André Telting krijgt de hoogste onderscheiding

André Telting, Governor van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) is vandaag benoemd tot ‘drager van het Grootlint in de orde van de Gele Ster’. Hij kreeg de hoogste onderscheiding van de republiek Suriname. Staatshoofd Ronald Venetiaan reikte de hoogste onderscheiding uit aan Telting. Hij werd geassisteerd door First Lady Liesbeth Venetiaan.

Telting gaat na drie termijnen gediend te hebben als hoogste functionaris bij de CBvS met pensioen. Venetiaan zei dat de naam André Telting synoniem staat voor het sterk en gezond maken van de financiële, monetaire en economische sector in Suriname.

Telting zei bij zijn afscheidsrede verrast te zijn met de onderscheiding. “Dit is voor mij een grote verrassing die ik niet had gedacht te ontvangen. Het was wel passen en meten”, aldus de scheidende Governor over zijn werk bij de bank. Telting vindt dat hij zijn succes moet delen met vooral minister Humphrey Hildenberg van Financiën, met wie hij een bijzondere samenwerking heeft gehad. Hij bedacht in zijn dankwoord ook de raad van commissarissen bij de bank en de regering die hem de ruimte heeft gegeven om zijn taak correct uit te oefenen.

Venetiaan heeft bewondering voor de manier waarop Telting moeilijke financiële beleidsvraagstukken heeft weten op te vangen. Als voorbeeld noemde het staatshoofd de financiering van het Functie Informatie Systeem van de Overheid (Fiso). Telting zegt terug te kijken op drie vruchtbare termijnen bij de CBvS. “Ik heb nu het punt bereikt, ook gezien mijn leeftijd, waarop ik mij moet terugtrekken”, zei de scheidende Governor. Zijn echtgenote gaf hij een publieke bedankje voor haar goede zorgen.

De huldigingsplechtigheid werd bijgewoond door de raad van ministers, voorzitter en leden van het parlement, diplomaten, andere hoogwaardigheidsbekleders, vrienden en familie. Telting wordt op 15 september opgevolgd door Gilmore Hoefdraad.

Bijschrift: Minister Humphrey Hildenberg van Financiën feliciteert André Telting met de hoogste staatsonderscheiding. (Tekst Wilfred Leeuwin/foto: Patrick Nieveld)