Weer doden brand kledingfabriek Bangladesh

Het puin en de doden van het ingestorte acht verdiepingen tellende gebouw in Dhaka, Bangladesh zijn nog niet opgeruimd, of het land heeft weer doden te betreuren door onveilige werkomstandigheden in een textielfabriek. Bij de brand zijn volgens de politie ten minste acht mensen gedood.

De brand begon ’s nachts in het industriedistrict Mirpur. De ramp komt op een moment dat de industriële veiligheid in Bangladesh aan een nauwgezet onderzoek wordt onderworpen.

Functionarissen hebben vanmorgen bevestigd dat minstens 912 mensen zijn omgekomen bij de instorting van het gebouw, waarin vijf kledingfabrieken waren gevestigd.

Grote brand
Volgens de eerste rapporten zouden een politieagent en de eigenaar van de fabriek zijn omgekomen bij de brand. Ze zouden een ontmoeting hebben gehad in het elf verdiepingen tellende gebouw toen de brand uitbrak. Het gebouw is het eigendom van kledingexporteur Tung Hai Group.

"Het was een grote brand, maar we zijn erin geslaagd om het te beperken op één verdieping," zei directeur Operaties Mahbubur Rahman, van de Bengaalse brandweer aan persbureau AFP.

De slachtoffers zijn verstikt nadat zij werden overweldigd door "giftige rook van verbrande acryl kleding," zei hij. Volgens de brandweer hadden ze na ongeveer twee uur de brand onder controle. Het grootste deel van de werknemers was al naar huis gegaan toen de brand begon.

"Het is ons niet duidelijk hoe het ongeluk is gebeurd, maar we proberen de oorzaak uit te vinden," zei Mohammad Atiqul islam aan het persbureau Reuters. Hij is voorzitter van de associatie van Bengaalse Kledingfabrikanten en –exporteurs.

Bouwvoorschriften genegeerd
Twee weken geleden werd Bangladesh getroffen door de grootste industriële ramp, toen het Rana Plaza gebouw op 24 instortte. De arbeiders reageerden woedend. De zoektocht naar lichamen op het complex, waar diverse kledingfabrieken waren gevestigd, gaat nog door. Ambtenaren zeggen dat ongeveer 2.500 mensen gewond raakten en is bijna een even groot aantal gered.

Intussen hebben de Bengaalse autoriteiten gisteren de sluiting van achttien textielfabrieken aangekondigd. Er wordt een slot gezet op de fabrieken om veiligheidsredenen.

In het Rana Plaza-gebouw werden kleren geproduceerd voor westerse retailers. De Bengaalse minister van Textiel zei: “We hebben gezien dat degenen die beweren dat de flexibelste fabrieken in Bangladesh te zijn, zich onvoldoende hebben gehouden aan bouwvoorschriften."

Bangladesh heeft op China na de grootste kledingindustrie in de wereld. De sector biedt werk aan ongeveer vier miljoen mensen en draagt bijna 80% bij aan de jaarlijkse export van het land. Het land ziet zich echter geconfronteerd met toenemende kritiek over lage lonen en de vaak gevaarlijke arbeidsomstandigheden in fabrieken.