Psychiater verklaart dat verdachte niet lijdt aan stoornis

De zaak tegen verdachte C.Y.W. die zijn aannemer Chen Xing Bing door meerdere schoten van het leven beroofde aan de Gompertstraat, heeft gisteren wederom gediend voor rechter Cynthia Valstein-Montnor. Tijdens de behandeling werd psychiater Rudie Dwarkasingh als getuige-deskundige gehoord. Eerder had hij zijn bevindingen over de verdachte in een rapport vastgelegd en concludeerde hij dat de man niet lijdt aan een stoornis van geestesvermogens en dat het feit hem volledig kan worden toegerekend.

Op de daarop volgende zitting had de verdachte aangegeven dat hij nog last zou hebben van een aanrijding welke zou hebben plaatsgevonden in 1990. Ook verklaarde de verdachte op een eerdere zitting dat hij weleens een stemmetje hoorde. De getuige-deskundige bleef bij zijn bevindingen in het uitgebrachte psychiatrisch rapport en zei dat de verdachte op het moment van het plegen van de strafwaardige handeling ontzettend boos moet zijn geweest. De verdachte kon op de voorgaande zitting niets anders verklaren dan dat hij erg boos was op het slachtoffer Chen Xing Bing, omdat hij teveel zand had geleverd. Ook het feit dat Chen zijn vrouw bij de arm zou hebben gehouden met de kennelijke bedoeling haar te slaan, maakte hem boos. Dat was voor hem de reden op het slachtoffer te schieten met een illegaal vuurwapen welke bij de kassa was.

Officier van Justitie Gloria Stirling was van oordeel dat dit een nieuwe verklaring was die nergens ondersteund werd in het dossier. Zij vroeg daarom aan de getuige-deskundige of de verdachte bij hem ook verklaard had dat hij het illegale wapen boven was gaan halen. Hierop antwoordde Dwarkasingh bevestigend. Op verdere vragen van de vervolging zei de getuige-deskundige dat het intelligentieniveau van verdachte als normaal kan worden ingeschat en dat hij als winkelier al dertig jaar handel drijft. Rechter Valstein stelde de verdere behandeling van de zaak uit voor een descante op 13 juni, waarbij er een reconstructie zal worden gehouden, met onder andere getuigen en de Forensische Opsporing. Daarna komen zowel verdediging als Openbaar Ministerie weer aan het woord.