Tweede voorschoolse opvang voor Marowijne

Vijftien peuters tussen twee en vier jaar hebben gistermiddag bij de opening van de voorschoolse opvang te Ovia Ollo, hun ouders en dignitarissen uit het Cotticagebied met kinderliedjes, verwelkomd. Met de ingebruikname van deze opvangmogelijkheid, is de tweede vestiging van de regionale organisatie Kow Taki Makandi (KTM) in het district Marowijne een feit.

Deze voorschoolse activiteit maakt deel uit van een landelijk programma 'Basic Education Suriname', dat gefinancierd wordt door het Zeister Zendingsgenootschap (ZZG Nederland). In januari dit jaar is een aanvang gemaakt met de eerste opvang onder de naam 'Wi Toombo' (onze schatkist). De bezetting was achttien kinderen met drie begeleiders. De organisatie, die al twaalf jaar bestaat, wil in oktober een vestiging openen te Ricanaumofo.

Goede begeleiding
"Onze eerste twee jaren waren zwaar, maar we plukken nu de vruchten van al het harde werk", zegt Berryl Tempo, programma-manager van de stichting. In Marowijne zijn er geen voorscholen. Tempo vertelt dat er genoeg oppashuizen en 'peuterscholen' zijn, maar binnen die instellingen wordt geen onderwijs verzorgd. "Kinderen worden er slechts opgevangen, maar niet onderwezen".

Voor de werkende moeder Saskia Tombe is de voorschoolse opvang welkom. "Ik moest eerder mijn dochtertje bij familie achterlaten. Dat was niet slecht, maar op school leert ze dagelijks iets nieuws." Tombe vindt het - evenals de huismoeder Patricia Mogotoe - leuk dat haar kroost elke dag met schoolwerkjes, nieuwe liedjes en versjes naar huis komt. "Dit is ontwikkeling waar wij al heel lang naar op zoek zijn", zegt Mogotoe. Zij gaat iedere dag naar haar kostgrondje. "Het is voor mij geruststellend als ik mijn jong kind onder goede begeleiding achterlaat."

Tweetalig onderwijs
Bij het voorbereiden van het programma zijn er krutu's belegd met de plaatselijke gemeenschap. Toen bleek dat de behoefte aan voorschoolse opvang groot was. Ouders gaven aan dat de slechte leerprestaties van de kinderen te wijten zijn aan het feit dat ze geen, tot weinig Nederlands spreken. Onderzoek van KTM wijst uit dat slechte leerprestaties al in de 1e klas beginnen; de slechte cijfers zijn vaak voor Nederlands en rekenen. Leerkrachten geven aan dat zij in het begin van het jaar niet toekomen aan het onderwijzen van de leerstof, omdat zij de kinderen eerst correct Nederlands moeten leren.

"Het onderwijs wordt daardoor tweetalig overgebracht", zegt Tempo. De kinderen kennen het Aukaans al, maar er wordt op hetzelfde moment de vertaalslag gemaakt naar het Nederlands. “Door de gehanteerde methode worden ouders die geen Nederlands spreken alsnog bij de ontwikkeling van hun kinderen betrokken", zegt Tempo. Er is een samenwerking met Prey Skoro in Paramaribo. Hierdoor kan er continu zorg gedragen worden voor de deskundigheidsbevordering van de peuterleidsters. De lesmethode van Prey Skoro is erkend door ECD (Early Childhood Development), dat een onderdeel is van het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling

Isaak Poetisi