RGD-artsen niet tevreden met brief directie

Voorzitter Jules Cruden van de Vereniging van de Regionale Gezondheidsdienst Artsen (VRA) zegt dat de onrust bij de leden niet is weggenomen met een brief van de directie. De VRA stelt dat de artsen zes maanden niet uitbetaald zijn voor de dienstverlening aan het Basis Zorgstelsel (BZSR), maar de directie lijkt geen haast te hebben.

Algemeen directeur van de RGD, Maaltie Sardjoe heeft de VRA schriftelijk geantwoord op de collectieve arbeidsovereenkomst 2014 en 2015. De directie legt de bal bij de VRA neer en vraagt nu om zelf met voorstellen te komen voor 2014. Voor 2015 daarentegen wil de directie binnen een maand afspraken maken met de VRA over een andere loonstructuur aan de hand van een rapport dat gemaakt is door een consultant", stelt Cruden.

De RGD-artsen willen eerst afspraken maken over 2014 en hebben per brief aan de directie gevraagd om uiterlijk midden juli uitsluitsel te geven. Bovendien willen ze de tijd hebben om het rapport van de consultant over de wijziging van de salarisstructuur per 2015, met de leden te bespreken. “Het rapport is al maanden in concept klaar, we krijgen het nu pas en moeten dan op stel en sprong reageren. Daar willen we de tijd voor nemen, vooral ook omdat het om een essentiële wijziging gaat van de salarisstructuur van de artsen”, vindt de VRA.

Over het verzoek van de directie aan de artsen om haar standpunt over de middagpoli en de weekendwacht in te trekken, geeft de VRA aan dat er vooralsnog geen redenen zijn om dat te doen . “We willen al vanaf 2012 afspraken maken hierover, laat de directie daar ernst mee maken in plaats van telkens te dreigen met sancties en maatregelen”. Ook over de afhandeling van de kwestie van hun collega uit Nickerie zijn de artsen niet te spreken. De VRA had de procedure van buitenfunctiestelling en de manier waarop het onderzoek is gebeurd, ook bij de zogenaamde heroverweging van het besluit, aan de kaak gesteld. “De directeur heeft aangegeven zelf te mogen bepalen hoe de RGD klachten onderzoekt”. Dat betekent dat zij te pas en te onpas zwaait met het reglement en dat zij zelf buiten het reglement om mag handelen. Dat vinden we onacceptabel!", zegt het VRA-bestuur.