Noodtoestand in mijngebied Peru

Peru heeft de noodtoestand afgekondigd in de regio Apurimac nadat dinsdag vier mensen om het leven kwamen tijdens anti-mijnprotesten. De noodtoestand is voor 30 dagen uitgeroepen.

De vier zijn doodgeschoten tijdens botsingen tussen de politie en demonstranten bij het Las Bambas mijnproject dat in Chinese handen is. De bewoners vrezen dat het kopermijnproject van US$ 7,4 miljard milieuschade zal veroorzaken aan het Andesgebied. De regering zegt dat zij extra troepen stuurt naar Apurimac om de "lokale vrede te herstellen".

Nu de noodtoestand van kracht is, is de politie in staat om huizen te doorzoeken zonder een bevel en is de vrijheid van vergadering opgeschort. Het is de tweede keer dit jaar dat de noodtoestand is uitgeroepen in Peru om anti-mijnprotesten te onderdrukken. In mei was de noodtoestand afgekondigd voor 60 dagen in de provincie Islay in Arequipa na dodelijke protesten tegen de Tia Maria kopermijn.

De protesten in Apurimac zijn vrijdag begonnen en zijn maandag geëscaleerd. Sommigen van de geschatte 2.000 demonstranten probeerde het gebied in de buurt van de stad Challhuahuacho te betreden dat in handen is van het mijnbouwproject. Daarbij zijn veertien betogers en acht politieagenten gewond geraakt.

De bewoners zijn boos over de veranderingen in het milieueffecten plan van het project. Ze zeggen dat ze niet zijn geraadpleegd. In het nieuwe plan lopen het gebied en het grondwater het risico van besmetting. Peru is nu de derde grootste producent van koper na Chili en China. Het land probeert China te overtreffen, maar wordt in zijn ambities gehinderd door de binnenlandse oppositie tegen de projecten.