Column: De kunst van het beledigen: de krabu
01 Apr 2013, 13:00
foto
(Foto: Edward Troon)


Mijn goede vriend Stephen Small stuurde mij zijn keynote speech die hij hield voor de Rotary Club op Curaçao. Daarin behandelde hij onder meer de manier waarop vroeger en nu in de politiek mensen beledigd werden. Obama als president van de Verenigde Staten wordt behandeld zoals geen enkel witte president voor hem behandeld is geworden. Gouverneur Jan Brewer van Arizona ontving Obama op het vliegveld en tijdens een gesprek wees ze haar vinger in zijn gezicht. Tijdens zijn State of the Union Speech werd Obama onderbroken door Republikeinse afgevaardigde die schreeuwde: “Je liegt!”.

Die vormen van ruwe beledigingen staan in schril contrast met de beledigingen die in de Engelse politiek worden gehanteerd. Small geeft het voorbeeld van Margaret Thatcher die ooit zei: “I don’t mind how much my ministers talk, as long as they do what I say!”. Ze zei ook: “In politics, if you want anything said, ask a man. If you want anything done, ask a woman!”.
Small haalde Winston Churchill aan die over een collega zei: ‘He has all the virtues I dislike, and none of the vices I admire!’. (Hij heeft alle deugden die ik niet mag en geen enkele ondeugd die ik bewonder).
Het is een subtiele vorm van belediging waar je twee keer over moet nadenken om te begrijpen dat het een belediging.

Churchill was een meester hierin. Ik heb een paar van zijn opmerkingen verzameld.

Een gesprek tussen Lady Astor en Churchill:
Lady Ashtor: "Winston, if you were my husband I would flavour your coffee with poison"
Churchill: "Madam, if I were your husband, I should drink it"

Bessie Braddock tegen Churchill: "Winston, your drunk!"
Churchill: "Bessie, your ugly, and tomorrow morning I shall be sober"

Over Joseph Chamberlain: “Mr Chamberlain loves the working man, he loves to see him work.”

Over Stanley Baldwin: “I wish Stanley Baldwin no ill, but it would have been much better if he had never lived.”

Over Clement Atlee: “An empty taxi arrived at 10 Downing Street, and when the door was opened, Atlee got out.” En ook over Atlee: “A sheep in sheep's clothing”

Nu kun je natuurlijk zeggen: beledigen mag niet. Je gaat je kind niet leren om anderen te beledigen. Toch is er een verschil tussen een platte belediging en een bijna kunstzinnige vorm van beledigen. Daarbij speel je met woorden zoals een muzikant met noten speelt. In het Sranan hebben we een woord ervoor: krabu.

De Bijbel begint ermee. In de Bergrede spreekt Jezus de woorden uit: “Zalig zijn de armen van geest, want hunner is het Koninkrijk der Hemelen”.
De serieuze uitleg hiervan is dat Jezus zegt dat mensen die op zoek zijn naar zingeving van hun leeg bestaan, zich tot God moeten wenden.

Maar als je het tweede deel van de zin weglaat, dan heeft het nog wel een interessante betekenis. Want inderdaad kun je van sommige mensen zeggen dat het beter is om arm te zijn van geest en weinig te begrijpen van de wereld dan veel te begrijpen en depressief rond te lopen. Maar wie wil nou horen tot de groep waarvan men zegt: “Zalig zijn de armen van geest”?

Je kunt op internet een hoop van de meer artistieke beledigingen vinden. Enkele voorbeelden:
“The more I think about you, the less I think of you”.
Voor kinderen: “Did your parents ever ask you to run away from home?”
“You are a beautiful person on the inside. Too bad we have to look at the outside.”
“I wish I had a lower IQ so that I could enjoy your company.”
“May I have the pleasure of your absence?”
“You were born at home, but when your mother saw you she went to the hospital.”
“If you stop telling lies about me, I’ll stop telling the truth about you.”
“Do you still love nature, despite what it did to you?”
“Must you leave so soon? I was about to poison the tea.”

Dit is natuurlijk veel Engelse humor, gebaseerd op de Engelse taal en de Engelse cultuur.
Zou de kunst van het beledigen ook bestaan in het Sranan, Nederlands of Sarnami?
Geen idee? Ik zou zeggen: probeer het maar.

Sandew Hira
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May