Correctie artikel Theo Para

Van mr. Gerard Spong ontving ik een reactie op mijn artikel ‘Decembermoorden, misdrijven tegen de menselijkheid’. Naast zijn compliment – ‘Weer een goed stuk..’- gaf hij de volgende kritiek: ‘Er zit evenwel één onjuist standpunt in. Het gaat om de zinsnede: ‘Als hoofdverdachte voor de rechter onwaarheden verkondigt dan wordt hij strafrechtelijk gesanctioneerd voor meineed.’ Dit is helaas niet correct, aangezien een verdachte in zijn zaak in zowel het Surinaams als Nederlands strafprocesrecht niet onder ede wordt gehoord en bijgevolg geen meineed kan plegen bij het afleggen van een onware leugenachtige verklaring.

Dit is slechts anders indien een verdachte in een zaak van een medeverdachte als getuige (onder ede) wordt gehoord. In die hoedanigheid komt hem een verschoningsrecht toe. In de praktijk wordt daarvan gretig gebruik gemaakt.'

Ik volg de correctie van de strafrecht deskundige. De strafrechtelijke waarborgen voor waarheidsgetrouwe getuigenissen, met de dreiging van meineed bij het verkondigen van onwaarheden voor de rechter, gelden voor getuigen. Het intrekken van zijn leugenachtige verklaring op 9 december 1982 – ‘op de vlucht neergeschoten’- in het gerechtelijk vooronderzoek, heeft Desi Bouterse ook als verdachte afgelegd.

Theo Para