Column: Politieke Borrelpraat (PBR) deel 142
31 Mar 2013, 20:10
foto


“Heren, er zal in die kwestie van het Diakonessenhuis tot op het hoogste niveau bemiddeld worden.”
“Is deze kwestie dan zoooow belangrijk? Ik vind het veel belangrijker dat onze schatkist voor miljoenen US dollars door een goudopkoopbedrijf is opgelicht.”
“Zogenaamd zijn het twee werknemers die op eigen houtje hebben gehandeld.”
“En het bedrijf mag weer open en is er vanaf gekomen met een tjikkenfeet-boete.”
“Hebben we dat stortingsbewijs gezien?”
“Waarom mogen economische delicten wel buiten proces afgehandeld worden en andere oplichtingspraktijken niet?”
“Maffia, brada, maffia...”
“We dwalen af, echt een zuiplappendiscussie. Waarom moet zelfs de president gaan bemiddelen in een slepend conflict tussen directie en personeel van een particulier ziekenhuis?”
“Die actievoerende specialisten zijn geen personeel, ze zijn de driekwart-goden in het ziekenhuis.”
“Nu dreigt er ontslag fo ze, dan now ding long gha president:’Pres, help ons, dat monster daar, Zijne Bhaiwah Arrogantie, die grotere god dan ons speelt, wil anderen in onze plaats in dienst nemen. Doe wat, bescherm Ons Belang, joe sta-mang.”
“Daarvoor is Baas wel goed, maar niet lang terug liepen mensen wel heel stil in de mars mee en gilden zij in koor mee met Den Haag en Rome in die amnestiekwestie.”
“Zeur niet, dat was een ander belang, mang!”
“Maar het is waar dat sommige specialisten geldwolven zijn.”
“Je zegt weer zomaar dingen, zoals die Gangamramman daar.”
“Ik zei duidelijk: ‘sommige’, want andere Diakonessen-specialisten doet hun werk gewoon door; zij komen hun plicht jegens hun patiënten wel na.”
“Maar de actievoerenden draaien hun poli’s in het ziekenhuis wel gewoon door.”
“Natuurlijk, want drape n’a ‘meki-mouse’, daar maken ze die sjente.”
“Nee, daar komen ze hun plicht naar hun betalende patiënten wel na. Welke patiënten zijn er dus weer eens gedupeerd?”
“Maar het is ook waar dat het huidige bestuur, samen met de huidige directeur de Statuten van het ziekenhuis, zonder medeweten van de hoofdsponsers in Nederland, zodanig hebben veranderd, dat zij hier alle macht in handen hebben.”
“Maar mijn hemel, dan hadden de specialisten toch het bestuur en de directeur met ondersteuning van de eigenaren in Nederland, voor de rechter kunnen slepen? Dan hadden we dit onverkwikkelijk gebekvecht en patiëntendupering niet gehad.”
“En het is waar dat er in het verleden ook al ernstige conflicten in dat Diakonessenhuis waren, ook met specialisten.”
“Maar nooit escaleerde het zoals nu.”
“Omdat ze steeds min of meer hun zin kregen en deze keer niet.”
“En nu eisen die actievoerende specialisten dat de raad, dus het bestuur van het Diakonessenhuis, vervangen moet worden omdat die gefaald heeft om hen te beschermen tegen een manager, die door zijn ongeschikte managementstijl eerder geschikt zou zijn voor een staalbedrijf, dat zegt die Julien Plengeleng.”
“Die moet wat minder dingen in de pers uitbraken; daarmee geeft hij juist die Gangaman gelijk.”
“En nu benoemt hij de man zelf tot:”Rakeshie, de man van Staal.”
“De mannelijke Margareth Thatcher.”
“Luister, we gaan hier het bemiddelingstribunaal spelen: Kries is die Gangamman van Staal, Jules is die Julien Pingeling-Ping, de specialist-vakbondsleider die beschermd wil worden tegen de Man van Staal, en ik ben Baas.”
“Altijd wil jij baas spelen, altijd...”
“Ja, het is toch leuk om baas te zijn en baas te spelen, dan beslis ik over leven en dood...”
“Dan had je liever specialist kunnen worden.”
“Klets niet mang, bereid je voor op je rol, zo, tingeling-ting, ik open ...
“Jawel president, ik eis...”
“Jakkes, mang, ik zei: tingeling-ting en niet Pingeling-Ping, en begin niet meteen te eisen, wil je? Groet me eerst en dat soort formele dingen.”
“Moet ik u de voeten kussen, heer Baas?”
“Je bent de paus niet.”
“Deze paus draagt tenminste de ware geest van het christendom uit, namelijk nederigheid en dienstbaarheid naar de zwakken en zieken toe en niet een tweede god willen spelen, zoals die fascistische voorganger van’em.”
