Minowc ontruimd na waterschade; nepwerk aannemer

Het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (Minowc) is vanmorgen geëvacueerd. In het gebouw is er een aantal waterplassen dat, naarmate het regent, steeds groter worden. Enkele afdelingen staan onderwater. Er lekt water door het plafond naar binnen. Enkele panelen hebben het begeven. Er is instortingsgevaar. De schade aangericht aan het meubilair, documenten en werkmateriaal is aanzienlijk. Ook minister Robert Peneux heeft zijn werkkamer moeten verlaten.

Met hulp van het Nationaal Coördinatie Centrum Rampenbeheersing (NCCR) en het ministerie van Openbare Werken is het gebouw vrijgemaakt en zijn het nog niet aangetaste meubilair en de apparaten afgedekt. “Het plafond is aan het instorten, er is veel waterschade en dat komt door een aannemer die nepwerk heeft geleverd,” haalt Peneux aan terwijl hij de media rondleidt door de verschillende getroffen afdelingen. Peneux deelt mee dat het bedrijf ‘De Team’ al een jaar bezig is met renovatiewerkzaamheden. Er zou een modern dakconstructie worden geleverd. “Kijk wat voor rommel ze hebben geleverd,” zegt een geïrriteerde Peneux. “Ze waren bezig, soms zien we ze gewoon niet komen. Ze waren laatst nog op het dak een biertje aan het drinken en genieten. Dat is de situatie. Alle afdelingen hebben waterschade, alles is vernietigd.”

De evacuatie betekent niet dat het werk gestagneerd wordt, benadrukt Peneux. Er zal voorlopig van huis uit gewerkt worden. Er wordt uitgekeken naar een ander gebouw, geschikt en groot genoeg om de zeshonderd personeelsleden onder te brengen. Het gebouw heeft al jaren te kampen met onderhoudsproblemen. Houtluizen hebben vaker voor overlast gezorgd. “Het gebouw bestaat al zeventig jaar. We hebben elke keer beetje bij beetje gerenoveerd. We gaan na wat te doen want het heeft geen zin om te blijven lappen. We moeten gewoon uitkijken naar een nieuw gebouw.” Hoeveel schade er is aangericht, moet nog berekend worden. “Ik kan geen schatting maken want tegenwoordig in Suriname kan je niet zeggen wat de dingen kosten,” merkt Peneux op. “Ik hoor het wel van de technische mensen.”

René Gompers