Krijgsraad verklaart nabestaanden niet ontvankelijk

De nabestaanden van de 8 December-slachtoffers mogen zich voegen in de strafzaak tegen de verdachte Edgar Ritfeld. Dat heeft de Krijgsraad in Boxel zojuist beslist. Het verzoek van de nabestaanden om zich te mogen mengen in alle 8 December-strafzaken is afgewezen.

Dat de nabestaanden zich mogen voegen als benadeelde partij, houdt in dat zij niet actief bewijs mogen aandragen in de strafzaak tegen Ritfeld. Wat ze nu mogen is een financiële compensatie aanvragen voor de geleden schade. De zitting vanmorgen op Boxel was binnen tien minuten afgelopen.

Op 26 november mogen de procesgemachtigden van de nabestaanden, Hugo Essed, Marja Vos en Stanley Marica, hun zaak voor materiële genoegdoening opbouwen. Woordvoerder Essed is het er niet mee eens dat de Krijgsraad de nabestaanden niet ontvankelijk heeft verklaard. Volgens hem is niet de zaak maar de vervolging geschorst. En op basis daarvan meent Essed dat de uitspraak van de Krijgsraad geen valide grond heeft. De uitspraak voor materiële genoegdoening ziet hij als een klein lichtpuntje. Hij blijft het oneens met de Krijgsraad dat artikel 8 van het Interamerikaanse mensenrechtenverdrag geen grondslag biedt aan de nabestaanden om zelfstandig deel te nemen aan het strafproces. “We zullen alle rechtsmiddelen bewandelen om dat te bewerkstelligen,” stelt hij tegenover journalisten.

De zaak van Ritfeld is vanmorgen ook niet inhoudelijk behandeld. Ritfeld is de enige die in hoger beroep is gegaan tegen het vonnis van de Krijgsraad van 11 mei 2012. Alle andere 8 December-strafzaken zijn geschorst. Ritfeld heeft eerder aangegeven dat hij geen geloof heeft in dit rechtsproces en hij zijn recht internationaal zal zoeken. Hij was net als zijn raadsman Gerold Sewcharan afwezig. President Cynthia Valstein-Montnor zei dat hij correct is gedagvaard voor de zitting. De inhoudelijke behandeling zal plaatsvinden nadat de kwestie van nabestaanden aan de orde is gekomen.