De ambassadeursconferenties van 1981 en 1983
14 Feb 2016, 22:36
foto


De ambassadeursconferentie van 1979 is voor zover nagegaan kon worden de enige die heeft plaatsgevonden tijdens een regering die onder leiding heeft gestaan van een vertegenwoordiger van de traditionele partijen. Daarna hebben deze conferenties plaatsgevonden in periodes van een door de militairen geleide regering of door een bestuur dat voortgekomen is uit de boezem van de militairen. Achterhaald kon worden dat er na 1979 ambassadeursconferenties zijn gehouden in 1981, 1982, 1983, 1986, 1998, 1999 en 2012. In dit artikel zal ingegaan worden op de conferenties van 1981 en 1983.

1981
Op 18 juni 1981 werd te Albina de tweede ambassadeursconferentie gehouden, die als thema had: Buitenlandse Dienst en Ontwikkelingsbeleid. De ambassadeurs van alle zeven buitenposten waren aanwezig om omstandig geïnformeerd te worden inzake de ontwikkeling die in Suriname gaande was en tezamen met de deskundigen van het thuisfront in kaart te brengen hoe het buitenlands beleid gericht moest worden op de bevordering van de nationale ontwikkeling. Van belang was om te geraken tot een geïntegreerd geheel waardoor de activiteiten van de buitenposten altijd in overeenstemming moesten zijn met het interne Surinaams beleid.

In zijn openingstoespraak bracht de minister van Justitie en Buitenlandse Zaken, Harvey Naarendorp, hulde aan de Surinaamse diplomaten die onder moeilijke omstandigheden, maar met een grote mate van inzet en flexibiliteit Suriname in het buitenland uitdragen en bijdragen tot de ontwikkeling van land en volk. Naarendorp benadrukte dat op de conferentie de nadruk zou liggen op de 'inhoud van het nationaal ontwikkelingsbeleid'. Volgens Naarendorp was het zaak vooral know how te vinden en hulp die aansluit op onze eigen inspanningen. Onze diplomaten moeten inzien wat de problemen zijn en aangeven welke mogelijkheden beschikbaar zijn in een voortdurende evaluatie van hun werk tegen de-dag-tot-dag ontwikkeling in Suriname.

Wat wij zullen zijn is wat wij van onszelf hebben gemaakt
Op de conferentie benadrukte president Chin A Sen dat het een gebiedende eis is, dat het buitenlands beleid van de Republiek Suriname gericht en gesubordineerd diende te zijn aan de nationale ontwikkeling.Onze vertegenwoordigers in het buitenland dienen hun activiteiten continu te toetsen aan de vraag of deze bevorderlijk zijn voor de vergroting van de nationale welvaart van Suriname.
Suriname moet niet leven met de illusie dat andere landen klaar staan om ons te geven waar we recht op hebben. Chin A Sen 'wat we zullen hebben is, wat ze zelf zullen hebben opgebouwd; wat we zullen houden is, wat wij zelf kunnen verdedigen; wat we zullen krijgen is, wat wij zelf weten af te dwingen; en wat we zullen zijn is, wat wij van onszelf hebben gemaakt'.

Tegen de achtergrond van de zich opdringende linkse invloeden in het machtscentrum hechtte president Chin A Sen het van belang te verklaren dat “wij, het Beleidscentrum en de Regering, zijn geen utopistische ideologen en wij beseffen terdege dat ons land niet wordt opgebouwd met al of niet geïmporteerde loze kreten, holle klanken en leuzen….wij moeten lessen leren uit de bittere ervaringen in vele ontwikkelingslanden waar radicale avonturistische en utopistische ideologen die niet worden gesteund door het volk, hun land tot verpaupering hebben gebracht”.

Volgens Chin A Sen hebben radicaal-utopistische stellingen geen enkel praktisch nut en kunnen integendeel “de revolutie verlammen, frustreren en terugdraaien. Onze Surinaamse revolutie moet een realistische zijn, gebaseerd op onze eigen mogelijkheden en aspiraties”.
De president sprak zijn vertrouwen uit dat onze diplomaten de klassieke en essentiële taak van de diplomatie op uitstekende wijze zullen vervullen, nl. het vestigen en versterken van vriendschappelijke banden met alle andere landen met uitzondering van Zuid-Afrika. Hij drukte de diplomaten op het hart dat Suriname geen enkele baat heeft bij het maken van vijanden. Daarmee zou onze nationale veiligheid zeer slecht gediend zijn.

