17 oktober: Internationale dag uitroeiing van armoede
16 Oct 2015, 10:28
foto
Opvang van vluchtelingen in Turkije.


De internationale dag voor uitroeiing van armoede staat jaarlijks op 17 oktober ter discussie en bewustwording over dit mondiaal vraagstuk. In 1992 werd door de Algemene Vergadering van de VN, 17 oktober uitgeroepen tot uitroeiing van de armoede (resolutie 47/196). Politieke leiders, Ngo's en internationale humane organisaties worden opgeroepen voor de strijd van uitbanning van armoede onder de minder draagkrachtigen van de bevolking. De onevenwichtigheid tussen armen en rijken in de wereld wordt steeds groter.

Volgens statistieken van de Wereldbank (2014) leeft de helft van de wereldbevolking met een gemiddeld inkomen van $ 2,50 per dag en 1,3 miljard in extreme vormen van armoede met minder dan $ 1,25 per dag. Volgens UNICEF en de UNHCR sterven 22.000 kinderen elke dag als gevolg van armoede en 805 miljoen mensen wereldwijd hebben niet genoeg voedsel om te eten. Het uitbreken van 15 conflicten in vijf jaar (2010-2015) in het Midden-Oosten (3), Afrika (8), Azië (3) en Europa (Oekraïne) heeft een extra dimensie gegeven aan het armoedevraagstuk, in de vorm van 60 miljoen vluchtelingen die strijden voor een beter leven, voornamelijk in Europa.

Definities en oorzaak van armoede
Eind 20e eeuw werd armoede gedefinieerd als de afwezigheid van een inkomen of onvoldoende inkomen om te voorzien in de dagelijkse levensbehoefte. Heden is armoede meer dan het ontberen van een inkomen of het niet beschikbaar hebben van voedsel. Armoede houdt ook in de afwezigheid van mogelijkheden (keuzes) voor een essentieel, gezond, creatief vrije levensstandaard en angst tot sociale uitsluiting en huis uitzetting.

De oorzaak van armoede is de kapitalistische productiewijze, waarbij het productieproces paradoxaal genoeg zowel armoede creëert als opheft. Dit is het gevolg van de ongelijke spreiding van kennis, macht en inkomen maar ook achterstelling en uitsluiting van kansarmen en marginale groepen. In veel staten leidt instabiliteit van de economie en onevenwichtig sociaal en demografisch beleid tot verval in armoede van de samenleving (Griekenland). Armoede treft families, samenleving en naties en is niet beperkt tot ontwikkelingslanden. In de V.S.A. o.a. leven 36 miljoen mensen onder de armoedegrens.

De onevenwichtige ontwikkeling tussen stad en platteland brengt de rurale-urbane migratie op gang. In steden van Latijns-Amerika, Afrika en Azië belanden de urbane armen in sloppenwijken (slums) zonder nutsvoorzieningen, riolering, gezondheidszorg en toegang tot onderwijs. Deze armen trachten te overleven in de (bazaar economie) informele sector. Bovendien zijn de sloppenwijken gelokaliseerd op risicogebieden die kwetsbaar zijn voor natuurrampen o.a. overstromingen en aardverschuivingen.

Dimensies van armoede
Het concept armoede heeft een aantal dimensies. Daar het voornamelijk betrekking heeft op relatieve verschijnselen, kan er ook een absolute inhoud aan gegeven worden bij het meten van de welvaart van de beroepsbevolking die onder de armoedegrens leeft. Internationale maatstaven zijn o.a. het Capita per Inkomen (CPI), de Koopkracht Vergelijking (PPP) en de Human Development Index (HDI). In de jaren tachtig van de vorige eeuw werd door de VN het CPI geïntroduceerd om de armoede in een land te meten. Het CPI wordt bepaald door het BNP van de staat te delen op de totale populatie. De grens werd door de VN vastgesteld op US$ 1650 per hoofd van de bevolking per jaar. Sedert 1993 wordt door de VN ook de HDI gehanteerd. De HDI determineert of een land ontwikkeld, in ontwikkeling of onder ontwikkeld is en of het economisch beleid invloed heeft op de kwaliteit van het leven. Dit houdt in de drie basis dimensies voor menselijke ontwikkeling: toegang tot onderwijs, gezondheidszorg en schoon drinkwater. In de jaren negentig van de vorige eeuw werd de Purchasing Power Parity (Koopkracht Pariteit ) maatstaf geïntroduceerd, een alternatieve manier om de koopkracht van twee landen te vergelijken. Het CPI van US $1400 in een Derde Wereld land heeft in vergelijking met Amerikaanse prijspijl een koopkracht van US $ 6200. Voor extreme vormen van armoede in de Derde Wereld hanteert de VN sedert 2005 een dagelijkse inkomen van U $ 2,50 per beroepsbevolking.

