen tot een heel andere conclusie. Wanneer de overheid een onrechtvaardige wet maakt dan is protest gerechtvaardigd.

Amnestiewet
Ook Suriname heeft vele wetten gekend in de koloniale tijd die onrechtvaardig waren, waar slaven zelfs geen enkel recht hadden. Moesten de slaven het onrecht maar nemen en niet weglopen? Contractarbeiders kregen om het minste en geringste boetes en straf. Wanneer mensen dus stellen dat elke wet gehoorzaamd moet worden dan kan dat nooit blinde gehoorzaamheid betekenen. De vakbeweging heeft veel strijd moeten leveren om wetten te krijgen die meer bescherming aan de werknemers bieden. Dat is echt niet vanzelf gekomen. De Amnestiewet van 2012 is geen wet die in een Rechtsstaat aangenomen had mogen worden. Deze wet gaat niet om eerlijkheid en rechtvaardigheid en is niet getoetst aan de publieke opinie, maar is doorgedrukt door de jaknikkers in De Nationale Assemblee van de partij van de president en een aantal coalitiegenoten. De Amnestiewet voldoet niet aan de criteria van Immanuel Kant, want het is puur vanuit een belangenconceptie ingegeven. Dat was toen al duidelijk vanwege het feit dat de wet met een sneltreinvaart door de National Assemblee is gejaagd en is afgekondigd, terwijl allerlei andere belangrijke wetten jaren blijven liggen.

De Amnestiewet laat de daders van de moorden van 8 december 1982 op 15 opposanten van het toenmalige regime vrijuit gaan. Ze verschoont ook de daders van de Tamanredjomoorden van maart 1987, waarbij 3 politiemannen ernstig mishandeld en daarna vermoord zijn. Hetzelfde geldt voor de moord op politie-inspecteur Herman Gooding op 5 augustus 1990, die bezig was met het onderzoek naar de Moiwana moorden op meer dan 40 mannen, vrouwen en kinderen. En men geeft amnestie voor de moord op Piko Sabajo en 3 andere jonge mannen, die in februari 1990 in voorarrest waren bij de Militaire Politie. Zo een wet hoort niet thuis in een Rechtsstaat. Machthebbers hebben helaas de neiging om het Staatsapparaat te misbruiken voor hun eigen belang en voor groepsbelangen. Dat blijkt niet alleen uit de Amnestiewet, maar ook uit de vele grove corruptieschandalen waar nauwelijks tegen opgetreden wordt. Bepaalde wetgeving wordt heel bewust tegengehouden en machthebbers beschermen zichzelf en hun vrienden tegen vervolging.

Er is geen constitutionele crisis
De hoogste wet van een land is de Grondwet en die dient vaak als referentie voor de andere wetten. De president zweert gehoorzaamheid aan de Grondwet (art. 93). Ook de leden van De Nationale Assemblee zweren gehoorzaamheid aan de Grondwet (art. 65). Volgens de Grondwet mocht de Amnestiewet niet tot stand komen, omdat het ingreep in een lopende rechtszaak. Het is inmiddels gebleken dat door de Amnestiewet het 8 decemberproces, dat in april 2012 tegen zijn einde liep, door aanname van deze wet vrij abrupt gestopt is, wat dus heel helder aantoont dat wel degelijk in een lopend rechtsproces is ingegrepen. In artikel 131 lid 3 van de Grondwet staat elke inmenging inzake de opsporing en de vervolging en in zaken bij de rechter aanhangig, is verboden. Dus met de aanname van de Amnestiewet hebben de 28 Assembleeleden die vóór de wet hebben gestemd hun belofte om de Grondwet gehoorzaam te zijn verbroken. Ook de president heeft door het tekenen van de wet zijn belofte verbroken.

Echter hebben de rechters de rechtszaak vanwege de onduidelijkheid rond de Amnestiewet indertijd niet gestopt, maar opgeschort en de regering de gelegenheid gegeven om het Constitutioneel Hof in het leven te roepen. Dat Constitutioneel Hof kon dan de Amnestiewet toetsen aan de Grondwet. Het Constitutioneel Hof had al sinds 1975 opgericht moeten worden, maar elke regering heeft het uitgesteld. Na vier jaar wachten heeft de rechterlijke macht nu aangegeven dat zij de Amnestiewet niet meenemen in de rechtszaak, maar dat de rechtszaak wel afgerond moet worden. In art. 137 van de Grondwet staat namelijk dat Voor zover de rechter in een concreet aan hem voorgelegd geval toepassing van een bepaling van een wet strijdig oordeelt met een of meer der in hoofdstuk V genoemde grondrechten, verklaart hij die toepassing voor dat geval ongeoorloofd. Tot die grondrechten hoort o.m. het recht op leven, het recht op persoonlijke vrijheid en veiligheid, en het recht op rechtsbescherming. Bij gebrek aan Constitutioneel Hof heeft de rechter dus van dit wetsartikel gebruik gemaakt om de hele discussie daarover terzijde te schuiven. De rechter heeft de Amnestiewet dus niet zelf getoetst, zoals sommige juristen ons willen doen geloven, maar de rechter maakt gebruik van een voorziening in de Grondwet.

Kortom de rechter heeft hierdoor geen grondwettelijke crisis veroorzaakt, zoals de president beweert, maar juist die crisis vermeden en zich netjes aan de Grondwet gehouden. De president daarentegen had in 2012 moeten bedenken dat hij en de 28 DNA-leden tegen de Grondwet handelden. Hij had dat ook al bij de coup van 1980 moeten bedenken, want die coup was absoluut tegen de Grondwet. En hij had het zeker als verantwoordelijke regeringsleider moeten bedenken op 8 december 1982. Maar nu is de president plotseling roomser dan de paus. Kennelijk is dit de inleiding van een nieuwe poging om het inmiddels weer lopende rechtsproces te verstoren. In 1980 was de president een onbekende sergeant in het leger, maar thans is hij staatshoofd en kijkt de hele wereld mee of de Rechtsstaat overeind wordt gehouden dan wel onderuit wordt gehaald.

Prof. dr. Marten Schalkwijk
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May