Daal en Sabine, kunstenaars met grafische achtergrond
05 Nov 2010, 21:00
foto


De Nationale Kunstbeurs is in verschillende opzichten zeer verrassend. Behalve een fris beleid en de vernieuwde aanpak, is ook de kunstproductie op zich overrompelend. Tussen de massa zijn er uitschieters en het is goed om daar gezonde aandacht aan te besteden. De oplettende toeschouwer is het zeker opgevallen dat er twee kunstenaars zijn die beiden hun werk grafisch hebben opgelost met impasto; dikke onverdunde verf, puur uit de tube. Sabine Ensberg-Steinhoff en Ray Daal, meer bekend als Sabine en Daal.

Geen van beiden kunnen ze hun grafische achtergrond verbergen in de werken van NK 2010. Hun manier van oplossen en afwerken verraad die gewoon. Een sterk lijnenspel, meer het kenmerk van een goede tekenaar dan dat van een deugdzame schilder. Verschillende geometrische patronen die de dynamiek versterken. Niet meer dan drie, de heilige houvast in de grafische leer. Het eindresultaat is uiteindelijk een kunstwerk met schilderen als basis, grafisch afgewerkt.

Transparantie
De schilderijen van Daal ogen wel voller aan, omdat hij van het gehele vlak gebruik heeft gemaakt of beter gezegd over het gehele vlak heeft gewerkt. Sabine heeft misschien niet het hele oppervlak beschilderd, maar ze besteedt de rest van de ruimte wel indirect. De kunstenares maakt gebruik van de kracht van de ‘lege’ partijen om haar compositie te brengen waar ze die wil hebben. Haar figuren zijn omringd door het witte van haar drager en dat witte schijnt op bepaalde plekken ook door de verf heen. Daardoor hebben haar werken een luchtige en frisse doorschijnende uitstraling.

Daal daarentegen heeft ondoorschijnend en laag op laag gewerkt, waardoor zijn schilderijen zwaarder en dikker aanvoelen. Door zijn luchtige contouren en een goed gekozen contrast tussen de lichte en donkere partijen, heeft zijn werk toch een transparante flair, maar dan van een ander gehalte dan dat van Sabine.

Om te voorkomen dat haar werken geplakt op het platte vlak lijken, heeft Sabine op sommige plaatsen voor een harmonische en geleidelijke overgang gezorgd van verf naar drager, in plaats van een abrupte lijn die optisch voor een strakke grens zou zorgen. Zo geeft ze het oog van de toeschouwer het gevoel dat haar onderwerpen overgaan in haar dragers oftewel deel uitmaken van haar dragers.
Bij Daal kun je zien dat hij juist harde en scherpe grenzen aanbrengt tussen zijn figuren en de rest van het werk. Echter trekt hij zijn onderwerpen los van de achtergrond door middel van open patronen, waardoor hij voorkomt dat het schilderij een onsmakelijk massief karakter krijgt. Knap opgelost.

Het Ontstaan
Sabine werkt niet echt met een concept of studies. Ze begint en gaandeweg ziet ze wat het wordt. Er ontstaan ‘problemen’ in de compositie en kleurbotsingen, die lost ze op, totdat ze uiteindelijk haar werk af heeft. “Nee, als ik begin weet ik nog niet hoe het zal worden of hoe ik wil dat het moet worden. Ik begin gewoon, maar heb wel iets in mijn hoofd”. Ze keert zich om en wijst naar een van haar kleinere werken. “Bijvoorbeeld dit boslandcreoolse meisje. Ik zag haar op straat en vond het een prachtig gezicht. En ik dacht:’Hiervan wil ik een kunstwerk maken’ ”. De kunstenares neemt het beeld in zich op en maakt daar een kunstwerk van, met haar eigen beeldtaal en volgens haar eigen beleving. Dat is goed te zien in de golvende vormen en pittige primaire kleuren die niet natuurgetrouw zijn. Een trek van de fauvisten.

Bij Daal is het helemaal erg. Hij heeft niet eens iets in zijn hoofd als hij begint. “Kijk, ik heb nu wel even een kleinere ruimte ter beschikking om te werken. Daarom maak ik nu geen grote. Dat is wat het formaat betreft, maar wat het onderwerp betreft...”. Daal lacht sympathiek en vervolgt: ”Mijn gevoel speelt een belangrijke rol. Dat bepaalt alvast de kleur waarmee ik begin. En mijn gemoedstoestand bepaalt met welke kleuren ik verder ga. In deze fase ben ik bezig om zonder concept de verf op het hele doek aan te brengen, maar weet nog niet waar ik naar toe ga”.

Dan komt er een moment waarop de kunstenaar afstand van het werk neemt en iets probeert te herkennen. Daarna gebeurt het afwerken wel gericht om uiteindelijk het onderwerp uit het geheel te tillen. Daal geeft zijn suikerrietschilderij als voorbeeld. “Bij dit werk zag ik niets. Ik keerde het ondersteboven en zag ineens immigranten die suikerriet aan het sjouwen waren. Dat heb ik dan verder uitgewerkt”. Ondanks het trieste verhaal van de contractarbeiders, heeft Daal toch met fleurige niet-realistische kleuren gewerkt. Kennelijk voelde de kunstenaar zich blij en was evenals Sabine in een fauvistische mood.

(Hariandi Todirijo)

Sabine Ensberg-Steinhoff op de Nationale Kunstbeurs.
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May