Column: Afscheid en begroeting
27 Sep 2010, 06:00
Het gebeurt elke dag en het heeft niets dramatisch. En toch…
Mijn zoon is gaan studeren in Amsterdam. Niets bijzonders. Hij heeft een kamer gevonden in een anti-kraakpand. De eigenaar laat jonge mensen met een lage huur een kamer huren in het pand om te voorkomen dat deze gekraakt wordt. Het zag niet erg fris uit. We hielpen hem met schoonmaken en brachten zijn spullen vanuit Den Haag naar Amsterdam.
Gewoon zoals duizenden andere ouders dat doen.

Hij gaat een nieuwe fase in zijn leven tegemoet: studeren, zelfstandig worden, een eigen huishouden draaien, lol trappen in het studentenleven, ver van huis.
Miljoenen jongeren zijn hem voor gegaan in de wereld en nog eens miljoenen zullen hem volgen.
Niks bijzonders.

Wij gaan ook een nieuwe fase in ons leven tegemoet. Niks bijzonders. Onze (twee) kinderen zijn nu uit huis. We hebben het rijk alleen. Je hebt niet meer elke dag de zorg voor je kind, want dat is nu volwassen geworden.
Dat is the circle of life. Ouders horen kinderen voor te bereiden om het huis uit te gaan, ze klaar te stomen voor de grote wereld. Op een dag worden de kinderen zelf ook vader of moeder en begint de cyclus opnieuw.

En toch. Toch is er tussen al die normale, gewone, weinig verbazingwekkende rituelen een ongrijpbaar gevoel dat het helemaal niet zo normaal is, niet zo gewoontjes.

Toen we na de verhuizing terugkeerden uit Amsterdam, zaten we samen op de bank en haalden herinneringen op. Hij was twee maanden te vroeg geboren en moest in een couveuse. Op de foto’s was te zien hoe mollig en leuk hij was als een baby. Hij was al heel vroeg een sporter. Ik bracht hem vaak naar een veldje in de buurt om een balletje trappen. Hij probeerde een basketbal in het net te gooien, terwijl de bal groter leek dan zijn lichaam. Ik leerde hem tennissen. Hij frustreerde dat hij niet kon winnen, maar al snel waren de frustraties omgekeerd. Lange tijd won ik van hem met tafeltennis. Maar ook daar moest ik uiteindelijk lijdzaam toezien hoe de leerling zijn meester overtrof.

Op de middelbare school en in zijn pubertijd groeide hij uit tot een topsporter. Basketbal was zijn grote liefde. We gingen altijd naar zijn wedstrijden, niet alleen om hem aan te moedigen, maar gewoon om naar hem te kijken en al kijkend te genieten van zijn genot.
In huis was hij lui. Zijn kleren liet hij overal slingeren. Hij had altijd honger. En altijd liet hij zijn bord met restjes ergens staan. “Kun je je handen niet uit je mouwen steken en gewoon de afwas doen,” riep ik wel eens geïrriteerd. Maar die kleine irritaties werden al snel weggedrongen door zijn vrolijkheid en de talloze verhalen over wat hij nou weer heeft meegemaakt. Het huis is gevuld met zijn aanwezigheid. Het is heerlijk om hem elke dag te zien, om naar zijn verhalen te luisteren, om boos op hem te worden en om met hem te kletsen.
Die dagelijkse blijheid verandert.
Hij gaat uit huis, een soort afscheid, maar we begroeten hem weer, als een knappe jonge man met een eigen leven.

We gaan een nieuwe fase in ons leven tegemoet: samen alleen. Niets bijzonders. Miljoenen ouders zijn ons voorgegaan en nog eens miljoenen zullen ons volgen. Is het alleen sentimentele gedoe? Voor ons niet. Voor ons zit bij deze overgang ook een soort weemoed, een klein verdriet, dat je alleen kunt begrijpen als je je realiseert dat wat geweest is, nooit meer terug zal komen: afscheid van onze kindertijd.

Sandew Hira

Reacties naar: sandewhira@amcon.nl
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May