Japanse overheid trekt schoonmaak Fukushima naar zich toe

De overheid van Japan gaat zich persoonlijk bemoeien met de schoonmaak en sanering van de stijgende niveaus van radioactief water bij de beschadigde kerncentrale Fukushima. Voorheen heeft de regering deze werkzaamheden overgelaten aan de exploitant Tepco.

De verklaring van premier Shinzo Abe kwam vandaag nadat bleek dat dagelijks 300 ton vervuild lekt uit de beschadigde kernreactoren. Meer dan twee jaar geleden werden delen van de kerncentrale vernietigd door een aardbeving en sindsdien lekt radioactief materiaal in de Grote of Stille Oceaan.

"De stabiliteit van Fukushima is ook één van onze taken, met name het vervuilde water probleem is er één die de Japanners bijzonder bezighoudt en daarom moet deze kwestie dringend worden behandeld", zei Abe aan zijn ministers op een bijeenkomst waar hij de Fukushima crisis besprak. “Dit is niet een probleem dat we kunnen overlaten aan de volledige verantwoordelijkheid van Tepco. We moeten dit op nationaal niveau aanpakken," zei hij.

40 jaar
Bijna twee en een half jaar veroorzaakte een aardbeving en een tsunami schade aan het Fukushima Daiichi station Tokyo Electric Power Co's. Het vervuilde water dat is vrijgekomen bij de schoonmaakwerkzaamheden dreigt nu over te lopen in de Stille Oceaan.

De ramp in Fukushima is 's werelds ergste nucleaire crisis sinds Tsjernobyl. De vertragingen bij de schoonmaak hebben geleid tot wereldwijde bezorgdheid. Het complex volledig schoonmaken en gezond maken zal naar verwachting meer dan 40 jaar duren en US$ 11 miljard kosten.

De bemoeienis van de overheid is een reactie op waarschuwingen van experts uit de industrie die zich afvragen of Tokyo Electric’s het vermogen bezit om de Fukushima Daiichi plant te ontmantelen. De kerncentrale ligt 220 km ten noordoosten van Tokyo.