Suriname in laatste fase uitbanning Ozonlaag onvriendelijke gassen

Suriname bevindt zich nu in een van de laatste fasen om alle gassen die onvriendelijk zijn voor de Ozonlaag uit te bannen. Toen in 2000 de uitbanning in de ontwikkelingslanden begon, was enkele maanden daarna al duidelijk dat Suriname grote vorderingen boekte.
De Ozon-unit van het Nationaal Instituut voor Milieu en Ontwikkeling in Suriname (Nimos; foto) heeft een grootschalig project uitgevoerd waarbij volgens internationale afspraken en methoden de schadelijke stoffen zijn vervangen door alternatieve gassen. Het gaat om de zogenaamde, chloorfluorcarbonaten (CFK’s). Die gassen komen het meest voor in de koeltechische wereld. Airco’s, ijskasten en dergelijke apparaten bevatten CFK’s.

Gassen vervangen
Nu zijn er tien bedrijven geselecteerd waar personen terecht kunnen om hun oude, schadelijke gassen te laten vervangen. Alleen de technische kosten hoeven betaald te worden. Die kosten verschillen tussen de SRD 75 voor huishoudens tot SRD 275 voor bedrijven. Gas en equipment worden door het Nimos voorzien.

Cedric Nelom, nationaal Ozon officer van Suriname, zegt dat na deze laatste fase er gewerkt gaat worden aan sancties, voor het gebruik van Ozonlaag afbrekende stoffen in apparaten. “Maar dat s paas over een periode van anderhalf jaar”, zegt hij.

Voorlichting
Vandaag is het Internationale dag voor de bescherming van de Ozonlaag. Nelom zegt dat over enkele dagen een bewustwordingscampagne begint, via de media. In de talen, Nederlands, Javaans, Sarnami, Sranan en het Chinees, zal de gemeenschap worden geïnformeerd. De samenleving wordt opgeroepen om de apparaten, zoals ijskasten, te brengen naar een van de tien bedrijven om de schadelijke gassen te laten vervangen. Intussen gaat de Ozon Unit van het Nimos verder met het trainen van bedrijven en personen om de vervanging te kunnen doen.

Het Nimos heeft het vervangen van de schadelijke stoffen opgenomen in het formele en informeel onderwijs. Samen met de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB) zijn hiervoor investeringen gedaan. Voor het Natin zijn apparaten aangeschaft voor een bedrag van SRD 65.000 en voor de Stichting Arbeidsontwikkeling en Mobilisatie (SAO) SRD 20.000. Deze twee instituten geven koeltechnisch onderwijs en training. De apparaten zijn om hun koeltechnische laboratoria te versterken.

(Wilfred Leeuwin)