Versnellen van rechtspraak in Suriname stond centraal?
27 Feb 2016, 12:46
foto


Wij leven in een wereld waarin bedrieglijke schijn en werkelijkheid soms ternauwernood van elkander te onderscheiden zijn, aldus een uitspraak van een markante gewezen politicus. Het Hof van Justitie heeft op vrijdag 27 november 2015 onder andere beslist dat de Procureur-Generaal (P.G.) de vervolging dient voort te zetten tegen de beklaagden Desiré Bouterse en 25 anderen. Naar aanleiding van dit vonnis is een artikel mijnerzijds verschenen op Starnieuws van zaterdag 5 december 2015 onder de kop 'Vertrouwen in rechtsstaat nog steeds aanwezig'.

Omdat het Hof ook had beslist, dat de P.G. het onderzoek ter terechtzitting zal doen hervatten in de stand waarin het zich bevond voor de schorsing, ten aanzien van de eerder genoemde beklaagden, heeft het Openbaar Ministerie hieraan gevolg gegeven en zal op 4 maart 2016 een aanvang hiermee worden gemaakt. In mijn artikel van 7 december j.l. had ik onder meer gezegd “dat bij dit vonnis er geen sprake is van yorka-supu, maar de zwarte piet wordt door het Hof weer op het bord van de auditeur-militair en/of de Krijgsraad gelegd” met een duidelijke boodschap.

In tegenstelling tot de belanghebbenden heeft deze zaak mijn bijzondere belangstelling als bestuurskundige, om te zien hoe in een rechtsstaat de rechtsstatelijkheid wordt gehandhaafd in een samenleving te vergelijken met een dorpsgemeenschap. Interessant, omdat toen de auditeur-militair rekwireerde laatstgenoemde gevorderd heeft dat de Krijgsraad de behandeling ter terechtzitting van deze strafzaak tegen de verdachten met een jaar moest uitstellen.

De auditeur-militair heeft toen zijn verzoek gegrond op de omstandigheden dat hij niet tot zijn strafeis kan overgaan nu het, door het van kracht zijn van de Amnestiewet van 2012, nog niet vaststaat of het Openbaar Ministerie wel of niet ontvankelijk is. Ondanks het constitutioneel-rechtelijke vraagstuk met betrekking tot artikel 131 lid 3 van de Grondwet niet opgelost is, zal de auditeur-militair in opdracht van het Hof moeten overgaan tot het houden van zijn requisitoir.

Nu de wetgever geen beperkingen heeft gesteld aan de bevoegdheid van het Openbaar Ministerie om het requisitoir zelfstandig te formuleren, heeft de auditeur-militair geen andere mogelijkheden, dan met inachtneming van de vigerende wettelijke regelingen over te gaan tot zijn bevinding. Veel smaken heeft hij daarbij niet, hetzij herhaling van zijn eerder ingenomen standpunt, wat niet zou mogen, of zich niet ontvankelijk verklaren. Mocht hij toch een scheve schaats rijden en tot een strafeis overgaan, dan is de Krijgsraad aan zet om overeenkomstig de wet tot een ontslag van rechtsvervolging te besluiten. Dat vereist de werking van het systeem, het juridisch spel. Al het overige is gebabbel.

Eugene van der San
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May