A-kandidaten avondmulo trekken resultaat omlaag

Op de avondmuloschool speelt hetzelfde probleem zich af als bij de dagscholen. De A-kandidaten trekken het slagingspercentage omlaag. Van de 106 kandidaten zijn er 19 geslaagd. Aan het examen namen 88 A-kandidaten deel, van wie elf (12.5%) geslaagd zijn. Van de 18 B-kandidaten hebben acht (44.4%) hun diploma behaald. Vier scholieren hebben herkansing.

Onderwijsinspecteur Roy Katisa zegt dat de scholieren van de avondscholen veel verzuimen. “Het gaat in de meeste gevallen om personen die overdag ergens werkzaam zijn en na het werk meteen naar school moeten. Hierdoor verzuimen ze vaker. Deze mensen hebben vaak al een gezin en sommigen komen van heel ver”, aldus Katisa. Hij motiveerde de scholieren om deze strijd niet op te geven. De onderwijsinspecteur merkt op dat de scholieren heel wat andere verplichtingen hebben en dat de avondschool niet te vergelijken is met de dagscholen. Hij adviseerde de groep om de moed niet op te geven. Hij drukte hen op het hart om door te gaan met hun studie.

Katisa wil een evaluatie van de A- en B- kandidaten hebben. De onderwijsinspecteur wil nagaan waarom het resultaat van de A-kandidaten zo slecht is. “Ze krijgen lessen van dezelfde leerkrachten, dezelfde leerstof op enkele vakken na en ze zitten op dezelfde school als de B-kandidaten. Toch scoren hun medestudenten van de B-klassen veel beter”, aldus Katisa.

De muloschooldirecteuren Kenneth Donk en Piet Dipopawiro hadden eerder aangegeven, dat het probleem aan het onderwijssysteem ligt. Leerlingen die twaalf punten scoren voor de vakken wiskunde en natuurkunde op hun overgangsrapport van klasse 2 naar 3 mogen naar de B-richting. Alle andere scholieren moeten naar de A-richting. Heel wat scholieren gaan wel over naar klasse 3, maar hebben voor wiskunde, natuurkunde en rekenen een onvoldoende. Deze scholieren moeten toch naar de A-richting, omdat ze geen andere keus hebben. Volgens de directeuren is dit het grootste probleem, waarmee alle muloscholen kampen.

(Wanita Ramnath)