Twaalf maanden voor zussen in drugszaak

De zussen Sawbhagwatie J. (48) en Sardakoemarie J., (45) mogen van geluk spreken dat rechter Marie Mettendaf afgeweken is van de strafeis van officier van justitie, Reshmi Rathipal. Zij legde beide zusters elk twaalf maanden celstraf op, waarvan twee voorwaardelijk onder aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, met een proeftijd van drie jaar. Ze moeten elk ook een boete betalen van SRD 500, te vervangen door een maand hechtenis. De officier eiste een straf van vijf jaar onvoorwaardelijk, onder aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht en een boete van SRD 5000 of vijf maanden hechtenis.

De zussen hebben op 28 mei de Wet Verdovende Middelen overtreden. Zij waren door het BID-team op de Johan Adolf Pengel Internationale Luchthaven te Zanderij aangehouden. In twee koffers was in de kledingstukken bijkans 36 kilogram cocaïne verwerkt. De vrouwen kregen juridische bijstand van raadslieden Sadhna Dulam en Shefani Amirkhan.

Bij haar strafeis voerde Rathipal aan dat de zusters weloverwogen een bewuste keus gemaakt hebben. Zij zagen eerst af van het feit, maar zijn uiteindelijk toch overgegaan tot de daad. De officier merkt op dat er geen sprake kan zijn van misleiding. Dagelijks worden er in het nieuws drugszaken besproken. Dit gebeurt ook in het Sarnami, de taal die de zusters machtig zijn. Zij benadrukte dat het brutogewicht 36 kilogram was en dat het niet nagetrokken kan worden hoeveel gram cocaïne er exact verwerkt was in de kledingstukken. Zij achtte opzet tot uitvoer van de drugs bewezen.

De advocaten Dulam en Amirkhan voerden toen aan dat het exacte gewicht van de drugs niet vastgesteld kan worden en dat de strafeis van de officier veel te hoog ligt. De advocaten vonden de strafmaat onrechtvaardig. Amirkhan zei dat de verdachten bekend hebben het feit gepleegd te hebben. Zij hebben een goede proceshouding gehad. Beide zusters zijn ziek: ze hebben last van een hoge bloeddruk en suikerziekte. Dulam merkte op dat het evengoed om 1 kilogram drugs kan gaan. Ze vindt dat de officier gegokt heeft en haar strafeis gepresenteerd heeft. Ook voerde de advocaat aan dat beide zusters laag geschoold zijn en dat de informatie vanuit de media niet tot hen is doorgedrongen. Verder zijn zij misleid door de verstrekker die niet te vinden is.

Eerder op een rechtszitting had Sawbhagwatie J. verklaard dat zij vaak een man tegenkwam bij de supermarkt bij haar op de hoek. Op een gegeven moment benaderde de man haar om naar Nederland te gaan en zo de drugs te smokkelen. Zij wilde dit niet doen, maar door haar slechte financiële situatie besloot zij over te gaan tot het feit. De man vertelde dat hij alles zou regelen en dat zij en haar zus elk euro 7000 zouden krijgen. Afgesproken werd dat hij de drugs zelf zou aanleveren en dat het om een kilogram zou gaan. Een dag van tevoren haalde de man enkele kledingstukken van hen op en gaf hen de verpakte koffer vlak voor vertrek.

Mettendaf merkte op dat de zussen ongeacht hun situatie niet mochten overgaan tot dit feit, omdat problemen niet op zo een manier opgelost worden. De kantonrechter hoopt dat de zussen lering hebben getrokken uit deze handeling.

Wanita Ramnath