Suriname loopt risico vervolg financiering DLGP

Suriname loopt kans de financiering van een vervolg decentralisatieprogramma (2015-2025) te missen. Dit zegt Bas Ahmadali, DLGP Managing Director, aan Starnieuws. Deze uitspraak doet Ahmadali bij het verlaten van de vergaderzaal van het directoraat Planning en Ontwikkelingsfinanciering van het ministerie van Financiën.

Hij gaf samen met zijn team dinsdag een presentatie aan de General Manager van de IDB, G. Johnson in tegenwoordigheid van vertegenwoordigers van het Financiën, Regionale Ontwikkeling, Centrale Bank van Suriname en de IDB-field office in Paramaribo. De IDB-topper bezocht Suriname om zich te laten informeren over de status van de diverse IDB-projecten. Het DLGP projectteam heeft goede aantekeningen gehad over de performance en de tot nu toe bereikte resultaten, deelt Ahmadali mee.

Realisaties
Alle tien districten zijn al wettelijk gecertificeerd. Ze hebben hun eigen districtsfonds en kunnen zelfstandig hun financieel en begrotingsbeheer voeren. De structuren om de bevolking vanaf het moment van de planning tot in besluitvorming te doen participeren zijn in werking waardoor de commissariaten in staat zijn plandocumenten te produceren en gemeenschapsprojecten te identificeren, voor te bereiden en uit te voeren.

Het projectteam heeft volgens Ahmadali kunnen aantonen dat de districten met de opgebouwde managementcapaciteit intussen voor ongeveer US$ 5 miljoen aan bouwkundige werken, civieltechnische projecten op het gebied van wegenbestrating en ontwatering van woongebieden hebben kunnen realiseren. “De investeringen ter versterking van de districtscommissariaten zijn niet nutteloos geweest. Er ligt dus tien keer meer capaciteit om projecten uit te voeren, waarvan de ministeries in partnership (medebewind) met de districtsbesturen gebruik kunnen maken. Ook al kunnen de districten zelf nog niet zoveel eigen inkomsten genereren, doet daar niets van af”, stelt Ahmadali. Het DLGP-II, dat in 2009 van start ging, nadert zijn einde in maart 2014.

Projecten in uitvoering
Van het ter beschikking gesteld bedrag van US$ 13.5 miljoen is meer dan US$ 7,5 miljoen gerealiseerd. Verwacht wordt in 2013 nog eens keer een realisatie van US$ 3 miljoen van de in uitvoering zijnde projecten. Deze middelen komen de gemeenschap direct ten goede, benadrukt de DLGP-directeur. “Immers het gaat in deze om de uitvoering van de door de bevolkingsstructuren van het district geselecteerde projecten, zoals wegenbestrating, ontwateringsprojecten, projecten voor de verbetering van openbare markten te Moengo, Lelydorp en Nickerie, alsook projecten voor de verbetering van vuilophaal en vuilverwerking”. Tegen het einde van het programma in maart 2014 zal US$ 2 miljoen verbonden zijn aan projecten die nog afgemaakt zullen moeten worden. Hierin zag Johnson aanleiding om op te merken dat de regering en de IDB nader overeenstemming zullen moeten bereiken voor een mogelijke verlenging van het programma voor de duur van zeven maanden.

Conditie verbonden
De grote vraag is volgens Ahmadali hoe IDB staat tegenover de financiering van een vervolg decentralisatieprogramma. Dit is volgens hem een logisch gevolg, omdat met de realisatie van DLGP-I (2003-2008) en DLGP-II (2009-2014) Suriname voldoet aan alle technisch eisen. De districten rekenen overigens op een follow up programma, dat in het vooruitzicht is gesteld door het Ontwikkelingsplan 2012-2016 en door minister Stanley Betterson van Regionale Ontwikkeling. De verwachtingen zijn hoog, omdat de behoefte ook groot is. Ahmadali noemt onder andere: (a) ook de overige ministeries te decentraliseren en de decentralisatie van wet en regelgeving door te voeren op ressort, wijk en dorpsniveau, (b) het capital investment programma voor de verbetering van de overige infrastructuur voort te zetten, (c) de projecten en plannen vanuit de roots, zoals vervat in de nu in voorbereiding zijnde DSOP’s (Meerjaren Districts Strategische en Ontwikkelingsplannen) te financieren.

“In Suriname moeten we op termijn kunnen zeggen, dat we geen achtergestelde en verloederde woongemeenschappen meer hebben. Om dit te bereiken, heb je een versterkte gedecentraliseerd bestuur in de districten nodig. Door hierop in te spelen, werkt de regering mee aan de realisatie van het sociaal akkoord met het volk”, voert Ahmadali aan. De General Manager van de IDB erkent deze visie, maar wijst tegelijkertijd op een zeer ernstig zorgpunt, namelijk het uitblijven van de goedkeuring van de vanaf DLGP-I (2008) ontworpen en bij de regering ingediende wettelijk kader voor decentralisatie. De financiële decentralisatie steunt nog steeds op de interimwet van 2003 en dat is een te zwakke wettelijke basis. De regering zal alsnog de gerealiseerde decentralisatie ‘duurzaam’ moeten maken door de ingediende conceptwetten over decentralisatie goed te keuren.

Inspanningen tevergeefs
De DLGP-directeur zegt dat hij bij deze kanttekening duidelijk proefde een pre-condities voor de financiering van een vervolg programma. “Alle efforts tot nu toe om de wetsontwerpen door te krijgen zijn tevergeefs geweest. Het is ook niet gelukt om de ontwerpwet districtsbelastingen de ontwerpwet regelende de financiele verhouding tussen de staat en de districten alvast goed”, zegt Ahmadali. Dit zou de districten in staat stellen hun huishouding op eigen kracht te financieren.

De grootste winnaar zou de centrale overheid zijn om geen transfers uit de centrale staatsbegroting te hoeven te doen naar de districtsfondsen. In plaats hiervan is de centrale overheid overgegaan tot financiele centralisatie door alle staatsmiddelen te centraliseren naar een rekening en tekeningbevoegdheden van de directeuren van departementen en projectbureaus in te trekken. Dit is gebeurd in juli 2012 met het invoeren van het zogenaamde TSA systeem: Treasury Single Account.