Bovendien heeft armoede een objectieve en subjectieve dimensie. De objectieve armoede gaat uit van minimaal noodzakelijke consumptie pakketten die nodig zijn voor levensonderhoud. Deze wordt de armoedegrens genoemd en vastgesteld door het Algemeen Bureau voor de Statistiek. De subjectieve armoede gaat uit van een oordeel van betrokkene zelf :je bent objectief niet arm als je in je basis behoefte kan voorzien. Iemand die rijk is kan zich arm voelen, zij het in mindere mate. Zo worden armen in de omgeving subjectief geïdentificeerd als bedelaars, daklozen en sociaal behoeftigen.

Een moderne vorm van armoede is de sociale armoede. Hierbij vervallen kansarmen en individuen in een isolement van sociale uitsluiting door gebrek aan een relatie netwerk zoals dak- en thuislozen, ouderen, gehandicapten en delinquenten. Het concept maakt ook een onderscheid in gedwongen en vrijwillige armoede.

Bij gedwongen armoede proberen kansarmen te overleven door te vervallen tot kinderarbeid, prostitutie en criminaliteit. Het is een wetmatigheid dat verpaupering van kansarmen leidt tot stijging van de criminaliteit. De vrijwillige armoede is gerelateerd aan een cultuur gedrag o.a. tribale samenlevingen die in samenhang met de natuur leven worden door de moderne samenleving opgevat als vrijwillige armoede. Het gevolg hiervan is 'perceptueel valkuil' bij het determineren van tribalen onder de armoedegrens in verband met wetenschappelijk onderzoek en beleidsplanning. Vrijwillige armen worden in sommige religieuze leerstellingen geaccepteerd o.a. in de Islam is het betalen van armenbelasting verplicht gesteld.

De armoede in Suriname
Suriname kent geen extreme vormen van armoede. Sedert 2008 heeft het ABS geen statistieken beschikbaar gesteld over aantal gezinnen die onder de armoedegrens leeft. Andere instituten geven wel tekort aan woningen, toename van sociaal behoeftigen, werkloosheid en afhankelijkheid van huishoudens van een financiële ondersteuning en pakket verzending van families uit het buitenland, een vorm van verborgen armoede als aanvulling op lage lonen, verlichting van werkloosheid of aanschaf van levensmiddelen. Verschillende vormen van armoede zijn wel zichtbaar in de informele economie van Suriname.

Verlichting van de armoede
Oplossing van het armoedeprobleem vereist ingrijpende (politieke) maatregelen om mogelijkheden voor kansarmen te creëren voor deelname aan de samenleving. Er zijn eind vorige eeuw diverse modellen (SAP) van het IMF en de Wereldbank toegepast in de Derde Wereld voor verlichting van de armoede. Naast het voeren van een beleid van armoedeverlichting in de wereld wordt ook aandacht besteed aan duurzame ontwikkeling voor bescherming van de mens en het milieu op aarde. De armoede in de wereld zal ophouden te bestaan wanneer het mondiaal economisch systeem transformeert naar een niveau van duurzame ontwikkeling in de vorm van dematerialisme en sociaal kapitalisme.

H. Raghoebar M.Sc. Geografen Vereniging Suriname
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May