DOE kraakt harde noten over ontslag ministers en beloften
30 Oct 2013, 12:00
foto
DOE fractievoorzitter Carl Breeveld


Carl Breeveld, voorzitter van DOE, vindt het zorgwekkend dat in drie jaar tijd dertien ministers zijn vervangen. "Wij betreuren dit, omdat door deze aanpak pijnlijk aan het licht komt hoe slecht de huidige coalitie zaken met betrekking tot het te voeren beleid en de invulling van personen bij de uitvoering vooraf goed heeft afgesproken. Suriname mag niet lijden onder een soort “proefkonijn model”. Het steeds wisselen van bewindslieden maakt een slechte indruk naar buiten. Er kan een instabiele indruk ontstaan bij vooral investeerders", zei Breeveld dinsdag tijdens de algemene politieke beschouwing.

Breeveld vraagt zich af of er vooraf een antecedentenonderzoek wordt gedaan. Voor personen die in zulke posities benoemd zijn en binnen korte tijd het veld moeten ruimen, kan er imagoschade ontstaan, meent het assembleelid. "Maar ook de waarde van het ministersambt daalt in de ogen van de samenleving. Wie wil immers op een schopstoel zitten? Wie wil er gedumpt worden? Het benoemen en bedanken van ministers kost ons land handenvol geld, dat beter kan worden besteed". Hij benadrukt dat het storend is dat de werkelijke reden van het ontslag officieel niet wordt meegedeeld, terwijl er soms zoveel ruis rond sommige personen is en men daarnaast ook nog met eervol ontslag gaat.

Kanttekeningen Financiën

De fractieleider van DOE ging ook in op de kritische kanttekeningen van president Desi Bouterse die constateerde dat bepaalde zaken zich binnen het overheidsapparaat voltrekken. De Centrale Lands Accountantsdienst (CLAD) heeft tekortkomingen en corruptiegevoelige processen bij de overheid geconstateerd. Er zijn aanbevelingen gedaan door de CLAD bij de begrotingsrekening en er is een sessie met De Nationale Assemblee gehouden. Het ging daarbij om beleidsvoornemens die niet specifiek genoeg zijn geformuleerd of dat er bijvoorbeeld geen rekening wordt gehouden met de onderlinge afhankelijkheid van processen.

De CLAD wijst er verder op, dat de verantwoordelijkheden en communicatielijnen duidelijk moeten zijn, alsook de wijze waarop moet worden gerapporteerd. De CLAD vraagt daarbij om een nadere beschouwing van het gedrag van projectmanagers, de automatische betalingen van het ministerie van Financiën, de overmakingen voor onderdelen van de overheid, en de wijze waarop een schaduwadministratie door de vakministeries wordt gevoerd. DOE is de mening toegedaan, en dit bij herhaling dat ook gewaakt moet worden voor corruptiegevoelige processen die onder meer kunnen plaatsvinden bij onderhandse gunningen en bij bestedingen via de kabinetten van de president en de vicepresident. Ook als middelen niet tijdig worden gestort of als ambtenaren zich in een bepaalde machtspositie bevinden kunnen allerhande corruptiegevoelige situaties ontstaan.

Wat doet de regering?
"In DNA zijn wij bezig om deze zaken te bestuderen. Er is onlangs een compilatie van wetten die betrekking hebben op incorrecte zaken als fraude, omkoping etc. samengesteld. Dat doet DNA. Maar wat doet de regering? Wij vinden het nodig dat hierop wordt ingegaan door de president", stelt Breeveld. Hij merkt op dat Bouterse bij de vorige behandeling tijdens de algemene politieke beschouwingen, "mij persoonlijk voor het oog van de natie, hier in DNA, belooft dat de anti-corruptiewet aan het einde van het eerste kwartaal van 2013 bij De Nationale Assemblee zou zijn. Tot op heden niets gezien, maar ook niets meer gehoord. Voor het imago van de regering en de president is dit slecht. Laat tenminste weten wat de status is".

DOE zal binnenkort met een klokkenluidersregeling komen en hoopt dat het wordt behandeld in De Nationale Assemblee. Over deze regeling bestaan er verschillende meningen, maar het is volgens Breeveld vooral bedoeld om personen die zaken melden die betrekking hebben op corruptief gedrag te beschermen. Het is opmerkelijk hoe bang mensen zijn om te spreken over dit soort missers die zij in hun werk meemaken, merkt het assembleelid op. Men is bang, bang, bang. Vooral als men in dienst is van de overheid. Het is steeds:”Noem me naam niet”. Of “Ik heb niets gezegd.” Hier moet verandering in komen, vindt Breeveld.
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May