De prijs van goud: vooruitzichten (deel 4, slot)
24 Apr 2013, 02:00
foto
Econometrist Ajay Surjbalisingh


Nu de gouddeals met Surgold en Iamgold aan de orde van de dag zijn, wordt er veel gesproken over goud, de prijs van goud, de winsten die de Staat Suriname kan behalen met de nieuwe goudoperaties, het milieu, arbeidsomstandigheden etc. Politici en deskundigen geven hun diverse meningen over deze onderwerpen en de discussie over goud begint goed van de grond te komen. Wat echter opvalt is dat ze het heel vaak hebben over de hoge prijzen van grondstoffen en de veronderstelling dat deze hoog zal blijven of zelfs verder zal stijgen.

Dit artikel (dat in vier delen wordt gepubliceerd) geeft een analytisch raamwerk van het prijsmechanisme van goud en betoogt dat het wel degelijk mogelijk is dat deze prijs daalt en onder bepaalde omstandigheden zelfs structureel onder comfortabele niveaus van bijv. US$ 1.500 per ounce kan terugvallen.

Dit is het vierde deel tevens slotdeel van het artikel.

Hedge Funds en Exchange Traded Funds
ETF’s en Hedge Funds hebben de goudmarkt drastisch veranderd. Deze fondsen houden wereldwijd circa 2.500 ton goud aan. Dat is vergelijkbaar met de derde grootste goudvoorraad van centrale banken en voldoende om de Indiase juweliersmarkt, de grootste goudconsument ter wereld, voor 4 jaar te voorzien.

De interesse voor deze fondsen is vooral groot bij institutionele beleggers zoals pensioenfondsen die in goud een bescherming vinden tegen ontwaarding van toekomstige pensioenen. Hun belegging is van een lange termijn aard. Toch hebben ETF’s sinds begin dit jaar ruim 140 ton goud gedumpt. Hedge Funds hebben nog steeds een gezonde interesse in goud, maar het aantal termijncontracten is afgenomen van 208.326 in december 2012 naar 107.000 in maart 2013.

Deze bewegingen kunnen impliceren dat de fondsen voorzichtiger zijn geworden met goudposities en langzaam migreren naar andere beleggingsvormen met het oog op economisch herstel, een beheerste inflatieverloop op korte-tot middellange termijn en toenemende kansen op een hogere reële rente.

Mine Supply
De productie van goud is de afgelopen jaren niet zo dramatisch gestegen als de prijs: de jaarlijkse mijnproductie is slechts een fractie van de totale goudvoorraad en redelijk stabiel. Goudmijnen kunnen niet snel de productie verhogen als gevolg van hogere prijzen. De algemene vuistregel is dat het circa 8-10 jaar duurt voordat mijnen in staat zijn om hun productie substantieel te verhogen in reactie op stijgende prijzen. De piek in de goudprijs begin 1980 bijvoorbeeld leidde pas in 1988 tot een piek in de groei van de productie: acht jaar later (33% stijging). Daarna is de groei van de productie afgenomen.

De historie laat dus zien dat aantrekkelijke goudprijzen de productie met een vertraging beïnvloeden. De huidige verwachting is een productiestijging van 1.661 ton in 2012 naar 1.750 ton in 2013 (circa 5.3% groei). De grootste individuele bijdrage komt van Pueblo Viejo (een samenwerking van Barrick en Goldcorp) in de Dominicaanse Republiek. Deze mijn verhoogt de productie tot bijna haar maximale capaciteit. De verwachting is dus wel een groei van het aanbod van goud in 2013 en ook in 2014, maar geen schok in de mijnproductie als gevolg van megaprojecten. Stijging van het aanbod van goud leidt in het algemeen niet tot verdere prijsstijging. En indien het aanbod hard groeit (wat niet de centrale verwachting is) kan de prijs zelfs dalen.

Risicobeheersing
Goudproducenten haasten zich niet om te hedgen (beschermen) tegen prijsdalingen. Newmont bijvoorbeeld stelt in haar jaarverslag 2012 dat zij de prijs van goud bewust niet afdekt, omdat dat een keuze is van de aandeelhouders. Dit is ook begrijpelijk in een omgeving waarin de economische groei nog beneden maats is, de inflatieverwachtingen hoog zijn, de reële rente laag is en de prijs per saldo stijgt.

Het basisvooruitzicht is dat de FED pas tegen 2015 de rente gaat verhogen: het risico van prijsdaling lijkt nog ver. Daar komt nog bij dat de gemiddelde kosten van goudproducenten “slechts” USD 1.044/oz bedraagt volgens schattingen van GFMS (operationele-, cash-, administratieve en kapitaalkosten). Echter, in het negende deciel van dit gemiddelde zijn de kosten USD 1.400/oz. De producenten in dit gebied komen dus in problemen als de prijs door een of andere schok onder de USD 1.400/oz valt: en dan zal de behoefte aan hedgen wel ontstaan.

Prijsrisico managen
Omdat wij geen perfect foresight hebben, zou de Staat Suriname het prijsrisico moeten managen: een goed beeld van de gemiddelde productiekosten, de gevoeligheid daarvan alsook de omstandigheden waaronder de verkoopprijs van goud zou moeten worden vastgelegd met behulp van financiële instrumenten is belangrijk. Ook al is de kostprijs per troy ounce voor de Staat heel laag, waarom zou de Staat niet overwegen om een hoge prijs in te locken en daarmee een hoge winstmarge veilig te stellen?

Daarnaast is het ook zinvol om na te gaan hoe de exportprijzen van olie, goud, bauxiet en agrarische grondstoffen die Suriname realiseert, met elkaar zijn gecorreleerd. Ook de correlatie met belangrijke macro-economische factoren geeft veel inzicht. Het kan best zijn dat als de reële rente stijgt, de prijs van goud daalt, maar dat de prijs van olie juist stijgt. In dat geval verdienen we minder met goud, maar meer met olie. Het risicobeleid zou zich moeten richten op de netto exposure: wat verliezen we per saldo als bijvoorbeeld de rente met x% stijgt? Deze benadering kan leiden tot een nationaal risicobeleid met betrekking tot grondstoffen en is een betere optie dan mee te gaan met de nationale consensus die een voortzetting van hoge grondstoffenprijzen predikt. -Deel 4 van 4 -


Drs. Ajay Surjbalisingh

De auteur heeft internationale ervaring opgedaan in strategisch beleggingsbeleid, vermogensbeheer, pensioenen en bankieren. In 2010 heeft hij zich gevestigd in Suriname. Sinds vorig jaar biedt hij met zijn adviesbureau SIRA Capital diensten aan op bovengenoemde vakgebieden.

Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May