Correctie wereldproductiekosten door verlaagde olieprijzen
05 Feb 2015, 23:00
foto


In januari 2009 kostte een vat West Texas Intermediate (WTI) aardolie US$ 42. Deze prijs daalde naar US$ 39 per vat in februari van hetzelfde jaar. De recessie van 2007-2009 heeft ongeveer 18 maanden geduurd. De Amerikaanse economie heeft significante veranderingen ondergaan gedurende de periode die hierna volgde, terwijl de rest van de wereld oogluikend toekeek.

Volgens officiële studies begon de Amerikaanse recessie in de woningbouwsector en verspreidde zich via het bankwezen naar de rest van de economie en vervolgens naar de wereldeconomie. De pas ingewijde regering Obama ondernam belangrijke stappen om de crisis het hoofd te kunnen bieden. Via een sterke monetaire - en fiscale politiek werd geprobeerd om de macro-economie onder controle te brengen. Ben Bernanke (governor van de Federal Reserve), Timothy Geithner (minister van Financiën), Lawrence Summers, Peter Orszag, Christina Romer, Paul Volcker, Warren Buffet, Austan Goolsbee, Dr. Steven Chu (minister van Energie) en andere adviseurs hebben samen met een sterke president Obama een crisis programma opgezet om de verschillende sectoren te stabiliseren.

Gedurende een recessie is het meestal aan de overheid overgelaten om de toon te zetten op het gebied van investeringen, vooral in infrastructuur (wegenbouw, transport). Lage financieringskosten en attractieve belastingvoorwaarden kunnen worden ingesteld. Indien deze investeringen vruchten afwerpen, wordt er werkgelegenheid gecreëerd en hiermede privé-investeringen en consumptie gestimuleerd.

Opmerkelijke gevolgen van de recessie van 2009 zijn:
- De financiële sector (Wall Street) werd hardhandig aangepakt door de regering Obama. Financiële instituten die slecht functioneerden en instituten die steun verleenden aan de woningbouwsector (Fannie Mae en Freddie Mac) werden “opgekocht” en in sommige gevallen in een later stadium doorverkocht.

- De auto-industrie die werd geteisterd door exorbitante productiekosten, inclusief hoge pensioenen, werd vervolgens getransformeerd in een gezonde sector met hoge kwaliteitsproducten die het hoofd kunnen bieden tegen de Japanse (Toyota, Honda) en vooral Koreaanse (Hyundai en Kia) concurrentie.

- Het Amerikaans energiebeleid met een sterke concentratie op alternatieve energiebronnen, werd vervolgens gedomineerd door niet-conventionele producten (schalie-olie en natuurgas). Deze nieuwe vormen van energie hebben de Amerikaanse afhankelijkheid van buitenlandse energie importen (natuurgas uit Canada en aardolie uit het Midden-Oosten) aanzienlijk verminderd. Een andere maatregel die in het verleden is genomen en positieve gevolgen heeft voor de energie consumptie is het instellen van efficiëntie quota voor bepaalde producten (auto’s) en elektrische apparaten (wasmachines, ijskasten, etc). Deze energie efficiënte producten hebben het energieverbruik aanzienlijk verlaagd.

De verlaagde productiekosten zijn in sommige gevallen de consument ten goede gekomen (lagere huishoudingskosten, transportkosten) waardoor hun besteedbaar inkomen is verhoogd. In Amerika maakt consumptie ongeveer 60 tot 70% van de totale economie uit. Het strategisch optreden van de Amerikaanse regering gedurende de recessie van 2009 kan gecategoriseerd worden als markt interventie (Market Intervention).

De huidige lage aardolie prijzen, als gevolg van vooral de verhoogde productie in Canada en Amerika, tezamen met een sterke Amerikaanse valuta, heeft markt interventie geforceerd in de rest van de wereld. Enkele industrieën die gevolgen ondervinden van deze lage prijzen zijn:
1. Energie sector; Lage olieprijzen hebben nadelige gevolgen voor de voortgang van huidige en toekomstige energie projecten, vanwege lage of soms negatieve winstmarges. In de afgelopen weken hebben grote oliemaatschappijen projecten aangehouden, geannuleerd of op een laag pitje gezet. Bedrijven proberen productiekosten te verlagen door arbeiders te ontslaan of met vervroegd pensioen te sturen (Royal Dutch Shell, ExxonMobil, British Petroleum, BHP Billiton Ltd., ConocoPhillips, Suncor Energy, Cenovus, Encana, Husky Energy, Canadian Natural Resources Ltd., Sasol, Total, Talisman Sinopec Energy UK, Talisman Energy werd opgekocht door Repsol SA).

2. Dienstverlenende bedrijven; Lage olieprijzen stimuleert consolidatie van operaties binnen de dienstverlenende sector. In de afgelopen weken hebben we consolidatie gezien in deze sector: Halliburton heeft Baker Hughes opgekocht, Schlumberger heeft een aanzienlijk deel van het Russisch bedrijf Eurasia Drilling Co. opgekocht, ontslagen vonden plaats in Schlumberger, Weatherford, Halliburton-Baker Hughes, Clean Harbors, Vallourec SA (staal pijp producent), etc.

3. Transportindustrie; De luchtvaartsector heeft baat bij lage olieprijzen vanwege het hoge percentage van benzinekosten binnen de totale operationele kosten. Delta Air Lines Inc. heeft een raffinaderij gekocht om een gunstige positie te verwerven binnen de luchtvaart. Maar hedging van olieprijzen in het verleden heeft nadelige gevolgen in het huidig milieu van lage olieprijzen. Deze strategie kan in de toekomst wel vruchten afwerpen voor Delta Air Lines. Luchtvaartmaatschappijen die voornamelijk charterdiensten verzorgen aan energie en aanverwante bedrijven zullen in de komende maanden een afname in diensten waarnemen. Oliepijpleiding bedrijven (Enbridge, TransCanada Pipelines, Kinder Morgan) hebben samen met treinbedrijven die ruwe olie transporteren (Canadian Pacific Railway, Burlington Northern Santa Fe) ook drastische maatregelen getroffen om het hoofd boven water te houden.

4. Commerciële sector; Lage olieprijzen treedt belastingverlagend op voor de consument. Maar grote buitenlandse bedrijven met een vestiging in Amerika (Target, Sony, Jacobs, etc.) hebben negatieve gevolgen ondervonden van de hoge Amerikaanse valuta, naast andere strategische fouten. Deze hebben in de afgelopen weken aangekondigd dat ze hun operaties in Canada gaan beëindigen.

De recessie van 2009 heeft drastische verandering teweeg gebracht in vooral de Amerikaanse economie. Productiekosten in sommige cruciale sectoren zijn aanzienlijk verlaagd waardoor vooral operaties die werden verplaatst naar opkomende economieën (China, Zuid Korea, India), “global outsourcing”, terug worden gebracht naar Amerika en Canada. De huidige lage olieprijzen hebben identieke gevolgen voor de rest van de wereld, waarbij industrieën naar methoden zoeken om efficiënt te kunnen opereren vanuit een kostprijs oogpunt. Arbeids - en materiaalkosten worden nu onder een microscoop geplaatst om het belang van aandeelhouders veilig te stellen. De vraag die gesteld kan worden is, of de rest van de wereld voorbereid is op deze correctie?


Stanley Kongnetiman, B.Sc., M.Sc., MBA
Mijn hartgrondige dank gaat uit naar Mr. Andre Dikan

Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May