DOE: President moet corruptie en nepotisme aanpakken

DOE-fractievoorzitter Carl Breeveld vraagt zich af hoe serieus president Desi Bouterse moet worden genomen. “Drie jaar nadat er heel veel sprake is geweest van nepotisme en corruptie, komt de president praten over vertragingen in de overheidsadministratie. Laten we eerlijk zijn, het ligt niet daaraan alleen, maar het niet ‘in place’ hebben van controlemechanismen maken dat het beleid niet is gegaan zoals was gepland”, zegt Breeveld aan Starnieuws. De parlementariër had dan ook verwacht dat de president specifieker en gedetailleerder in zou gaan op het bestrijden van de corruptie in het land.

Breeveld brengt in herinnering dat er nog altijd vraagtekens zijn achter gevallen als wat er met begrotingsgelden zijn gebeurd op het ministerie van Openbare Werken, onder ex-minister Ramon Abrahams, tal van dubieuze grond- en concessie uitgaven, de kwestie van ex-onderminister Mahender Gopi en nu een schandaal rond de uitgifte van enkele honderden hectare grond in Nickerie. “Deze schandalen liegen er niet om en door niets te zeggen geeft de president geen signaal aan de samenleving dat deze dingen absoluut niet geaccepteerd mogen worden. Dus van die zogenaamde kruistocht tegen corruptie heb ik helemaal niets gemerkt in zijn jaarrede”, concludeert Breeveld. De parlementariër zegt dat alle zaken waarover de president gesproken heeft in zijn jaarrede er voorwaarden scheppende instituten, organisaties en modellen nodig zijn. Tijdens de begrotingsbehandeling zal Breeveld daarom steevast hierop terugkomen.

Geen respect voor ambt
Het vertrek van de oppositionele fracties Nieuw Front en de BEP, uit de vergaderzaal toen president Bouterse zijn jaarrede moest houden, wordt door DOE gezien als geen respect hebben voor het ambt van de president. “Wie die functie ook bekleedt, DOE zal nooit weglopen uit de zaal, zeker niet op zo een historische dag. Het volk heeft ons niet daarvoor gekozen”. Breeveld zegt dat enerzijds de weggelopen oppositionele partijen schreeuwen om de aanwezigheid van de president in het parlement, maar dat zij door dit gedrag zichzelf in de vingers snijden.

Nieuw Front-parlementariër Ruth Wijdenbosch zegt dat het de wens is van de partijen dat de president met hen in debat gaat en dat zij niet luisteren naar een monoloog van het staatshoofd. Zij noemde de rede overigens saai. Breeveld zegt hoewel daar begrip voor te kunnen opbrengen en die mening ook deelt, het toch niet past dat parlementariërs die door het volk gekozen zijn ervoor kiezen uit de vergaderzaal weg te lopen. “Natuurlijk, de president moet in het parlement aanwezig zijn om het debat te voeren. In dat opzicht neem ik het, het Nieuw Front en de BEP niet kwalijk, maar niet op deze historische dag weglopen”, stelt Breeveld.

Dat ook parlementariërs in de coalitie zich ontevreden hebben getoond over de jaarrede van de president, heeft volgens Breeveld alles te maken met de ‘vele regeringen die in de regering zijn’. Er is gebrek aan leiderschap in de coalitie. Niet alle neuzen wijzen in dezelfde richting en dat is te zien in de uitvoering van beleidsvoornemens. Ze worden ergens besproken, komen in de ministerraad en worden niet goedgekeurd, er is geen consensus, dan is er geen geld en dan raken mensen ontevreden ja. Waarmee zijn we bezig”, vraagt Breeveld zich af.

Wilfred Leeuwin