1983
In juni 1983 werd in het NAKS complex op Leydorp de vierde ambassadeursconferentie gehouden, waarvan het thema was: Nationale Veiligheid en Vernieuwing van de Buitenlandse Politiek. Deze conferentie vond plaats in de periode van Errol Alibux, die beschouwd kan worden als de meest felle anti-Nederlandse premier en minister van Buitenlandse Zaken die Suriname heeft gekend. Voorafgaande aan de ambassadeursconferentie had Alibux de pers medegedeeld dat de vernieuwing van de buitenlandse politiek van doen had met de in een stroomversnelling geraakte samenwerking met Brazilië en de belangrijke rol die onze zuiderbuur nu zou innemen in onze buitenlandse relaties. Ook zei hij dat het ambassadeursoverleg in de toekomst frequenter zou plaats vinden zodat de Surinaamse vertegenwoordigers in het buitenland meer dan ooit dienstbaar konden zijn aan het 'Revolutionair Proces'.

Nederland enige vijand
In zijn toespraak tot de conferentie zei Alibux dat de wereldconditie rijp was voor het Surinaams proces dat onze diplomaten zullen moeten uitdragen. Hij hield de diplomaten voor dat “internationaal bezien Nederland de enige vijand is van Suriname”... onze revolutionaire politiek heeft Nederland een tweede nederlaag bezorgd, de eerste leden zij in Indonesië“. “Mijne heren ik verlang niet alleen van u maar ik geef u als instructie mee, om helemaal geen contact te hebben met Nederland”. Aan onze ambassadeur in Den Haag zouden speciale instructies worden gegeven.
Onder onze vrienden onderscheidde Alibux twee categorieën. Tot de eerste categorie behoorden de vrienden die dichtbij ons zijn, zoals Brazilië, dat regionaal bezien “ het enige land is dat ons rust en veiligheid kan garanderen en ons de gelegenheid geven onze Revolutie uit te bouwen”. Tot de tweede categorie behoorden onze vrienden die veraf zijn.

Hij benadrukte dat het Surinaams volksbelang altijd nummer 1 staat en dat “moet ook voor u in het buitenland gelden. De Nationale Veiligheid ligt ook in uw handen. U hebt de taak alles door te geven aan het hoofdkwartier in Paramaribo zodra u iets weet dat onze Nationale Veiligheid in gevaar kan brengen”. Suriname wenst geen onderdeel te worden van Oost- West tegenstellingen. De “Revolutionaire Onafhankelijkheid van Suriname moet door u verder worden uitgedragen.
Alibux somde de vereisten op voor een diplomaat i.e. discipline, eenheid van denken en handelen en geen onderdanigheid ten opzichte van het buitenland. Als vertegenwoordiger van Suriname in het buitenland moet u geen eigen lijn volgen, moet u uitvoeren wat u door Paramaribo wordt opgedragen. Instructies moeten direct worden uitgevoerd wanneer deze u worden opgedragen. Er zou gewerkt worden aan een 'Diplomatieke Code' die betere uitleg zou kunnen geven aan wat de buitenlandse dienst inhoudt.

Hij gaf aan dat de diplomatieke dienst één van de belangrijkste diensten in ons revolutionair proces is. “Er zijn mensen die nog onbewust werken met ideeën uit de Koloniale periode. We zullen het geduld opbrengen hen te omvormen in de geest van de revolutie”. Voor mensen die werken met ideeën uit de koloniale periode is er geen plaats in het revolutionair proces, zei Alibux.
Hij waarschuwde de diplomaten die feest hadden gevierd toen zij hoorden van de couppoging van maart 1982. Die mensen waren volgens hem nog steeds in de diplomatieke dienst, maar zij “worden binnenkort ontslagen. Die mensen horen niet thuis in onze buitenlandse dienst”.

In zijn toespraak bracht Legerleider tevens voorzitter van het Beleidscentrum de recente ontwikkelingen waarmee Suriname geconfronteerd was naar voren en in het licht daarvan de noodzaak om te praten over nationale veiligheid. Suriname was een speelbal van het kolonialisme en Neo-kolonialisme waarbij de lokale elite het steunpunt was van de kolonisator. Met de staatsgreep in 1980 was dit systeem “in de wortels aangetast”. Volgens Bouterse was de enige eerlijke uitspraak van Nederlandse zijde ooit gedaan toen een Nederlandse bewindsman tegenover de Surinaamse minister van Buitenlandse Zaken opmerkte “wij weten geen raad met Suriname”. De strijd om de revolutie te beschermen voltrekt zich naar de mening van Bouterse nooit binnen een land alleen, de strijd moet gevoerd worden in nauwe samenhang met andere landen die dezelfde strijd voeren.