“Moest die daarom niet, zogenaamd wegens z’n gezondheid, tussentijds aftreden?”
“Jakkes mang, wat is het moeilijk om met zuiplappen een ordelijke discussie te voeren. Heren, we gaan de presidentiële bemiddelingsraad spelen; willen jullie je daarop focussen?”
“Ik focus me op de inhoud van mijn glas en die lijdt aan danige erosie.”
“Goed, secretaris van mijn kabinet, laat de heren binnen.”
“Heer Baas, uw secretaris is er met een stuk bos vandoor en u hebt hem als tegenprestatie toch bedankt?”
“Ow ja, goed, jongste zuiplap in ons midden, jij wordt dan m’n secretaris en blijf van het resterend bos en de goudconcessies af.”
“Jawel heer Baas, er is toch niets meer over: Jim en sem Hok hebben al alles toch zo een beetje verdeeld?”
“Zeur niet, mang ! Laat die kemphaantjes binnen.”
“Dag heer Pres; dag Baas; Befih, fa waka.”
“Goeiendag heren, gaat u zitten, secretaris, schenk wat fo ze in. Meneer Gangamstyle van Staal, wat is uw probleem?”
“Ik heb geen probleem, heer Pres, als ze mij niet meer lusten, als ik zo een slecht manager ben, laat ze maar een ander ziekenhuis opzoeken. Dan zijn we van elkaar verlost en is het probleem opgelost.”
“Heer Specialist Ping-Ping. Wat is uw probleem?”
“Hij moet weg!”
“Is dat uw probleem?”
“Ja, hij moet weg.”
“Is dan uw probleem opgelost?”
“Ja, hij moet weg.”
“Gaat u dan weer patiënten helpen?”
“Ja, hij moet weg.”
“Bent u bereid water in uw wijn te doen?”
“Nee, hij moet weg.”
“Heer man van staal, bent u bereid water in uw wijn te doen?”
“Natuurlijk heer Pres, ik zal de sollicitatie voor nieuwe specialisten on hold zetten.”
“Goed zo, dat is een belangrijke opening. Heer Ping-Ping, bent u nu ook bereid een veer te laten.”
“Nee, hij moet weg.”
”Maar het is de gewoonte dat bij een top-bemiddeling als deze, partijen uit respect voor de bemiddelaar even de wapens neerleggen.”
“Nee, alles of niets. Hij en dat stichtingsbestuur moeten weg en alles wat met hen gelinkt is, moet met wortel en tak uitgeroeid worden.”
“Hm, deze woorden komen mij bekend voor. Maar heer specialist, bent u dan niet bereid om zelfs een tikkeltje water in uw wijn te doen?”
“Hij moet weg. Barbertje moet hangen.”
“Psst, pres, even terzijde, waar slaat dat ‘Barbertje’ op?”
“Heer secretaris, lees dan Multatuli.”
“Heer pres, wat is Multatuli?”
“Jakkes, dat hebben de fraters van Bonifaas ons toen wel laten lezen. Wat hebben jullie op school gelezen?”
“Niets, de leerkracht hield zelf niet van lezen.”
“Ahum, heren, dus op die manier zie ik er geen heil in om in deze kwestie te bemiddelen.”
“Heer pres, u moet optreden, u moet de knoop doorhakken, u moet ons beschermen tegen dat monster, u moet dringend adviseren dat hij als directeur daar weg moet.”
“Oh, daarvoor ben ik dus wel goed, de boeman spelen. Nee hoor, dat heeft me in het verleden al genoeg hoofdbrekens bezorgd.”
“Ja, maar u bent onze pres, onze hoop is op gevestigd.”
“Ja, nu opeens, als het om het beschermen van jullie belangen gaat. Heren, ik sluit deze bemiddeling maar. Als jullie niet met elkaar willen praten, wat kan ik dan doen?”
“Hij moet weg!’
“Nee, jullie moeten weg.”
“Hou je snuit, jow hebzuchtige k....ie!!”
“Hou de jouwe, jo luie n...er!!”
“Hé, geen racistische termen, hier. We hebben net een anti-discriminatieloop met een hoop racistische borstjes, billetjes en staartjes gehad.”
“Laat ze, pres, ze beginnen eindelijk te communiceren.”
“Dalijk vliegen ze elkaar als Somo en Tjon op de Nederlandse tv in de haren.”
“Wil je zien, ik trap je.”
“Ja kom, je lijkt.”
“Wiep, bam, slam, patsj, pef.”
“Heren, proost op onze dorpse manieren van communicatie.”
“Proost, daarom lacht de wereld ons uit en gaan ze er met onze rijkdommen vandoor.”
“Ja, ook proost daarop.”

Rappa
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May