Getuigen gehoord in zaak doodgeschoten aannemer

De behandeling van de strafzaak tegen de winkelier Ch. W., die op 2 februari in zijn zaak aan de Gompertstraat de aannemer C. met een illegaal vuistvuurwapen doodschoot, is gisteren voortgezet. Er werden twee getuigen gehoord, onder wie een agent van politie die bij het voorbijrijden vier schoten hoorde. Omdat de agent dacht dat het om een beroving ging, stopte hij om poolshoogte te nemen. Bij het binnenstappen in de supermarkt bleek hij te laat te zijn, want het slachtoffer lag badend in zijn bloed op de grond.

Een andere getuige M. die alles van dichtbij heeft meegemaakt, verklaarde voor de rechter dat de verdachte Ch. plotseling van achteren in de winkel op het latere slachtoffer schoot. Dit terwijl het slachtoffer in een woordenwisseling met de echtgenote van verdachte was. Officier van justitie Gloria Stirling wilde weten hoe groot de afstand was tussen de verdachte en zijn echtgenote, en of het slachtoffer zich heeft kunnen verdedigen. De verdachte Ch. verklaarde dat zijn echtgenote op hem was gevallen, waardoor hij had geschoten.

De getuige M. gaf aan dat de afstand 2 meter bedroeg. Volgens verdachte heeft hij niet opzettelijk geschoten op het slachtoffer. De man zou zijn wederhelft hebben uitgescholden. Dat hij na de schoten gelost te hebben ook nog het slachtoffer wilde onthoofden met een houwer, ontkende verdachte. Hij zou suïcide willen plegen, maar werd daartoe tegengehouden. Volgens de raadsman van Ch., Frank Truideman, is zijn cliënt het Surinaams niet erg machtig waardoor hij verkeerd begrepen is. Rechter Cynthia Valstein-Montnor stelde de verdere behandeling van de zaak uit naar 8 juni. Dan zullen er meer getuigen gehoord worden, in afwachting van het psychiatrisch rapport van de verdachte.