Vakantiecursus Microbiologie werpt vruchten af

De Celos Vakantie Microbiologie cursus werpt duidelijke vruchten af. De eerste cursus startte in 2006 met 9 leerlingen, het jaar daarop waren er 17 cursisten om vervolgens in 2008 te stijgen naar 55 en in 2009 naar 89 trainees. Tussen 2010 en 2012 is er geen cursus geweest door problemen op Celos.

Voor de cursisten is het een hele ervaring, zegt Ricky Stutgard, hoofd van het Microbiologisch/Veterinair Laboratorium aan Starnieuws. “Voor het eerst trekken de cursisten een labjas aan, handschoenen en een haarnetje. Voor het eerst zien ze bacteriën. Het geeft ze het gevoel dat ze wetenschapper of dokter zijn.”

De vijfde Celos Vakantie Microbiologie wordt van 19 augustus tot en met 23 september gehouden. Het natraject van de cursus geeft Stutgard de motivatie om door te gaan. “Oud cursisten zitten nu op de universiteit en zeggen dat ze de zaken die ze toen geleerd hebben, nu ondergaan.” Scholieren, veelal van de mulo en de middelbare school, leren spelenderwijs de vaardigheden van een wetenschapper. “Ze krijgen kennis, leren vast te leggen, te observeren en te spreken.” De cursisten moeten een multiple choice-toets maken, waar je kennis voor moet hebben. Ze moeten een gedicht schrijven, waarbij je het geleerde moet kunnen vastleggen. Een tekening maken uit wat je hebt geobserveerd en een presentatie houden waarbij je getest wordt op spreekvaardigheid, completeren de test.

Dromen van universitaire studie
De training met als motto: ‘Geef hem geen hout om een schip te bouwen, maar laat hem dromen van de grote zee’ prikkelt de scholieren om te dromen van een universitaire studie. Stutgard zegt dat ze daardoor gerichter een keuze kunnen maken en de obstakels die ze op hun weg tegenkomen, kunnen overbruggen om dat doel te bereiken.

Cursisten krijgen een beeld van alle biologisch gerelateerde opleidingen zoals agrarische, biochemische, medische, milieu en voeding. Vijf dagen lang wordt de cursisten kennis bijgebracht over handhygiëne, luchtinfectie, voedselvergiftiging, overenten van bacteriën en schimmels. Ook bekijken ze insecten (kakkerlakken, mieren en vliegen) door een microscoop (de onderzoekscultuur wordt nu al aangewakkerd) en leren ze laboratoriumtechnieken als flamberen, incuberen en pasteuriseren, kennen. Er wordt hen dus ook informatie (zoals handhygiëne en het verhitten van levensmiddelen) verstrekt die ze de rest van hun leven kunnen toepassen.