Sociale Zaken gaat kinderrechten beter uitleggen
27 Jul 2010, 19:00
foto


Er moet duidelijkere publieksinformatie over kinderrechten komen, in een aantrekkelijkere vorm, en op een regelmatigere basis. Dat is de conclusie van een onderzoek onder Surinaamse burgers naar hun kennis van en hun houding tegenover de rechten van kinderen. Het onderzoek is vanmiddag overhandigd aan Sozavo-minister Hendrik Setrowidjojo.

“De mensen weten vrij veel over kinderrechten”, zegt Raoul Dankoor, waarnemend hoofd van het Bureau Rechten van het Kind. “Iedereen kent bijvoorbeeld wel het recht van elk kind op onderwijs. Maar de interpretatie van die rechten verschilt.” Zo menen sommige ouders weleens dat het kinderrechtenverdrag hun kroost een vrijbrief geeft zich te misdragen, zegt Dankoor. “Deze ouders zien het verdrag als een middel van de overheid om de rechten van ouders te beknotten. Maar dat is natuurlijk absoluut niet het geval. De overheid erkent het recht van elke ouder zijn kind op zijn eigen manier op te voeden.”

Door posters met duidelijkere boodschappen, aantrekkelijkere informatiefolders en regelmatige voorlichting over kinderrechten, hoopt het ministerie van Sozavo dit soort misverstanden uit de wereld te helpen. “We willen voortaan beter uitleggen wat precies bedoeld wordt met bepaalde artikelen uit het kinderrechtenverdrag”, zegt bureauhoofd Dankoor. “Onze centrale boodschap is: kinderrechten zijn mensenrechten en we zijn er allemaal verantwoordelijk voor.”

Suriname is vanaf 1993 partij bij het internationaal Verdrag Inzake de Rechten van het Kind. Vanaf toen heeft het ministerie, conform de verdragsverplichtingen, diverse activiteiten ontplooid om de bevolking bewust te maken van het verdrag en zo ook te bevorderen dat iedereen de verdragsbepalingen naleeft.
Omdat de overheid nog niet voldoende inzicht had in hoeverre mensen daadwerkelijk van kinderrechten op de hoogte zijn en deze naleven, gaf het Bureau Rechten van het Kind de opdracht tot dit onderzoek.
Hiervoor hebben de onderzoekers 1200 mensen in de districten Paramaribo, Wanica, Commewijne, Brokopondo en Nickerie ondervraagd. Daarnaast hebben zij ook 200 niet-gouvernementele organisaties, die zich bezighouden met kinderen, geënquêteerd.
Het onderzoek is mede gefinancierd door het VN-Kinderfonds, Unicef.

(Sozavo-minister Hendrik Setrowidjojo ontvangt het eerste exemplaar van het rapport uit handen van Raoul Dankoor, waarnemend-hoofd van het Bureau Rechten van het Kind. Foto Sozavo)
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May