In deze geest wees Bouterse de ambassadeurs erop “moeten uw discussies dezer dagen gevoerd worden. Uw heeft een zware taak. Het is niet eenvoudig om Suriname in het buitenland te vertegenwoordigen onder deze omstandigheden. Er worden hoge eisen gesteld aan uw integriteit, aan uw bekwaamheid en vooral aan uw politieke overtuiging. Het is een goede tijd om in te leven, een periode waarin geschiedenis wordt gemaakt. Wij zijn onderdeel ervan en kunnen de instrumenten zijn om een grote en roemruchte geschiedenis te maken”

Geen amateurs in de diplomatieke dienst
Diplomaten zei de Griekse staatsman en orator Demosthenes (384 BC – 322 BC) eens “hebben geen oorlogsschepen tot hun beschikking of zware infanterie, hun wapens zijn woorden ….” De diplomatie is gegrondvest op dialoog en contacten; de oude Grieken die terecht worden beschouwd als de primaire architecten van de diplomatie en diplomatieke tradities hebben de diplomatieke vocabulaire termen nagelaten zoals: overtuiging, welsprekendheid, allianties, akkoorden, conventies en vrede. Het was dus ook zeer opmerkelijk dat de minister van Buitenlandse Zaken, Errol Alibux op 8 juni 1983 de Surinaamse diplomaten de instructie gaf niet met Nederland te moeten praten. Niet praten is een zeer ondiplomatieke attitude.
De geheime instructies die premier Alibux aan de toentertijd in Den Haag gestationeerde ambassadeur Henk Herrenberg heeft gegeven heb ik niet kunnen achterhalen. Ik heb er ook niet zo naar gezocht denkende aan een belangrijke Indiase les i.e Jo raaz hain unhe raaz hi rehne do (= wat het geheim ook is, laat het een geheim blijven).

Ongetwijfeld hebbende gehouden conferenties bijgedragen tot vergroting van de kennis en vaardigheden van onze diplomaten, maar helaas, die kennis en ervaring zijn niet bewaard gebleven voor Buza, vanwege het gegeven dat vanaf omstreeks 1990 een gestructureerde politisering heeft plaatsgevonden van het ministerie en de diplomatieke dienst. Iedere keer als na verkiezingen het politieke roer in Suriname omslaat, worden diplomaten vervangen om in de meeste gevallen niet of nooit meer te worden ingezet. Eenmaal thuis gekomen worden zij weggespoeld in de riolen van Paramaribo of zoals een oud ambassadeur mij vertelde “weggedrukt in het struikgewas achter op hun eigen erf”.

Het resultaat van de “one time policy for diplomats” is dat op Buza in de achterliggende twee tot drie decennia geen reservoir is opgebouwd van topdiplomaten. Daarbovenop is er ook niet consequent gewerkt aan kwaliteitsverbetering van de Surinaamse diplomatie. In eerdere publicaties is reeds opgemerkt geworden dat Suriname het spoor van professionalisering van de diplomatieke dienst al jaren bijster is. Er zijn geen specifieke standaarden bij de benoeming van diplomaten, er is helemaal geen sprake van een eerlijk en transparant selectieproces en er worden ook geen examens afgenomen om diplomatieke kennis en vaardigheden te toetsen. Voor Suriname geldt dat goede diplomaten gewoon uit de lucht komen vallen.
Onze presidenten en minbuza’s hebben niet willen beseffen dat de kracht en invloed van een land niet alleen door militaire factoren wordt bepaald. Intellectuele output en diplomatieke potenties zijn ook hele belangrijke elementen voor de kracht en invloed van een land. Een uiterst kundige leiding van de buitenlandse politiek van een land en een professioneel en geïnspireerd diplomatiek apparaat kunnen internationaal doelbewust gebruikt worden als een zelfstandige bron van invloed.

Er zijn meerdere ambassadeursconferenties geweest, te weten, in 1986, 1998, 1999 en 2012. Deze zullen in een over enkele maanden te verschijnen publicatie aan de orde komen. Vooruitlopend op deze publicatie kan worden opgemerkt dat de Surinaamse diplomatieke dienst aan een zware operatie toe is. De rotte delen en de imcompetenten zullen uit het lichaam verwijderd moeten worden, hoe langer de operatie wordt uitgesteld des te ernstiger zal het lichaam worden aangetast.

Rudie Alihusain
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May