Niet elke bankgarantie is redelijk
22 Jun 2014, 20:20
foto


De befaamde Nederlandse emeritus (oud-)hoogleraar Prof. P.A. Stein heeft in een voor de praktijk zeer interessant artikel de problemen rondom het stellen van een bankgarantie aan een bespreking onderworpen. Dit heeft hij gedaan in het laatste nummer van het Surinaams Juristen Blad (SJB 2014 nummer 1).
In de praktijk komt het bijna dagelijks voor dat een schuldeiser beslag legt op het vermogen, vaak bankrekeningen, van een (vermeende) schuldenaar. Dit beslag wordt een conservatoir beslag genoemd. Dit begrip is afgeleid van de term 'conserveren' in de zin van bewaren.

Deze vorm van beslag wordt gelegd vóórdat de schuldeiser een eindvonnis van de kantonrechter heeft verkregen en zelfs vóórdat het eigenlijke proces is ingezet.
Iemand tegen wie het conservatoir beslag is gelegd, komt maatschappelijk in grote problemen, terwijl het niet eens vaststaat dat hij een schuld heeft bij de persoon die het beslag gelegd heeft. De betrokkene dreigt in deze gevallen in grote paniek te geraken, daar hij zich maatschappelijk 'dood gemaakt' voelt. Dit omdat beslag gelegd is op zijn bankrekeningen en hij dus geen geld meer kan lichten en ook geen betalingen meer kan doen.

Het beslag kan gelegd worden zonder dat de rechter de debiteur eerst heeft geraadpleegd. Ons rechtsstelsel verplicht de rechter niet de debiteur in deze gevallen eerst te horen, alvorens hij het verzoek tot beslaglegging inwilligt. Niet alleen leken, maar ook juristen ervaren deze regeling als een manco in ons rechtsstelsel. De heersende mening in juridische kringen is dat de rechter vaak op lichtvaardige wijze, namelijk zonder de debiteur te horen, toestemming geeft tot een zogenaamd conservatoir beslag. De rechter is wettelijk niet verplicht de debiteur tegen wie het beslag gelegd wordt eerst te horen!

De banken waar het beslag gelegd is, moeten dit dwingend respecteren en kunnen hun radeloze cliënten in deze gevallen geen gelden uitbetalen. De ongelukkige persoon tegen wie het beslag gelegd is, heeft geen andere keus dan een advocaat in de arm te nemen. Deze kan op verzoek van de cliënt proberen om aan de rechter in kort geding te vragen het beslag op te heffen. De rechter pleegt echter niet zonder meer dit verzoek in te willigen, tenzij de debiteur glashelder kan aantonen dat er helemaal geen sprake is van een schuld aan de crediteur. Dit kan hij veelal niet doen. De enige mogelijkheid die voor hem open is, bestaat uit het aanbieden van een bankgarantie en daarna de rechter vragen het conservatoir beslag op te heffen.

De bankgarantie dient gegeven te worden door één van de erkende bankinstellingen. Dit kan natuurlijk alleen als de schuldenaar tegoeden heeft bij de desbetreffende bank. De kantonrechter te Paramaribo heeft in zijn vonnis van 15 augustus 2013 (A.R. nummer 130690) inzake N.V. Graniet ca Surgoed Makelaardij N.V. (SJB 2013 nummer 3) beslist dat de schuldeiser geen genoegen behoeft te nemen met een bankgarantie (borgstelling), indien deze voor de schuldeiser onredelijk is. In casu ging het om een garantie waarop pas een beroep gedaan kon worden als het vonnis in kracht van gewijsde was gegaan, dat wil zeggen dat er geen rechtsmiddel hiertegen, bijvoorbeeld hoger beroep, kon worden ingesteld. Het is bekend dat in Suriname hoger beroep pas na vele jaren wordt behandeld (in de pers werd recentelijk nog gewag gemaakt van een hoger beroep dat pas na 12 jaar was behandeld!).

De kantonrechter kwam tot de conclusie dat de bankgarantie onredelijk was voor de crediteur en dat het conservatoir beslag dus niet kon worden opgeheven.
Prof. Stein verwijst naar een uitspraak in een soortgelijke zaak die door de Rechtbank te Rotterdam in Nederland was gewezen, waarbij de rechter tot een vergelijkbaar oordeel was gekomen als de kantonrechter te Paramaribo. Hij wijst er echter op dat de ontwikkeling in Nederland toch is dat genoegen genomen moet worden met een bankgarantie, ook al staat daarin vermeld dat het vonnis in kracht van gewijsde moet zijn gegaan.

Voor ons land moeten we het voorlopig echter houden op de hiervoor genoemde uitspraak van de kantonrechter. Dit zou dan met zich moeten meebrengen dat de gebruikelijke bankgaranties aangepast moeten worden. Het is echter de vraag of de banken hiertoe bereid zullen zijn. Er moet rekening gehouden worden met de mogelijkheid dat het Hof in hoger beroep een andere beslissing zal geven dan de kantonrechter. Het is niet bekend of in de hiervoor genoemde procedure hoger beroep is aangetekend. Mocht dat echter het geval zijn, moet er rekening mee gehouden worden dat de uitspraak nog vele jaren op zich zal laten wachten.

Carlo R. Jadnanansing
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May