Een landbouwvliegtuig bespuit een areaal met oker van het bedrijf Gopex in het district Saramacca.
Het fruit- en groentenbedrijf Gopex International NV in het district Saramacca heeft een stap verder gezet naar de Global Gap-certificering. Een areaal van 8 hectaren beplant met oker is zaterdag met het vliegtuig gespoten op mieren en schimmels.

Voor de Global Gap-certificering is het noodzakelijk om te weten hoeveel herbiciden en pesticiden op welk tijdstip bij de beplanting worden gebruikt. Het bedrijf ERK Farms is gespecialiseerd in het bespuiten van landbouwgebieden. Tot nog toe was bespuiting met vliegtuigen bekend bij de rijstbouw en de bacoventeelt.

Het toestel moet zo’n 3 tot 4 meter boven de grond vliegen om de verneveling van de stoffen zo efficiënt mogelijk te laten geschieden. Gopex-directeur Bhiesnoe Gopal is meer dan tevreden en gemotiveerd om verder te gaan met het proces. “Wat ik in vier dagen doe met drie werknemers, was binnen 40 minuten geklaard,” zegt hij. Hij legt uit dat in deze hitte handmatig bespuiten veel vergt van de werknemers. “Hoe lang kan een werknemer in deze hitte met een volle tank werken.” Hoewel iets duurder in kosten, is het rendement van het bespuiten met het vliegtuig veel hoger, legt hij uit.

Begeleiding
Voor zover Gopal – de vierde generatie van landbouwers – weet , is het de eerste keer dat groenten op deze manier worden bespoten. Ook de bemesting van de beplanting zal in het vervolg op deze wijze plaatsvinden. ERK Farms heeft volgens de Gopex-directeur ook het voordeel dat per minuut kan worden achterhaald hoeveel stoffen er op welk areaal wordt bespoten. “Voor de Global Gap zijn de data belangrijk, hoeveel water, hoeveel meststoffen, hoeveel pesticiden, op welk moment en in welke hoeveelheid wordt verneveld,” legt hij uit.

Hij streeft ernaar om nog dit jaar zijn Global Gap certificering binnen te hebben. “De investeringen zijn groot, maar een lokale handelsbank is bereid ons te helpen en te begeleiden.” Volgens Gopal wil de bankinstelling door zijn bedrijf te begeleiden, uiteindelijk komen tot een role model in de agro-cultuur in het Caribisch Gebied. Ook van het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij krijgt hij de nodige ondersteuning.

In het pad zijn vleugels steeds verder uit te strekken, doet het bedrijf ook mee aan de Caribbean Week of Agriculture. Twaalf landen zijn vertegenwoordigd op de beurs op het KKF-terrein die van 8 tot en met 12 oktober wordt gehouden. “Ik zal altijd het Surinaams product, in mijn geval groenten en fruit, blijven promoten. Ik weet dat we in staat zijn te voldoen aan alle gestelde gezondheidseisen, kwaliteit en veiligheid.”