Banen voor jongeren (aangeboden)
29 Nov 2014, 04:00
foto
Stanley Ramkhelawan


De Young Democracy Unit houdt vandaag een publiek debat over het thema jeugdwerkloosheid. De voorzitter van de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven, Ferdinand Welzijn, heeft onlangs in een bijeenkomst over 'Decent Work' tijdens de Democratiemaand van Projekta eveneens zijn licht doen schijnen over kansen voor jongeren en een meer vraaggestuurd onderwijsaanbod. Zijn pleidooi omvat bruikbare handvatten. Met dit artikel wil ik vanuit mijn expertise een bijdrage leveren om talenten van jongeren te verbinden aan de vraag van het bedrijfsleven. Een duurzame wijze waarop deze verbinding kan worden gelegd is het ontwikkelen van een nationale human capital agenda.

Naar schatting hebben 30 duizend jongeren bij de verkiezing van mei 2015 voor het eerst de gelegenheid om te gaan stemmen. Deze jongeren kunnen door het uitbrengen van hun stem een belangrijke stempel drukken op het toekomstige bestuur van het land, de toekomst van Suriname, maar vooral ook hun eigen toekomst. Voorwaarde is wel dat de jongeren die straks gaan stemmen kiezen voor een politiek programma dat garant staat voor hun ontwikkelingsmogelijkheden.

Geen rooskleurig beeld
Welk perspectief heeft de jeugd op dit moment? De feiten geven een weinig rooskleurig beeld. Ruim 65% van de beroepsbevolking (15 tot 60 jaar) heeft als hoogste niveau een VOJ-school gevolgd. Nog geen 10% van de beroepsbevolking is hoogopgeleid, waarvan een aanzienlijk deel alleen een bachelor diploma heeft. Het aantal drop-outs in het onderwijs is gigantisch; in het afgelopen schooljaar verlieten 1000 jongeren de school zonder goed te kunnen lezen en schrijven. De officiële werkloosheid ligt tussen de 10 en 12%, waarvan jongeren een derde deel uitmaken. Mensen die zich vanuit hun professie of organisatie inzetten voor jongeren, spreken van een 'tikkende tijdbom' als er geen structurele maatregelen worden genomen. De negatieve spiraal is te doorbreken, mits verantwoordelijke politici, beleidsmakers en ondernemers gezamenlijk hun verantwoordelijkheid nemen voor de jeugd.

De talenten die jongeren hebben, heeft Suriname nu en in de toekomst hard nodig. De economie groeit al enkele jaren gestaag met gemiddeld 4% per jaar. Er worden grote investeringen gedaan in infrastructurele projecten, de mijnbouw, goud en olie-industrie, de landbouwsector en in de sector toerisme. Wil Suriname in deze sectoren haar voorhoede positie behouden, wil het land het rendement van investeringen in deze sectoren verder optimaliseren en daarmee een duurzame ontwikkeling van het land en de welvaart voor de mensen bestendigen, dan is een goed gekwalificeerde beroepsbevolking (human capital) onmisbaar. De huidige kwaliteit van het aanbod van schoolverlaters en de beroepsbevolking laat echter nog veel te wensen over. Een verandering kan alleen op lange termijn worden gerealiseerd, maar dan zal men met de kennis van nu moeten werken aan de toekomst.

In de aanloop naar de verkiezingen zien we vooralsnog voor de jeugd weinig vernieuwende voorstellen. Huidige en aankomende politici 'strooien' met beloftes, goede bedoelingen, toezeggingen voor een baan bij de overheid of letterlijk met contante dollars. Wat echter nodig is, is een goed doordachte strategie om talenten van jongeren te ontwikkelen en te benutten. Daartoe is in de eerste plaats een investering in de initiële fase van het onderwijs noodzakelijk. Deze investering zal zich dienen te richten op het verwerven van 21th century skills (zie presentatie). Uit Amerikaans onderzoek is gebleken dat drie clusters van competenties doorslaggevend zijn voor de werknemer van de 21e eeuw en voor innovaties binnen bedrijven. Het gaat om het ontwikkelen van ICT-vaardigheden (digitale competenties), communicatievaardigheden en het ontwikkelen van een ondernemende attitude. Zelf initiatief tonen, je eigen toekomst vorm geven kan niet vroeg genoeg beginnen. Voor de jeugd die onvoldoende mee kan in het reguliere onderwijs, is de combinatie van werkend leren een alternatief. Dit vergt een alliantie tussen overheid en bedrijfsleven. De voorzitter van de VSB heeft eerder een lans hiervoor gebroken om meer marktgericht te gaan scholen. Om de mismatch tussen onderwijs en arbeidsmarkt aan te pakken zal het bedrijfsleven zelf het initiatief dienen te nemen om aan te geven welke vakmensen op middellang en lange termijn nodig zijn. Het systematisch uitvoeren van arbeidsmarktonderzoek kan hierbij goed van pas komen. Hier ligt tevens een kans voor kennisinstellingen als de Adekus om een bijdrage te leveren. Publieke toegankelijkheid van vraag- en aanbodgegevens helpt aanbieders van scholing en training om gerichte programma’s te ontwikkelen. Combinaties van leren en werken - training on the job - helpt op de middellange termijn om jongeren kansen te bieden op de arbeidsmarkt.

Een derde –meer strategische- investering om talenten van jongeren te benutten betreft het ontwikkelen van een nationale human capital agenda. Deze agenda kent geen politieke kleur; ongeacht welke partijen na de verkiezing in mei 2015 het land zullen regeren, het creëren van werkgelegenheid voor jongeren blijft een opgave. Hiermee bedoel ik niet wat in de volksmond bekend is als 'de overheid accommodeert mensen'. De overheid is in mijn optiek geen banenmachine. Een nationale human capital agenda zorgt dat mensen op basis van hun competenties terecht komen bij bedrijven en (overheids)instellingen ongeacht hun politiek kleur, sekse, religie of etnische groep. Een dergelijke agenda is alleen dan op te stellen wanneer Ondernemers, Overheid en Onderwijs bereid zijn gezamenlijk verantwoordelijkheid nemen. De rol van de overheid is faciliterend; zij kan het initiatief nemen om partijen bij elkaar te brengen en een 'platform' te bieden waar betrokkenen gezamenlijk werken aan een strategie voor de lange termijn. Alleen met co-creatie is het mogelijk om de beste elementen van de voorstellen van verschillende actoren te verbinden. Co-creatie vereist echter dat partijen bereid moeten zijn om een stuk van hun autonomie in te leveren en ook ruimte te bieden voor oplossingen van andersdenkenden. Wat het land hiervoor terugkrijgt is vele malen groter: echte kansen voor jongeren, goed opgeleide werknemers voor bedrijven, hogere productie, een hoger rendement van investeringen en daarmee een duurzame ontwikkeling.


Stanley Ramkhelawan is Projectmanager aanpak Jeugdwerkloosheid in de Drechtsteden. Op 2 december 2014 is hij één van de sprekers op een Seminar over jeugdwerkloosheid van de Europese Commissie in Brussel. De titel van het seminar is 'Lessons and insights to work towards the goals of the European Employment Strategy'. U kunt de presentatie hier downloaden.
pdf-icon.gif Presentatie_human_capital_strategie     pdf-icon.gif Presentatie_human_capital_strategie     pdf-icon.gif Presentatie_human_capital_strategie_29_30_mei_2014-1.pdf                
Advertenties