Column: Verkiezingen oud en nieuw
26 Jan 2015, 10:00
foto


De verkiezingen in Suriname zouden spannend moeten zijn, maar ze zijn saai en vervelend. Verkiezingen zouden de momenten moeten zijn waarop politieke partijen hun ideeën voor de toekomst presenteren en hun prestaties uit het verleden evalueren, verdedigen of bijstellen. In plaats daarvan krijg je de indruk dat de communicatie ongeveer zo verloopt.
“Jij bent een schurk!”
“Jij bent een nog grotere schurk!”
“Jij bent de allergrootste schurk!”

De sfeer die ze dan met z’n allen oproepen is: “We zijn allemaal schurken”. Als zulke beschuldigingen over en weer geuit worden, wat is dan gemakkelijker dan gewoon aangifte doen bij de politie en vervolgens overgaan tot de orde van de dag, namelijk de vraag: wat hebben de verschillende partijen geboden en wat hebben ze te bieden aan de kiezer?

In de verkiezingen oude stijl was het aanbod heel eenvoudig: etnische binding. Het maakt niet wat een partij zegt, doet of gedaan heeft. Mensen die lijken op de partijleiders stemmen op zijn partij. Het gaat altijd om mannen als partijleider. Suriname kan nog iets leren van andere landen in het Caribisch Gebied waar vrouwen politieke partijen leiden en verkiezingen winnen.

Etniciteit in de politiek zal altijd een belangrijke factor blijven. Maar één etnische partij zal nooit alleen de verkiezingen kunnen winnen. De cijfers wijzen dat uit. Suriname bestaat voor 27% uit Hindostanen, 18% uit Afro-Surinamers/’Creolen’, 15% uit Javanen, 15% uit Marrons en 25% uit overige (gemengde) groepen. Vooral de laatste groep (25%) is van groot belang en zal in de toekomst van nog groter belang worden. Dus zelfs als alle mensen uit één etnische groep op één partij uit die etnische groep zullen stemmen, dan zal niemand een absolute meerderheid halen bij algemene verkiezingen. In het districtenstelsel kan het theoretisch gezien anders lopen.
Nu is het al lang niet meer zo dat één etnische groep maar één partij heeft. Dat betekent dat de etnische stemmen sowieso verdeeld zullen worden over meerdere partijen uit die etnische groep.

De verkiezingen oude stijl vind ik saai. We kennen dat nu ruim 60 jaar. Ik ben geïnteresseerd in verkiezingen nieuwe stijl. Maar dat moet zich nog ontwikkelen. Want daar gaat het om daden en ideeën.
Maar hiervoor heb je nieuwe politieke instituties nodig. Ik wil er drie noemen voor de maatschappelijke discussie.

De eerste bestaat al maar moet uitgebouwd worden: de politieke barometer. John Krishnadath en Jack Menke verrichten met hun verkiezingspeilingen heel goed werk. Het is ook goed dat er meerdere bureaus zijn die peilingen verrichten. Maar de peilingen kosten geld. Je zou een fonds moeten creëren om dit soort bureaus in staat te stellen om op regelmatige basis in de periode voor de verkiezingen peilingen te verrichten. Het is van belang voor de samenleving en voor de politieke partijen. Ze geven een idee over hoe groot de invloed van de campagne is op de kiezer en hoe die campagnes bijgesteld zouden kunnen worden.

De tweede institutie is het verkiezingsdebat. De politieke leiders zouden in één bijeenkomst met elkaar face-to-face politieke debatten moeten voeren. Iedereen kan het initiatief hiertoe nemen: een studentenvereniging, een vrouwenorganisatie, een buurtvereniging, maar ook een televisiestation. Tegenwoordig kan een journalist dat doen, een YouTube film maken en op YouTube plaatsen. Misschien een idee voor een respectabele journalist als Nita Ramcharan. En bedrijven kunnen het debat sponsoren met reclame om het financierbaar te maken.
Het politieke debat is een belangrijke manier om de verkiezingen te maken tot iets inhoudelijks in plaats van iets kermisachtig. De cultuur van het politieke debat is er niet. Het zal niet gemakkelijk zijn. Het is al lastig om het debat te voeren in het parlement waarvoor mensen gekozen en betaald worden om te debatteren. Maar het zou een belangrijke kwaliteitsimpuls zijn voor het democratische klimaat in Suriname als de institutie van verkiezingsdebatten zou worden geïntroduceerd.

Het laatste voorbeeld van een politieke institutie die de kwaliteit van de democratie kan verhogen is die van de programmavergelijking. Nu is het lastig in een situatie waarin de partijen geen programma’s publiceren of iets publiceren dat zo algemeen is dat je er niets uit kunt afleiden over hun daden en ideeën.
Maar tegenwoordig kan een willekeurige persoon die een beetje handig is met internet een tabel publiceren waarin je per partij en per onderwerp de standpunten weergeeft van de verschillende partijen. Je maakt een lijst met onderwerpen. Per onderwerp bedenk je de vragen die voor een kiezer van groot belang zijn. Als je het goed wilt doen, dan moeten de onderwerpen en vragen niet partijpolitiek zijn. D.w.z. dat alle relevante onderwerpen moeten worden opgenomen inclusief de onderwerpen die sommige partijen niet zien zitten. De Decembermoorden maar ook de herziening van het sociale zekerheidsstelsel zijn onderwerpen die in de programmavergelijking zouden moeten worden opgenomen.
Politieke partijen kunnen gevraagd worden om de vragen te beantwoorden (maximaal x-aantal woorden). Als ze niet reageren, dan produceer je zelf het antwoord op basis van wat ze in het parlement of in de media hebben gezegd. Dan mogen ze later zelf met correcties komen.

Potentiële kiezers kunnen partijen dan beoordelen op meerdere gronden dan etnische binding. Een volgende stap is een internet opiniepeiling bij de kiezers en vragen wie welk antwoord zou kiezen. Dan hebben de partijen ook een idee wat er onder de kiezers leeft t.a.v. een onderwerp.

Ik geloof dat deze instituties de kwaliteit van de democratie in Suriname enorm kunnen verhogen. Ze dragen bij tot een klimaat van discussie, debat en inhoud in plaats van kermis en scheldpartijen.

Sandew Hira
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May