Laatste reactie op 'Weer een misvatting'
17 Oct 2013, 11:00
foto


Ten slotte, meneer Eersteling iemand die mijn artikelen altijd leest, heeft mij gevraagd om toch te reageren op uw opmerkingen over de tweede blunder namelijk, dat de uitvoerende macht bij de President berust. Uw perceptie over “logisch geredeneerd bepaald de Grondwetgever dat er sprake is van een collectieve verantwoordelijkheid en dus een collectieve verantwoordingsplicht aan het hoogste orgaan van de Staat”, vindt geen ondersteuning in het artikel dat u zelf noemt.

Het moet goed tot u doordringen, om te kunnen begrijpen, dat door het bij referendum op 30 oktober 1987 aanvaarde Voorontwerp van de Grondwet van de Republiek Suriname, na goedkeuring door De Nationale Assemblee op 30 maart 1987, wij een nieuwe rechtsorde voor de Republiek Suriname hebben geïntroduceerd en aanvaard.

De Uitvoerende Macht, krachtens artikel 99 van de Grondwet, waarmee de President belast is kan als volgt worden uitgelegd: de zorg voor het dagelijkse bestuur van de staat, waarbij de bevoegdheden met betrekking tot andere organen geregeld zijn in artikel 110 van de Grondwet. Binnen deze taakstelling zijn de ministers de werkarmen van de President en hebben derhalve formeel geen eigen verantwoordelijkheid ingevolge de Grondwet, maar zijn verantwoording verschuldigd aan de President.

Ook blijkt uit artikel 116, dat de Vice-President die met de dagelijkse leiding van de raad van Ministers is belast, verantwoording verschuldigd is aan de President. In artikel 116 lid 2 staat, dat de regering verantwoording verschuldigd is aan De Nationale Assemblee. Dit impliceert niet dat, de President als hoofd van de regering, samen met de Vice-President en alle ministers verantwoording moeten afleggen in De Nationale Assemblee. Die verantwoording dient te geschieden door het hoofd van de regering, en dat is de President.

Waarom denkt u, dat de eerste regering Shankar-Arron niet optimaal kon functioneren? Omdat de heer Aaron als Vice-President dacht dat hij nog alle macht had, zoals voor de Grondwet van 1987 toen hij Minister-President was. Doordat de heer Lachmon via de heer Shankar als President regelmatig een stokje stak voor de plannen van hem, ontstond er een heftige spanning binnen de samenwerking. Men heeft toen dankbaar gebruik gemaakt van de telefooncoup om eruit te komen. De ervaring met de nieuwe wijze van bestuur was nog niet aanwezig.
De Nationale Assemblee kan de regering niet naar huis sturen (zij kan wel een crisis creëren). Wat verder mogelijk is, is een besluit tot het tussentijds doen aftreden van de President en de Vice-President krachtens artikel 74 van de Grondwet .
Een motie van wantrouwen tegen de regering heeft geen nut zoals vroeger, maar heeft wel politieke consequenties.

Het is in dit verband ook goed om aan te geven, ter verduidelijking van de werking van het systeem, wat moet worden verstaan onder wetgeving en rechtspraak. Simplistisch gezegd: Wetgeving is het vaststellen van algemeen de burgers bindende regels, de wet in formele zin wel te verstaan. Daarnaast zijn uiteraard ook andere wettelijke regels, de wetten in materiële zin zoals staatsbesluiten etc.
Rechtspraak wil vaststellen wat in een concreet geval recht is, zoals u weet “recht bestaat niet” belangen bestaan. Recht moet worden gezocht door de rechterlijke macht, dat zijn de rechters van hoog tot laag ook in het geval van mijn dochter meneer Eersteling.

Voorts is verduidelijking gewenst op het stuk van artikel 99 van de Grondwet “De uitvoerende Macht berust bij de President” met betrekking tot het uitvaardigen van presidentiële besluiten. De President heeft het recht om presidentiële besluiten te maken omdat hij dat kan ontlenen aan de, ingevolge de door de Grondwet, aan hem gegeven bevoegdheid als executief Staatshoofd. Deze bepaling is sedert 1987 opgenomen in de Grondwet en is bestemd voor het instituut van 'President'.

Dat pas in 1996, bij Staatsbesluit van 6 november 1996, houdende Vormgeving van Wettelijke Regelingen, Staats- en Bestuursbesluiten S.B. 1996 no.54, de effectuering in artikel 6 heeft plaatsgevonden laat onverlet de werking. Daarna heeft President Venetiaan ook gebruik gemaakt van deze bevoegdheid, zij het veel minder dan de huidige President, maar ook dat is verklaarbaar.
In het staatsrecht meneer Eersteling, is het de normaalste zaak van de wereld dat verschil van opvattingen bestaat. Dat heeft niks te maken met blunder, maar door uw kortzichtigheid ziet u niet dat hier juist de spijker op zijn kop wordt geslagen.

Eugene van der San
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May