Surinaamse militairen praten over noodoperaties
05 Aug 2015, 22:02
foto
De Amerikaanse kolonel Thomas Croymans, hoofd van de gezamenlijke leiding van South Dakota National Guard, legt de Surinaamse militairen in Camp Rapid (Rapid City, South Dakota) uit hoe de gezamenlijke operatie centra werken. (Foto’s: US Army National Guard)


Zware windstoten waarbij vooral de daken van huizen het moeten ontgelden zullen vaker terugkomen. Het is niet iets dat we kunnen vermijden. We kunnen op zijn minst ervoor zorgen dat er een systeem voor noodhulp voor de slachtoffers in werking is. Zo heeft luitenant-kolonel Johnny Antonius, hoofd van Strategische Planning en Onderwijs van het ministerie van Defensie, zijn Amerikaanse collega’s van de South Dakota National Guard het belang van zijn training uitgelegd.

Samen met twee anderen van het Nationaal Leger heeft hij van 27 juli tot 1 augustus in Black Hills informatie over noodhulp na rampen en noodoperaties uitgewisseld. De Surinaamse militairen hebben vanuit de Joint Operation Center van de South Dakota National Guard kunnen meemaken hoe noodhulp centra worden geobserveerd door de South Dakota Emergency Operations Center.
Antonius heeft aangegeven dat de regering ook bereid is noodcentra op te richten vanuit het Nationaal Coördinatie Centrum voor Rampenbeheersing in Suriname (NCCR). Hij hoopt dat de informatie-uitwisseling in Black Hills helpt om dit proces te versnellen. “Ik zal mijn uiterste best doen om duidelijk te maken dat noodcentra noodzakelijk zijn.”

De drie Surinaamse militairen hebben behalve de gevoerde discussies over noodoperaties, ook diverse bezoeken afgelegd. Zo hebben ze gezamenlijke militaire operaties kunnen waarnemen tussen legereenheden van South Dakota en van de Nationale Luchtmacht in Camp Rapid. “Het was de bedoeling om hier te komen en te kijken naar uw systeem en te zien wat we zouden kunnen ontwikkelen.” Antonius die moet rapporteren aan de minister van Defensie zegt: “Wat we hier zien, is indrukwekkend op alle niveaus.”

Volgens de Amerikaanse functionarissen is het doel van deze uitwisseling, van elkaar te leren. “We leren van hen en zij leren van ons. Het is een wederzijds voordelige relatie.” De samenwerking met South Dakota bestaat al sinds 2006. Antonius is ervan overtuigd dat Suriname meer heeft geprofiteerd uit deze relaties dan anderzijds. “Ik denk dat we elkaar in de interactie aanvullen. We hopen dat uit te breiden." Er wordt gewerkt aan een andere uitwisseling waarbij militairen van South Dakota naar Suriname zullen afreizen voor een verkenningsmissie.
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May