Rechter wijst verzoek raadslieden in 170 kg 'ripdealzaak' af

Rechter Cynthia Valstein-Montnor heeft het verzoek van de raadslieden Gregory Sitaram, Raoul Lobo, Robby Dens en John Moerahoe om hun cliënten voorlopig in vrijheid te stellen, afgewezen. De verdachten Virindersingh B., Rameshkumar M. en Soeradj J. blijven in hechtenis. Virindersingh B. (meer bekend als Taliban) en Rameshkumar M. worden verdacht van overtreding van de wet Verdovende Middelen en wederrechtelijke vrijheidsberoving, in vereniging. Soeradj J. wordt verdacht van afpersing. In deze zaak wordt Narindrakoemar Mahabier, meer bekend als Dara, vermist sedert 28 augustus vorig jaar.

De rechter vindt dat getuige W. een duidelijke verklaring heeft afgelegd tegen Taliban. Soeradj J. heeft volgens Valstein een goede proceshouding gehad en hij heeft zijn aandeel in dit geheel bekend. Voor afpersing kan er zes jaar celstraf geëist worden. Rameshkumar M. die politieagent is, is ook niet in vrijheid gesteld, omdat de rechter nog een getuige wil horen in deze zaak.

Ontvoering Dara
De getuige W. verklaarde dat hij de verdachte Virindersingh B. als Taliban kent. Taliban en de vermiste Dara waren twee vrienden en gingen samen bij de getuige. Zo had de getuige gehoord over de 170 kilogram drugs en dat die door Taliban weggenomen was. Taliban ontkent dit. Ook zou volgens de getuige de verdachte hem verteld hebben dat hij wel iets te maken had met de drugs.
Volgens Taliban was Dara met het plan gekomen. De auto waarin de drugs werden getransporteerd, werd klemgereden en deze werden buitgemaakt. Daarna zouden Guyanezen Dara ontvoerd hebben, omdat de drugs aan hen toebehoorde. Taliban zou toen verklaard hebben dat hij slechts 10 kilo drugs als beloning had gekregen. Na de ontvoering van Dara werd door getuige W. aan Taliban gevraagd om de tien kilogram drugs terug te geven in ruil voor Dara. Taliban zou toen verklaard hebben dat Dara die tien kilogram drugs ook gestolen had.
Op een gegeven moment heeft de getuige W. de Guyanezen gebeld die Dara ontvoerd hadden. Bij dit gesprek waren Taliban en de vader van Dara aanwezig. De Guyanezen zeiden dat het grootste gedeelte van de drugs bij Taliban was en dat zij dachten dat het bij Dara was. Vandaar dat zij Dara ontvoerden. De Guyanezen wilden de drugs in ruil voor Dara en de getuige W. zou dan bemiddelen in deze kwestie.

De rechter confronteerde de verdachte Taliban met de verklaringen van de getuige. W. Taliban verklaarde dat de getuige hem om US$ 150.000 had gevraagd en dat zijn verklaringen onjuist zijn. Hij merkte op dat de getuige W. hem bezwaart met zijn onjuiste verklaringen.
De getuige W. verklaarde dat hij die US$ 150.000 als oplossing had bedacht. Dat bedrag zou naar de Guyanezen gaan om zo Dara vrij te krijgen. Verder stoorde het de getuige dat Taliban zijn vriend Dara heeft verraden. Ook merkte hij op dat de Guyanezen Dara niet lang zullen houden, omdat zij geen kindertehuis runnen. Raadsman Lobo voerde aan dat er geen drugs gevonden is in deze zaak. Verder is het ook niet bekend of Dara vermoord is. Op 6 mei zal deze zaak verder behandeld worden.