Verdachte gehoord over vergiftigen van hond

Allan R. wordt verdacht van poging tot diefstal waarbij een hond is vergiftigd. De overval zou op een ochtend te Lelydorp zijn gepleegd. De eigenaar van het pand was op dat moment thuis en zag de verdachte het raam forceren met een mes. De politie werd ingeschakeld en de verdachte en nog twee anderen gingen een schoolerf op.

De grijze Toyota Caldina werd door de verdachte bestuurd. Ook kreeg de politie de tip dat dit voertuig steeds op en neer reed in de omgeving. Nadat de politie het voertuig doorzocht, troffen zij een zak met vleesbrood aan, zwarte en witte truitjes, een schaar en messen. Het mes werd positief herkend door de eigenaar van het huis. De politie vermoedde dat de hond van die man was vergiftigd met een vleesbrood dat was vermengd met gif.

Allan R. zegt dat hij worstverkoper is en dat hij de messen en de schaar daarvoor gebruikt. Ook zei de ooggetuige dat de verdachte in een rode korte broek en een zwarte trui gekleed was. De verdachte ontkende en zei dat hij de hond niet met vleesbrood en Furodan had vergiftigd. Hierop vroeg rechter Marie Mettendaf de beklaagde: “Hoe weet jij dat het om Furodan ging, want ik heb het over vergif gehad. En er talrijke van soorten vergif.” De verdachte zei na een poosje dat hij dat van zijn moeder had gehoord. Ook hield Allan R. voet bij stuk dat de agenten geen vleesbrood uit zijn voertuig hadden gehaald. Op 26 februari zal Mettendaf een politieagent horen in deze zaak.

Wanita Ramnath