Parlementariër Bee schetst triest beeld opvanginstellingen

De situatie in veel opvanginstellingen, vooral kindertehuizen, is niet om over naar huis te schrijven. Verwaarlozing, misbruik, mishandeling, geen gekwalificeerd personeel en andere vormen van veronachtzaming, rechtvaardigen de roep om een wet voor deze opvanginstellingen. In De Nationale Assemblee is donderdag de behandeling begonnen van deze ontwerpwet. Parlementariër Marinus Bee (A combinatie/ABOP), die voorzitter is van de commissie die deze ontwerpwet heeft voorbereid, schetst geen mooi beeld van de situatie.

Bee die zijn informatie heeft gehaald uit een rapportage van de commissie toezicht op kinderopvanginstellingen van het ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting, zegt dat in 2011 twee gevallen van handel in kinderen zich hebben voorgedaan in een opvangcentrum, dat nu nog actief is. In 2012 zijn niet minder dan elf gevallen geregistreerd van mensenhandel, waarvan negen vanuit een kinderopvangcentrum. In 2012 zijn drie gevallen van kindersmokkel genoteerd, ook al vanuit een kinderopvanginstelling. In 2012 zijn drie gevallen bekend van kinderen die uit een opvanginstelling zijn weggelopen. “Hoe is dit alles mogelijk”, vroeg Bee zich gisteren af bij de presentatie van deze cijfers.

Alarmerende situatie
Het rapport van de commissie doet verslag van 75 inspecties over een periode van drie tot vier jaar. Er is sprake van slechte registratie van de kinderen, geen duidelijk opnamebeleid, geen overzichtelijk en duidelijk personeelsbeleid, onduidelijke taakomschrijving, er vindt vrijwel geen antecedentenonderzoek van het personeel plaats. “Niet zelden is de commissie personen in de opvangcentra tegengekomen met een strafblad variërend van zedendelicten tot gekwalificeerde doodslag.

Wanneer Bee, de onhygiënische situatie beschrijft in de opvanginstellingen, is het teveel voor Ruth Wijdenbosch, (Nieuw Front/NPS). “Voorzitter ik zit me nu wel af te vragen of we werkelijk een wet nodig hebben of dat we gewoon moeten ingrijpen en handelen”, zegt zij. Bee antwoordt dat de commissie bij het aantreffen van situaties ook heeft opgetreden, maar dat een wet veel meer garanties en zekerheden met zich meebrengt. De onhygiënische situatie waarover Bee praat, zijn instellingen zonder stromend water, ongedierten, geen toiletten, instellingen waar ook permanente inwoners zijn, maar ook van emmers die worden gebruikt voor zowel het verwerken van afvalwater als voor schoon drinkwater.

De behandeling van deze ontwerpwet heeft als doel volledige bescherming te bieden aan personen of groepen personen in de samenleving die in een opvanginstelling terechtkomen. Er zijn vier doelgroepen geïdentificeerd. Het gaat om seniorenburgers, mensen met een beperking, kinderen en jeugdigen. Het parlement heeft er op gestaan dat vanuit de regering er ruime belangstelling wordt getoond voor deze wet, gezien het maatschappelijk en economisch aspect dat er aan vastzit. De behandeling is verdaagd naar een nog te bepalen datum.