Column: Meervoudige perspectieven
17 Feb 2014, 13:00
foto


In zijn boek 'Orientalism' vertelt de Palestijnse intellectueel Edward Said hoe de Britse regering tijdens het kolonialisme een bewust beleid voerde om Westerse superioriteit en Oosterse inferioriteit te bevorderen. Britse ambtenaren in India gingen met pensioen op hun 55-ste levensjaar. De reden hiervoor? Een Indiër mocht een westerling niet zien als oud en versleten en de Brit moest zichzelf tonen als rationeel, alert en krachtig.
Het opmerkelijke is niet de gedachte van superioriteit en inferioriteit, maar de manier waarop die gedachte uitgewerkt is tot in het pensioenbeleid van een koloniale regering. Dat het was uitgewerkt in het onderwijs- en cultuurbeleid is geen verrassing.

Azië is een opkomende supermacht. In 2011 organiseerde de Universiteit van Maleisië een internationale conferentie getiteld Decolonising our universities: another world is desirable. Het doel was om na te gaan hoe het hoger onderwijs in dat land beïnvloed is door Eurocentrische wetenschappen en wat gedaan kan worden om het onderwijs in te richten op een wijze die meer aansluit bij de geschiedenis en praktijk van land en volk.
Overal in de gedekoloniseerde wereld zien we dezelfde trend: kennisproductie vanuit een Eurocentrische visie wordt stevig aan de kaak gesteld en andere perspectieven krijgen een volwaardige plek in de centra van kennisproductie: de universiteiten.
Afrika, Azië, Latijns-Amerika, het Midden-Oosten. Daar worden oude Eurocentrische theorieën getoetst aan de praktijk van die landen en nieuwe theorieën ontwikkeld en meervoudige perspectieven onderwezen.

Ook Suriname gaat mee in deze trend. Onlangs hebben de historici Maurits Hassankhan en Hans Ramsoedh belangwekkende bijdragen geleverd aan deze discussie in een boek getiteld Verkenningen in de historiografie van Suriname. Van koloniale geschiedenis tot geschiedenis van het volk. Daarin gaan ze de discussie met mij aan over dekolonisatie van de geschiedschrijving.

Ramsoedh en Hassankhan bekritiseren mijn stelling over 'Decolonizing the Mind' en de noodzaak om de Surinaamse geschiedenis te herschrijven, zoals in de rest van de wereld de eigen geschiedenis wordt herschreven. Zowel Hassankhan als Ramsoedh betogen dat 'Decolonizing the Mind' niet nodig is.
Ramsoedh verkondigt de stelling dat dekolonisatie van de geschiedschrijving niet nodig is, want er is geen kolonisatie van de geschiedschrijving. De historici in Nederland produceren wetenschappelijke producten van hoog niveau die vrij zijn van koloniale invloeden. Ik mag Ramsoedh wel. Een joviale kerel waar je gezellig mee kunt kletsen. Maar kom niet met Frantz Fanon, Aimé Cesaire of Walter Rodney. Dat is voor hem een ver-van-mijn-bed show.
Hassankan stelt dat de geschiedenis al is herschreven en wel door Rudolf van Lier. Die is voor hem de nationale geschiedschrijver. En Hassankhan heeft hoogst persoonlijk sinds 1975 het proces van herschrijving van de geschiedenis ingezet op basis van het werk van Van Lier dus is Decolonizing the Mind niet meer nodig.
Ik heb een repliek geschreven op hun argumenten en mijn beoordeling van Van Lier als een voorbeeld van dekoloniale geschiedschrijving. Die kun je hier downloaden. De discussie tussen ons is deel van een proces van meningsvorming over herschrijving van de Surinaamse geschiedenis. Om die reden alleen al beveel ik hun boek van harte aan.

Suriname loopt in dit opzicht voor op Nederland. In Suriname is er een discussie over de vraag of er meervoudige perspectieven nodig zijn op geschiedschrijving. In Nederland wordt het onderscheid in ‘witte’ en ‘zwarte perspectieven beschouwd als een non-discussie. Je moet het er niet over hebben.

In de Verenigde Staten is die discussie 50 jaar geleden afgerond. Het resultaat was de oprichting van studierichtingen voor African American studies in veel gerenommeerde universiteiten die andere perspectieven ontwikkelen. De professionals die werken aan deze studierichtingen zijn al meer dan dertig jaar verenigd in de National Council for Black Studies. Prof. Dr. Stephen Small werkt op de Department of African American Studies aan de University of Calfornia Berkeley. Berkeley staat nummer vier op de wereldranglijst van de beste universiteiten in de wereld.

Vorig jaar hield Stephen een keynote speech in Paramaribo tijdens de conferentie n.a.v. 160 jaar Chinese immigratie, 150 jaar afschaffing slavernij en 140 jaar Hindostaanse immigratie. Dit jaar zijn we weer samen in Suriname. We hebben een twee wekende durende intensieve cursus ontwikkeld over herschrijving van de Surinaamse geschiedenis. De cursus is bedoeld voor personen die onderzoek verrichten naar de Surinaamse geschiedenis en een bijdrage willen leveren aan de herschrijving. De cursus bestaat uit een theoretisch en een praktisch gedeelte.

Het theoretische gedeelte behandelt de vraag: wat weten we over geschiedenis? Het gaat in op theorieën vanuit verschillende disciplines over ontstaan en ontwikkeling van kolonialisme, de strijd tegen dekolonisatie, de relatie tussen ras, klasse, etnische identiteit en natievorming, mental slavery en de geestelijke erfenis van kolonialisme. De theorieën vanuit verschillende stromingen en perspectieven komen aan bod.

Het praktische gedeelte gaat in op de vraag: Hoe weten we het? Het behandelt de zoektocht naar de ‘andere’ informatie vanuit de gekoloniseerde ervaring. Het gaat niet alleen over algemene methoden en technieken van historisch onderzoek. De interviewtechnieken zijn anders. De aard van de bronnen zijn anders (muziek, kunst). Het afleiden van informatie die geschreven is in de daden van mensen in plaats van in inkt op schrift.
Stephen en ik hebben bij IISR (International Institute for Scientific Studies) leuke en productieve brainstormsessies gehad bij de samenstelling van de cursus.

Het Nationaal Archief Suriname biedt deze cursus aan. De cursus is niet beperkt tot de staf van het archief, maar opengegooid voor alle belangstellenden.
Ik verzorg het theoretische gedeelte van 24-28 februari van 9.00–13.00 uur.
Stephen doet het praktische gedeelte van 3-7 maart van 17.30–21.00 uur.

Deelnamekosten: 100 SRD per persoon.
Locatie: Conferentiezaal Flex mall.
Aan deze cursus kunnen maximaal 40 personen deelnemen.
Belangstellenden die willen deelnemen aan deze cursus kunnen zich tot uiterlijk woensdag 20 februari 2014, bij voorkeur per e-mail aanmelden (rita.tjienfooh@gmail.com) met volledige naam en telefoonnummer. Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met de sectie Onderzoek van het Nationaal Archief op de telefoonnummers 430040/430035/431011.

Stephen en ik hebben er zin in.

Sandew Hira
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May