Ruim 300 schoonmakers Minov zijn baan kwijt

Ruim 300 schoonmakers van het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling (Minov), voor het grootste deel vrouwen, zijn van de ene op de andere dag hun baan kwijt. De schoonmakers van scholen hebben geen direct dienstverband met het ministerie, maar werken voor negen schoonmaakbedrijven die jaren een contract hebben bij het Minov. De bedrijven kregen te horen dat hun contract niet langer wordt verlengd.

In de plaats van de negen bedrijven zijn vier nieuwe schoonmaakbedrijven aangetrokken die voor een lager bedrag bereid zijn het werk van hun voorgangers over te nemen. De bedrijven die niet in aanmerking zijn gekomen, vermoeden dat hier sprake is van favoritisme. Uit documentatie die aan Starnieuws is overgelegd, blijkt dat het om vier nieuwe bedrijven gaat, waarvan drie dit jaar zijn opgericht en ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken. Geen van de nieuwe bedrijven heeft personeel om het werk uit te voeren. Op hun inschrijfformulier uit het handelsregister staat in alle vier gevallen vermeld dat het gaat om eenmansbedrijven.

Niks verkeerds
"Het zijn allemaal nieuwe bedrijven gelieerd aan de regering”, beweert een vertegenwoordiger van een van de negen bedrijven. Volgens zijn informatie worden nu personen opgeroepen zich aan te melden in Ocer (partijcentrum van de Nationale Democratische Partij), om in dienst te treden bij een van de vier nieuwe bedrijven.

Onderdirecteur Technische Diensten van het Minov, Julius Pahalwankhan, zegt niet in te zien dat er iets verkeerds is aan deze situatie. “De bedrijven weten vooraf dat een contract met het ministerie geen vaste aanstelling betekent voor hun, noch voor hun medewerkers. In september hebben wij een openbare inschrijving gehouden voor het schoonmaken van 53 schoollocaties. De bedrijven hebben te hoog ingeschreven en vielen daarom buiten de boot. De nieuwe bedrijven kwamen in aanmerking omdat die lager hebben ingeschreven”, deelt Pahalwankhan mee. Volgens hem waren de oude en de nieuwe bedrijven bij de openbare aanbesteding aanwezig. Daar is ten overstaan van hen openheid van zaken gegeven. De bedragen van alle bedrijven zijn genoemd en wist een ieder wie hoger of lager heeft ingeschreven.

Geen levenslange verbintenis
Dat nu zoveel schoonmakers geen inkomen hebben, kan volgens de onderdirecteur niet in de schoenen van het ministerie geschoven worden. Contractors moeten niet alleen bij het ministerie een contract sluiten, maar op meerdere plaatsen. Zij weten heel goed dat een contract geen levenslange verbintenis is”, zegt de onderdirecteur. Hij stelt overigens een nogal onoverzichtelijke situatie te hebben overgenomen toen hij op 1 augustus officieel werd aangesteld als onderdirecteur Technische Diensten. De bestaande bedrijven hadden in maart al contractverlenging gehad, maar moesten worden geïnformeerd over nieuwe aanbestedingen. Dit is echter niet gebeurd, waardoor zij niet op de hoogte waren dat er ook nieuwe bedrijven zouden meedingen. Pahalwankhan zegt ook ordening te willen. Volgens hem was het moeilijk de bestaande bedrijven te evalueren, omdat op de objecten zowel schoonmakers van de bedrijven als van het Minov het werk deden. “Die situatie willen we nu niet meer hebben”, zegt hij.

Starnieuws verneemt uit bronnen vanuit het ministerie dat deze kwestie een veel diepere achtergrond heeft. De raad van ministers zou voor de aanbesteding in september plotseling zijn afgeweken van de bestaande tarieven die de bedrijven vragen voor het schoonmaken van objecten van het Minov. De raad zou in 2012 zelf een tarief hebben bepaald voor de bedrijven van rond de SRD 50 per schoonmaker. De nieuwe bedrijven die in aanmerking zijn gekomen hebben allemaal onder de SRD 40 geoffreerd. Op basis van deze gegevens gaan de bestaande bedrijven ervan uit dat hier opzet in het spel is en dat de vier nieuwe bedrijven vooraf op de hoogte waren van het nieuwe tarief van de raad van ministers. In een brief aan vicepresident Robert Ameerali vragen de negen bedrijven om een onderhoud met de bewindsman. Intussen proberen schoonmakers van deze bedrijven emplooi te vinden bij de nieuwe bedrijven om zo toch verzekerd te zijn van hun baan.

Wilfred Leeuwin