Toekomst van Suriname doet mee aan immigratie expo

De expositie ‘Kalá Ká Anubhava’ (ervaring van kunst) is donderdagavond geopend in het Lalla Rookhgebouw. De vierdaagse expo is onderdeel van de jaarlijkse herdenkingsactiviteiten rond de Hindostaanse Immigratie, van de Nationale Stichting Hindostaanse Immigratie (NSHI). De expo is bedoeld als platform voor kunstenaars van Hindostaanse kom-af, als deel van de Surinaamse bevolking, zegt NSHI-voorzitter Farid Ketwaru aan Starnieuws.

Naast vijf ervaren kunstenaars, stellen elf leerlingen hun werken tentoon. Het zijn jongeren tussen 12 en 15 jaar, uit de gevorderde groep die bij Anand Binda, Tapasia Daryanani en George Ramjiawansingh les volgen. “Het zijn wel Hindostaanse kunstenaars, maar de jongeren op hun tekenscholen bestaan uit een complete etnische mix. Dit is duidelijk te zien op deze expo: de toekomst van Suriname”, zegt Ketwaru. De NHSI viert en herdenkt rond 5 juni het feit dat de contractarbeiders naar Suriname zijn gekomen. Zij hebben in een onzekere periode gekozen voor een wildvreemd land. Vele van hen hebben het toch hun vaderland gemaakt, geeft de voorzitter aan. “Ik denk niet dat het verkeerd is om te zeggen dat we deze groep dan even lichten uit het geheel. Binnen de gedachte van eenheid in verscheidenheid is het juist van belang dat wij dit doen. Elke groep in Suriname zou dan moeten doen, zonder zich ervoor te schamen.”

De kunstenaars Binda en Ramjiawansingh zijn de initiatiefnemers van Kalá Ká Anubhava. Het is hun zesde gezamenlijke expo in verband met de immigratieviering en hun derde keer in samenwerking met de NSHI. “Wij proberen steeds de jeugd te betrekken en hun op een jonge leeftijd al kennis te laten maken met de kunstwereld”, licht Binda de deelname van de jongeren toe. “De Hindostaanse immigratie heeft bijgedragen aan de Surinaamse kunstontwikkeling. Deze bijdrage en onze investering in de Surinaamse jeugd tonen wij tijdens de expo.” Binda benadrukt de jeugd anders denkt, dan de ‘oude generatie’ kunstenaars. “De jongeren hun roots liggen volledig in Suriname, zij hebben geen link met de immigratie.” De leerlingen zijn daarom vrijgelaten om hun eigen onderwerp te schilderen. Sommige van hen hebben toch een link met de Hindostaanse cultuur gemaakt.

Voor de 14-jarige Candice Texeira is dit de eerste expositie, buiten de kunstschool om. Zij volgt al vijf jaar les bij Daryanani en heeft speciaal voor de expo ‘Flowers & Butterflies’ geschilderd. Op de eerste avond kreeg zij al veel vragen over haar techniek en onderwerp. “Ik vind het een grote eer om mee te doen. Dit is precies wat ik verwachtte van een expositie.” Daryani exposeert met drie werken, waarvan zij twee speciaal voor de Kalá Ká Anubhava schilderde. Zij vindt het werk van de collega’s zeer gevarieerd. “De expositie zit vol verschillende stijlen en schildertechnieken. En ik vind het bijzonder dat de jongeren hier een kans krijgen om hun werk te laten zien. Het motiveert hen.”

Voor Binda en Ramjiawansingh is dit hun laatste deelname. Zij trekken zich als de oudere participanten terug, maar blijven wel bij de organisatie betrokken. Bij de vierde Kalá Ká Anubhava, in 2017 zullen zij zoveel mogelijk de nieuwe generatie en opkomende kunstenaars hun werken laten exposeren.

De NSHI organiseert zaterdag een Sangit ki Rát, een avond vol culturele optredens op het achterterras van de Lall Rookh complex. Zondag leggen de leden samen met de jongerenvereniging Nauyuga bloemen bij de twee immigratiemonumenten. Hierna wordt het Lalla Rookh Museum geopend door vicepresident Ashwin Adhin. Dit museum is vanaf maandag, een week lang gratis toegankelijk voor het publiek. De expositie Kalá Ká Anubhava is tot en met zondag open.