Verdachten Boeddha-beelden komen vrij

Rechter Sieglien Wijnhard heeft de drie verdachten Yu Gui H., Xio Hua Z. en Shui Dong Y. donderdag veroordeeld tot een celstraf van twaalf maanden, waarvan zes voorwaardelijk onder aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht en een proeftijd van drie jaar. De veroordeelden hebben hun straf al uitgezeten en lieten de tranen de vrije loop. Zij raakten steeds met hun voorhoofd de vloer van de rechtszaal aan. Het drietal werd beschuldigd van oplichting.

De mannen benaderden hun slachtoffers met een verhaal dat zij een schat hadden opgegraven die zij wilden verkopen. De schat zou volgens hen bestaan uit gouden stukken, een oude brief en gouden Boeddha-beelden. Officier van justitie, Astrid Niamat, eiste eerder een celstraf van vier jaar onvoorwaardelijk onder aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht. Niamat voerde aan dat het om een criminele organisatie gaat die zich bezighoudt met deze vorm van oplichting. Diverse websites in verschillende landen geven exact hetzelfde geval aan. Ook haalde Niamat aan dat de Chinese gemeenschap dit voorval schandalig vindt en dat zij snel af wil zijn van deze ellende. De mannen hadden de benadeelde om US$ 60.000 gevraagd. Zij hadden zich als bouwvakkers voorgedaan en zeiden dat ze terug wilden naar hun land, China.

Bij huiszoeking trof de politie aan: paspoorten, documenten, brieven die geschreven waren in het Chinees, tas, zaagblad met tachtig Boeddha-beelden die niet van goud waren. Ook vonden zij twee gouden beelden. Yu Gui H., Xio Hua Z. en Shui Dong Y. verklaarden dat zij het slachtoffer waren geworden van mensenhandel en dat hun paspoorten in beslag waren genomen. Zij zochten geld om terug te kunnen gaan naar hun land.

Oplichting wel bewezen
Raadsman Oscar Koulen kon zich niet terugvinden in de eis van de officier en voerde aan dat er helemaal geen sprake is van deelname aan een criminele organisatie was. De advocaat merkte op dat de Chinezen slachtoffer van mensenhandel zijn geworden. Zij zijn voor het eerst in Suriname op 24 november gearriveerd en op 26 november begaan ze het feit. Dit geeft volgens de raadsman aan dat deze veroordeelden het land en de taal niet kennen. Ze werden in een taxi gezet en moesten het werk uitvoeren.

Wijnhard stelde dat deelname aan een criminele organisatie niet bewezen is, maar dat zij wel gepoogd hebben om een hardwerkende ondernemer op te lichten. Hiervoor legde zij de straf op.
Door de schat te tonen, werd het vertrouwen bij de slachtoffers gewekt om de spullen te kopen. De voorwerpen bleken niet van goud te zijn. De ene persoon die tot nu toe aangifte heeft gedaan, betaalde een groot geldbedrag in Amerikaanse dollars. Toen de oplichters weer hun slag wilden slaan, werden zij door de recherche van het bureau Geyersvlijt aangehouden en de 'schat van goud' die zij bij zich hadden, is in beslag genomen. Zo kwam deze zaak aan het rollen.

Wanita Ramnath